Vieja fenestrata (GÜNTHER 1860)
Fenestra betekent “venster” of “raam” en zoals wel vaker, vinden we ook in deze eerstbeschrijving geen nadere verklaring voor de naam. Maar dat is in dit geval ook niet nodig want, als je goed naar deze vis kijkt, als ze haar broedkleed draagt (of liever eigenlijk 'n beetje met je ogen knijpt), zie je 't.., Gotische ramen! als in een kerk.
-- Gunther A. 1860. New reptiles and fishes from Mexico blz 316-319
-- Beaucousin P., Koehl A.,Le Risbe J. 2014. vangreis Mexico (film)
-- Conkel D. 1993. Cichlids of North and Central America
-- Deproost W. 1996. Vieja fenestrata (Günther, 1860). Cichlidae 22-2, blz 32-33
-- Dühring D. 2014. Paraneetroplus fenestratus – eine bekannte, aber selten gepflegte Schönheit. DCG-informationen 45 (3): 55-61
-- Gunther A. 1860. New reptiles and fishes from Mexico blz 316-319
-- Artigas Azas J. 2018. Vieja fenestrata profile, www.cichlidae.com
-- Miller R. 2004. Freshwater fishes of Mexico
-- Nederlands Cichliden forum. 2019. Midden Amerika
-- Riede K. 2004. Global register of migratory species from global to regional scales
-- Stawikowski R., Werner U..1985. Die Buntbarsche der Neuen Welt
In zijn vaderland wordt deze vis “Paleta” (= kleurpallet) genoemd. Dit zegt iets over hetgeen je van deze vis zou mogen verwachten. Een zeer mooie, maar tevens variabele soort, waarvan de verspreidings-grenzen niet echt verankerd lijken te liggen. De mannetjes hebben een prachtige donker-turquoise kleur, welke in de bovenste helft van het lichaam langzaam overgaat naar geel. Het gezicht is wijn-rood, evenals de relatief grote staart en rugvin-randen. Tijdens het seksueel actieve stadium verschijnen 6 verticale banden (de kozijnen). Vrouwtjes, doorgaans herkenbaar aan het kleinere formaat, kleuren dan donker aan de onderkant (de vensterbank). In stilstaand water kunnen de mannetjes wel zo'n 30 cm worden. De riviervorm blijft kleiner. In het aquarium zijn afmetingen tot wel 40 cm gemeldt.
Het identificeren van Vieja's is in veel gevallen ronduit lastig. En dan te bedenken dat wij binnen onze hobby nog slechts te maken hebben met aquariumpopulaties, welke per soort door een genetische flessenhals zijn gegaan. Aquariumpopulaties hebben immers maar enkele stamvaders, meestal ook nog uit hetzelfde nest. Hiermee is het overgrote deel van de natuurlijke variatie verloren gegaan. In de natuur is door de veel grotere genetische diversiteit, de vormen en kleurenrijkdom ook vele malen groter. Dit is goed te zien in een 30 minuten durende film van Alain Koehl, een Franse hobbyist, die samen met twee andere aquarianen in 2014 een vangreis in Mexico heeft ondernomen. In deze film komt V. fenestrata talloze malen in beeld en iedere keer in een andere hoedanigheid. https://www.youtube.com/watch?v=5gffkCTvzU8
V. fenestrata legt in tegenstelling tot andere Vieja's meer accent op z'n verticale bandenpatroon, maar ook de lengtestreep biedt enig houvast bij de identificatie. V. fenestrata heeft in tegenstelling tot V. bifasciata slechts één horizontale lengtestreep. V. bifasciata (de naam zegt 't al) heeft er twee. Bij V. melanura is de lengtestreep slechts voor de helft zichtbaar en bij V. maculicauda onbreekt hij (bij volwassen individuen) in z'n geheel. De lengtestreep onderscheid hem ook van V. hartwegi en V. Breidohri doordat hij bij V. fenestrata lager gepositioneerd zit dan bij de andere twee. Bij V. zonata en V. gutata tenslotte, springt vooral het kleurverschil in het oog. Deze twee zijn blauw waar V. fenestrata rood is. Soms loopt bij V. fenestrata de lengtestreep door. Over de kieuwdeksels, door 't oog en over de neus. Deze feature geeft de vis een onmiskenbaar geduchte uitstraling. Een indiaan op oorlogspad.
Het stroomgebied van de Rio Papaloapan met al zijn zijrivieren is zo'n beetje de bakermat van deze Cichlide. Van de mangroves en kustlagunes als Lago de Catemaco en Alvarado tot in de bovenlopen aan toe. Ten Noorden van het Rio Papaloapan-stroomgebied, komt de soort nog in vele kleine rivieren voor, die uitmonden in de Golf van Mexico. Ten tijde van van de onderzoeken van Robert Miller (± 20 jaar geleden) werd de Rio Actopan (40 km boven Veracruz) tot het meest Noordelijke areaal van V. fenestrata gerekend. Inmiddels is het V. fenastrata gelukt haar areaal 180 km Noordelijker, tot in Herichthys-gebied uit te breiden. En niet alleen V. fenestrata, maar de complete visfauna lijkt hier te gaan verschuiven, waaronder bijv. ook Thorichthys maculipinnis. De Oorzaken hiervan zijn onbekend maar de gevolgen voor bijvoorbeeld de Zuidelijke Herichthys-soorten kunnen wel eens catastrofaal uitpakken.
Miller noemt het Westelijk deel van het Rio Coatzacoalcos stroomgebied als de meest Oostelijke actieradius van V. fenestrata, maar dit wordt openlijk in twijfel getrokken. Zeker is echter dat in Lago Catemaco, niet ver van de door Miller genoemde Oostgrens een zeer bijzondere populatie van V. fenestrata voorkomt of kwam. Lago Catemaco is een zoetwaterreservoir dat millennia geleden is ontstaan doordat de vulkaan Tuxtla de doorgang naar de golf van Mexico blokkeerde. Het meer heeft een hoge mate van endemie, dwz, soorten die alleen hier voorkomen. Evolutionaire processen hebben hier enkele vreemde vormen van V. fenestrata gecreëerd. Van wit, rose, oranje tot gevlekt, enigszins vergelijkbaar met de kratermeren van Nicaragua waarin allerlei varianten uit C. citrinelus zijn ontstaan. Die laatsten hebben het inmiddels zelfs tot soortstatus geschopt. Dit zal in Laguna Catemaco helaas niet gaan gebeuren. De uitgezette Afrikaanse Oreochromis maakt namelijk korte metten met deze bijzondere variantjes.
Habitat:
Heeft van oorsprong een voorkeur voor mesotrofe meren met een zand of modderbodem of langzaam stromende benedenlopen van rivieren, maar heeft zich inmiddels aan weten te passen aan allerlei typen wateren. Zoals het brakke water van kustlagunes en mangroves. Er bestaan zelfs twee meldingen uit puur zeewater. Verder wordt V. fenestrata nog aangetroffen in de middenlopen en zelfs in sommige bovenlopen kan men deze vis nog tegenkomen. Juan Artigas vond V. fenestratus op een hoogte van 550 meter in de Rio Salado in de deelstaat Oaxaca en volgens hem kun je hem in het voorjaar tot op een hoogte van 1000 mtr boven zeeniveau aantreffen. In de rivieren zoeken de jongen het wat rustigere microklimaat op, zoals de ondiepere oeverzones, achter abrupt afhellende zandbanken, in het water gevallen bomen, of verblijven in parallel aan de rivier gesitueerde restpoelen. De volwassen individuen meer in de stroming en op grotere diepte.
V. fenastrata wordt (samen met v. maculicauda) in een onderzoek van Reis aangemerkt als een potamodrome trekker. We zijn natuurlijk allemaal bekent met het migratie-gedrag van bijv. de paling en de zalm, maar in feite migreren veel meer soorten op regelmatige basis, variërend van dagelijks tot éénmalig, over afstanden van enkele meters tot duizenden kilometers. Meestal gebeurt dit voor voedsel of voortplanting, maar soms blijft de reden onduidelijk zoals bij V. fenestrata. “Potamodroom” betekent dat V. fenestrata migreert tussen zoete wateren als rivieren kanalen en meren en dus niet perse van zout naar zoet of omgekeerd, alhoewel deze vis dus wel degelijk ook in de brakke zones voor kan komen.
Door de bouw van dammen en waterkrachtcentrales is migratie de laatste decennia’s steeds moeilijker geworden. Gelukkig ontwaakt er de laatste tijd enige bewustwording op dit gebied. Er bestaat anno 2019 zelfs een vismigratiedag. Voor 't eerst gehouden op 21 Mei 2016 en sindsdien ieder jaar herhaalt. https://www.youtube.com/watch?v=jHf7lv9SYQ8
Foerageert in de natuur voornamelijk op plantaardig materiaal zoals waterplanten, algen, detritus en in het water gevallen zaden, vruchten en bladeren van overhangende bomen. Dit wordt dan op opportunistische wijze aangevuld met ongewervelden en waterinsecten welke ze tijdens het grazen zoal tegenkomen. In het aquarium voeden we de dieren ook hoofdzakelijk met groenkost. Sla, Andijvie, Paardenbloem-bladeren, vogelmuur, gekookte erwten, bonen, spirulina. Vruchten zoals meloen, papaja en banaan, worden ook graag gegeten. Dit kan dan aangevuld worden met een goede kwaliteit droogvoer en kreeftachtigen. Gezonde dieren hebben altijd honger. Toch moeten we ervoor waken, de naar voedsel bedelende dieren niet te overvoeren. Sterker nog, één vaste-dag in de week kan zeker geen kwaad.
De kweek van V. fenestrata is niet moeilijk. Het vereist vooral veel ruimte. In de natuur zijn vanaf begin Februari tot eind Juli jongen aangetroffen wat impliceert dat V. fenestrata een lang broedseizoen kent. Tijdens de voorbereidingswerkzaamheden verkleurt eerst het vrouwtje. Dit geschiedt op dramatische wijze. Op een toefje rood onder de ogen na, verdwijnen de kleuren volledig. Daarvoor in de plaats krijgt ze een contrastrijk zwart-wit kostuum. Later, als de jongen reeds vrij zwemmen verkleurt ook 't mannetje. In de natuur wordt een nestkuil uitgegraven van wel 'n kwart vierkante meter doorsnee. In het centrum van die kuil bevindt zich het nest dat bij grote koppels meer dan 1000 eieren kan bevatten. Na vier dagen komen de jongen uit en na nog eens zes zwemmen ze vrij. De jongen zijn gemakkelijk groot te brengen met artemia-larven. Gezien de verzorgingscondities die deze dieren vergen, is het waarschijnlijk verstandig niet al teveel dieren op te fokken. Liefhebbers met extreem grote bakken zijn immers dun gezaaid.
De gedrags-waarnemingen in het aquarium lopen bij liefhebbers uiteen van niet erg agressief, tot ronduit moorddadig. Dit kan tevens veranderen naarmate de dieren ouder worden. Adolescente dieren lijken agressiever dan volgroeide exemplaren. Mogelijk dat ook het migratiegedrag van deze dieren in een aquarium parten speelt. Territoriumgrenzen worden hierbij gemakkelijk overschreden. Conkel beschrijft in zijn boek dat broedende V. fenestrata belagers of rivalen tot wel tien meter kunnen achtervolgen alvorens weer om te draaien.
Dit onvoorspelbare gedrag maakt dat deze vis bepaald niet als beginnersvis in aanmerking genomen kan worden. Dit is een vis voor de gevorderde liefhebber met voldoende ruimte, want een bak van 2 mtr is al gauw te klein. Filterinstallatie met overcapaciteit in overeenstemming met het gedrag van deze dieren. “Woelen” is bij deze vissen een understatement. Deze dieren behoren tot de grootste Midden Amerikaanse Cichliden en kunnen derhalve wel het een en ander verplaatsen. Daarom moet alles goed verankerd staan en het verwarmingselement vandalisme-bestendig.
Inrichting met hout, stenen en fijn grint. Ze maken er zelf wel iets moois van. Zorg dat alles stevig staat en de stenen op de bodemplaat en niet op 't grint ivm. ondermijning. Dit fijne grint kan een korrelgrootte hebben tussen de 3 en 6 mm. Zorg dat er veilige plekjes zijn voor 't kleinere vrouwtje. Vooral na een mislukte voortplanting is ze haar leven niet zeker. Zorg in dit kader voor zicht-blokkeringen zoals grote stukken hout of grote rechtop staande stenen die het overzicht belemmeren. Ook kan men door met dit soort elementen te schuiven buren-conflicten enigszins reguleren. Planten zijn zinloos tenzij bedoelt als diner.
We kunnen de dieren evt. samenhouden met andere robuuste Cichlidensoorten. Andere grote Vieja's liggen dan voor de hand, maar kijk uit voor hybridisatie. Het is al moeilijk genoeg zuivere Vieja's uit elkaar te houden. Veiliger is het om ze met wat minder verwante soorten te combineren zoals Parachromis multifasciatus, Amphilophus trimaculatus, Trichromis salvini. Deze minder verwante dieren worden ook minder snel als rivalen beschouwt. Bij het samenhouden met andere soorten moet men er wel op letten dat ieder zijn deel krijgt als het om voeding gaat. Temperatuur van 25 tot 28 graden. PH: 7-8 en middelhard tot hard. Een prachtige vis voor de gevorderde liefhebber.
-- Heros parma Günther 1862
-- Cichlasoma gadovii Regan 1905
-- Cichlasoma sexfasciatum Regan 1905