Vieja breidohri (Werner & Stawikowski 1987)
Deze vis is vernoemd naar een betrokken volbloed aquariaan, Hans Günther Breidohr *1938 †2015, aldus Uwe Werner in een memori op het Duitse Cichliden-forum. Hans Günther werd lid van de VDA (Duitse aquariumvereniging) in 1974. Hij werd district-voorzitter voor de VDA van 2004 tot 2011 en daarna erevoorzitter.
Werner U & Stawikowski R. 1987. Ein neuer Buntbarsch aus Südmexiko: Paratheraps breidohri gen. DATZ. 41 (1); pp 20-23
-- Artigas Azas J. 2019. profile Vieja breidohri, Cichlidroom.
-- Stawikowski R. & Werner U.1985. Die Buntbarsche der Neuen Welt
-- Stawikowski R. & Werner U.1998. Die Buntbarsche Amerikas, Band 1
-- Werner U & Stawikowski R. 1987. Ein neuer Buntbarsch aus Südmexiko: Paratheraps breidohri gen. DATZ. 41 (1); pp 20-23
-- Traas B. 2003. Vieja breidohri uit Zuid-mexico, NBAT
Een mooi voorbeeld waaruit blijkt hoe aquarianen soms hun steentje bijdragen aan de wetenschap. Vieja breidohri werd ontdekt en beschreven door de aquarianen Rainer Stawikowski en Uwe Werner en vervolgens vernoemd naar de aquariaan Hans-Günther Breidohr, die hier zijdelings bij betrokken was. Dit drietal heeft in de jaren tachtig, in de zoektocht naar nieuwe Cichliden, heel Midden Amerika bereist. En met succes, want we kunnen stellen dat zij, althans voor Europa, de Nieuwe Wereld wel zo'n beetje op de kaart hebben gezet. Een aanwinst voor de aquariumhobby, want deze vissen bleken meer te bieden dan enkel mooie kleurtjes.
Vieja breidohri is sterk verwant aan Vieja hartwegi waarmee zij gek genoeg, soms zelfs sympatrisch voorkomt, zoals in het Angostura-stuwmeer bijv. Die eerste aquariumpopulaties waren afkomstig uit dit meer en als we de berichten van toenmalige liefhebbers mogen geloven waren dit kolossale dieren. De vrouwen bereikten zo'n 30 cm en de mannen zelfs wel 35 cm. Hedendaagse aquariumpopulaties blijven aanzienlijk kleiner. De profiel pagina van Cichlidroom vermeldt een maximum afmeting van 21,5 cm voor de mannen.
Over de oorzaken van dit grootte-verschil tasten we in het duister. Wellicht dat er soortverwarring en of hybridisatie in het spel was. Naar verluidt zijn er bij die eerste vangsten vaak meerdere nest-monsters, van meerdere locaties, gezamenlijk verzonden in de hoop deze later wel weer uit elkaar te halen. Hier kan iets misgegaan zijn. Alhoewel zeer onwaarschijnlijk, is het ook niet geheel uit te sluiten dat er in het kleine verspreidingsgebied van V. breidohri toch nog meerdere varianten voorkomen. Feit blijft dat de V. breidohri van tegenwoordig, in tegenstelling tot die eerste importen, tot de kleinere Vieja's wordt gerekend.
Volwassen dieren (vooral de mannen) hebben een stijl oplopend kop-profiel. Het lichaam daarachter is langwerpig, grijsblauw, met rood op de basis van rug en aarsvin. Ook onder de borstvinnen en buikregio kunnen rood-tinten zichtbaar zijn. Een tekening is afwezig of beperkt zich tot donkere stippen op de kop. Het bandenpatroon is meestal alleen tijdens opwinding zichtbaar. De staartwortelvlek blijft, hetzij soms vaag, zichtbaar. Deze Vieja is van V. hartwegi te onderscheiden door het ontbreken van een donker vlekkenpatroon boven de lengtestreep ter hoogte van band 3 tm 6, gerekend vanaf de staart. Bovendien is de lengtestreep van V. hartwegi meestal goed gedefinieerd en waar V. breidohri stippen heeft , heeft V. hartwegi vlekken, vaak roodbruin en wormvormig.
Deze soort bewoont een relatief klein verspreidingsgebied in de bovenloop van de Grijalva. Nml. de Chiapas Vallei. Precies hier werd begin jaren 70 een dam gebouwd, wat resulteerde in één van de grootste stuwmeren van Mexico, het Angostura stuwmeer. V. breidohri heeft zich hier evenals V. hartwegi en N. grammodes, waarmee ze sympatrisch voorkomt, op wonderbaarlijke wijze weten aan te passen. Behalve in het Angostura stuwmeer komt V. breidohri ook nog voor in de Rio Salado welke 15 kilometer voorbij dit stuwmeer in de Rio Grijalva uitmond. Dit is een ondiepe rivier met een zand en stenen bodem zonder enige vegetatie. V. breidohri is hier in het snel stromende water volledig in zijn element en tevens de enige Cichlide. Wat van deze rivier verder nog opvalt is de gemelde hoge watertemperatuur, tot wel 30 gr. C. (Artigas Azas 2019)
Onder de juiste omstandigheden gehouden is Vieja. breidhori geen uitgesproken agressieve vis. Hij geldt zelfs als een van de mildste Vieja's, dit neemt niet weg dat ook V. breidhori haar mannetje staat wanneer dit nodig is.
In een snelstromende rivier als de Rio Salado waar zelfs geen planten groeien zullen deze dieren het voornamelijk van algen moeten hebben. Dit betekent niet dat ze een toevallig buitgemaakte steenvlieglarve, welke zich in de algenveldjes schuilhoud, uit zullen spugen. Integendeel, zo'n buitenkansje vormt een welkome afwisseling op het doorgaans karige eiwitarme dieet van deze Vieja. Ook Vieja breidhori blijft een opportunist. Zelfs detritus wordt in de literatuur als mogelijke voedselbron genoemd.
Artigas meldt dat deze Vieja's pas na zo'n 2 tot drie jaar geslachtsrijp worden. Mogelijk heeft dit te maken met de minimalistische omstandigheden in met name de Rio salado en verlopen de ontwikkelingsprocessen in het aquarium door rijkere voeding sneller. De dieren zijn dan ongeveer 10 cm groot. Bij de meeste M.A.Cichliden nemen de mannen vóór de paarvorming een territorium in van waaruit ze vervolgens de vrouwen aanbaltsen. Bij V. breidhori verloopt dit andersom. Zij vormen eerst een paar en zoeken daarna pas een territorium. Vieja breidohri-mannen gedragen zich daarom vaak als stalkers. Ze achtervolgen hun hartediefjes maniakaal om vervolgens met uitgespreide vinnen zij aan zij en/of vóórlangs te zwemmen. Pas wanneer dit tot succes leidt wordt een territorium gezocht en een afzetplaats schoongemaakt.
Het zijn open substraat broeders maar Juan Artigas merkt op dat ze hierbij toch wat meer beschutting zoeken dan veel andere Vieja's. Ook broeden ze nooit in kolonies. Mannetjes worden groter, zijn intensiever gekleurd en ontwikkelen een voorhoofd-verdikking. Vrouwtjes van de Angostura-variant kunnen een donkere zone in de rugvin krijgen. Tijdens de broedtijd kleurt het gehele achterlijf (op de wijze zoals we dat van het geslacht Herichthys kennen) donker.
De nesten zijn klein (± 300) en de directe zorg ligt bij het vrouwtje. De eieren komen na twee tot drie dagen uit en na nóg eens vijf zwemmen de larven vrij. De jongen worden naar een kuil getransporteerd en wanneer de dooierzak is opgeteerd gaan ze onder begeleiding op zoek naar voedsel. Het mannetje doet nu volop mee en gaat het vrouwtje voor, welke consistent boven de jongen blijft. Zij begeleid haar jongen jongen dmv. het op en neer bewegen van de buikvinnen.
Zolang we aan een paar basisvoorwaarden voldoen is Vieja breidohri niet eens zo moeilijk te houden. Die eerste is ruimte. Bakken onder de twee meter zijn niet geschikt om Vieja's in te huisvesten en daar vormt deze kleine Vieja geen uitzondering op. V. breidohri-mannen kunnen zich zoals gezegd nogal opdringerig gedragen, bovendien houden we deze vissen bij voorkeur groepsgewijs met individuen van verschillende leeftijdscategorieën. Hiermee kunnen we de agressie tot een minimum beperken. Dit vereist de nodige ruimte, des al niettemin kunnen de emoties ook bij V. breidohri wel eens oplopen, het blijven tenslotte Cichliden en voor deze momenten is het belangrijk dat er voldoende schuilgelegenheden aanwezig zijn. Denk hierbij ook eens aan plekken boven in de bak (als daar ruimte voor is). Onderdrukte dieren worden vaak naar boven gedreven.
Aan eetlust ontbreekt het niet bij deze vissen, maar om de conditie op peil te houden is het toch verstandig enige aandacht aan de voeding te besteden. Deze dieren hebben van nature nml. een darmstelsel dat is aangepast aan plantaardig voedsel. Het reguliere droogvoer is vaak te proteïnerijk en bevat te weinig of helemaal geen ballaststoffen. Varieer dit dus met plantaardige voeding. Bijna alles van de groenteboer (het liefst biologisch) is bruikbaar. Sommige groenten moeten misschien eerst vóórgekookt worden. Deze plantaardige kost combineren we met levende of geconserveerde garnaalachtigen zoals, mysis, vlokreeftjes of Artemia. Deze bevatten ballaststoffen en caroteen. Dus goed voor de darmen en goed voor de kleur.
Helder water is hun habitat dus helder water moeten wij ze bieden. Dit bereiken we met een op zijn taken opgewassen filter, maar vooral ook regelmatig water verversen. Inrichting met zand en rolkeien. Planten worden gegeten, evenals kleine en/of te trage bijvisjes. Wekelijks water verversen, Ph. alkalisch, middelhard tot hard en een temp. tussen de 26 en 28 graden C. Zomers, kunnen we deze vis ook in een buitenvijver houden. Jim Cumming, een alom bekend en gewaardeerd communicator in de Cichliden-hobby, noemt deze vis zelfs zijn meest ideale vijvervis. Hij laat zijn dieren van eind Mei tot begin Oktober in een buitenvijver zwemmen en voor de goede orde, Jim woont in Canada.