Vieja bifasciata (STEINDACHNER 1864)

Tekst Rene Beerlink, foto Bruce Vandeweghe
Etymologie: 

Bifasciatus betekent “twee strepen” en refereert aan de twee lengtestrepen op de flanken van deze vis. Vieja = Spaans voor “oude vrouw” en refereert aan de broedzorg. In traditioneel agrarische gemeenschappen is het gebruikelijk dat de moeders op het land werken en de grootmoedertjes voor de kinderen zorgen.

Referentie: 

Steindachner F. 1864. Beiträge zur Kenntniss der Chromiden Mejico's und Central-Amerika's. Denkschriften der Mathematisch-Naturwissenschaftlichen Classe der Kaiserlichen Akademie der Wissenschaften in Wien. v. 23 (n. 2); 57-74

Literatuur: 

-- Almazán S & Medina A. 1974. "Los cíclidos de la laguna de Términos y sus afluentes". Blz. 267, 268

-- Artigas Azas J. 2017. Profile Vieja bifasciata Steindachner 1864. Cichlidroom

-- Baensch H., Riehl R. 1990. Aquarien Atlas band 2, blz 862 – 863

-- Buchhauser P. 2000. Vieja bifasciata, farbtupfer im aquarium, DCG information 59

-- Miller R. 2014. Freshwater fishes of Mexico, blz 380

-- Heijns W. 1984. Cichlasoma Bifasciatum (Steindachner 1864) Cichlidae 10-2 blz 1-8

-- Heijns W. 1990. Cichlasoma (Theraps) Bifasciatum (Steindachner 1864) Cichlidae 16-6 blz 22-23

Beschrijving: 

Hoe vreemd het ook moge klinken.., de associatie met “worst”, is bij deze vis minder ver gezocht dan u denkt. Dit komt door de onhebbelijke gewoonte van aquariumhouders, namen af te korten. Zij hebben voor deze vis de weinig verheffende naam “Bifi” bedacht. Geen onbelangrijk gegeven, want bij zoekopdrachten op fora levert die laatste aanzienlijk meer resultaten op dan bifasciata. Het is maar dat u het weet.

 

Twee (bi), lengtestrepen (fasciata), vormen de belangrijkste kenmerken van deze Vieja's. De bovenste begint onmiddellijk achter de kieuwdeksels en eindigt onder de zachte vinstralen van de rugvin en de ander loopt vanaf de borstvinnen in een kromming naar de staartvinbasis. Hier tussenin bevindt zich vaak een lichtere zone. De strepen (vooral de onderste) zijn soms niet of slechts gedeeltelijk zichtbaar. Dit kenmerk wordt enkel met zustersoort V. hartwegi gedeeld, maar bij haar zijn deze strepen onvolledig, onduidelijk en zijn vaak met elkaar verbonden. Een tweede kenmerk zijn de vele wijn-rode vlekken op kop en keel. De ondergrond kan blauw-turquoise, geel maar soms ook roze-rood wezen. In het laatste geval ontstaan de indrukwekkende schaamrode koppen, populair bij liefhebbers.

 

De genoemde kenmerken zijn evenwel lang niet in alle stadia van het leven en onder de verschillende ecologische en generatieve omstandigheden zichtbaar. Jonge dieren vertonen sowieso geen kleuren. Zouden ze alleen maar last van hebben. Bovendien bestaan er dankzij het aanzienlijke verspreidingsgebied, dat zich zelfs over meerdere hoofdstromen uitstrekt, talloze varianten. Daarom zijn deze Vieja's niet altijd zo gemakkelijk te identificeren. Vooral met zustersoort V. hartwegi komen nogal eens misidentificaties voor. Deze dieren worden in de natuur zo'n 25 cm, in het aquarium kunnen zij gemakkelijk 30 cm en groter worden.

Herkomst: 
Mexico, Guatemala
Verspreiding: 

Het verspreidingsgebied van V. bifasciata strekt zich uit over de hoofdstromen Candelaria, Usumasinta en Grijalva. Hier komt zij in allerlei wateren voor. Van de flink stromende zijrivieren, tot in de traag stromende benedenlopen. Maar ook in het stilstaande water van restwater-poelen, meren en ja.., zelfs tot in het brakke water van de getijdenzones, zoals kustlagunes weet zij nog stand te houden.

 

V. bifasciata is te vinden in de Zuiderlijke deelstaten van Mexico. Tabasco, Campeche en Chiapas, maar ook in de Guatemalese provincies Petén en Verapaz komt deze soort nog voor (Artigas Azas 2017). Wat haar habitat betreft is ze niet kieskeurig. We vinden haar in stromend als wel in stilstaand water, dat zowel helder als troebel kan wezen. Jonge, nog kleurloze dieren, worden tot in de ondiepe smallere kreken aangetroffen, volwassen dieren leven tot op een diepte van twee meter in de grotere stromen. Het voorkomen in lagunes, zoals laguna Términos wijst op een hoge zouttolerantie. Mogelijk dat niet alle varianten onder dezelfde condities kunnen leven.

 

Stroomopwaarts wordt het verspreidingsgebied van V. bifasciata overgenomen door V. hartwegi. Westwaarts komt zij voor tot in de rio Tonalá waarna V. fenestratus het stokje overneemt. Oostwaarts tot en met de Rio Candelaria. Daar overlapt haar verspreidingsgebied dat van V. melanura. In de Rio Candelaria als wel in het westelijk deel van de Usumacinta zijn individuen gefotografeerd met gemixte kenmerken (Artigas Azas 2017). Wie van de twee hier nu van origine thuishoort is niet met zekerheid te zeggen.

 

De voor aquariumhouders bekende vindplaatsen zijn, Laguna Catazaya, Laguna Noh, Rio Chacamax, Rio Mizol-Ha, Rio Candelaria, Rio Azufres, Rio Corzo, Rio Tulija, Rio Puyacatengo en RioTeapa. De regelmatig geciteerde locatie Rio Nututum berust waarschijnlijk op een misverstand, want dit is nml de naam van een hotel aan de Rio Chacamax. Vermoedelijk het logeeradres van aquariumhouders die vanuit hier V. bifasciata naar Europa brachten.

 

Gedrag: 

In de natuur scholen deze vissen in open water vaak samen tot kleine groepen en vertonen dan schuw gedrag (vooral de volwassenen). Dit is waarschijnlijk het gevolg van het feit dat deze vis op de spijskaart staat en bejaagt wordt met werpnet en speer.

 

Voedsel: 

Omnivoor maar met een duidelijke overwicht in het herbivoren spectrum. Veel plantaardige kost dus, van algen, waterplanten tot in het water gevallen vruchten.

 

Kweek: 

Bi-parentale substraatbroeder. Mits voldoende ruimte is de kweek niet moeilijk. Het samenstellen van volwassen koppels verloopt evenwel vaak moeizaam en gaat nogal eens gepaard met noodoplossingen zoals scheidingsruiten en dergelijken. Om deze dieren succesvol te kunnen kweken kan men daarom beter een groepje jonge dieren samen op laten groeien. Het duurt vaak lang voordat deze dieren geslachtsrijp zijn (soms wel drie jaar) en de seksen zijn de eerstkomende tijd niet van elkaar te onderscheiden. Mannen worden uiteindelijk groter en ontwikkelen een voorhoofdsbult. In het broedseizoen intensiveren de kleuren van beide geslachten.

 

Als afzetsubstraat kiezen de dieren vaak een horizontaal of een licht hellend hard oppervlak. De nesten kunnen bij grote koppels wel 2000 eieren bevatten. Jong volwassenen tonen in deze fase hun donkere bandenpatroon terwijl de oudere koppels nauwelijks nog van kleur veranderen. De broedzorg is bij de vrouwen sterker ontwikkeld dan bij de mannen. Juan Artigas beschrijft hoe de mannetjes de benen (vinnen) nemen als hij als duiker de koppels benaderd. De vrouwtjes echter, blijven moedig boven hun kroost staan. Een taak welke de mannetjes slecht met tussenpozen durven in te nemen, zoals op momenten dat vrouwtjes even voedsel zoeken.

 

Eieren komen na ongeveer 70 uur uit (afhankelijk van de temperatuur) en na een week zwemmen ze vrij. U kunt de jongen bijvoeren door met een grote pipet of slang artemia naupliën in het nest te spuiten. Hiermee kunt u het resultaat enigszins sturen. De jongen groeien snel maar zullen in een bak met andere vissen geleidelijk aan gereduceerd worden. Wat natuurlijk een goede zaak is tenzij u een afnemer weet voor 2000 Vieja bifasciata. Op een dergelijke manier gehouden ontstaat er dan geleidelijk aan een “soort van” biologisch evenwicht waarin er net zoveel jongen opgroeien als de omstandigheden (predatie, voedsel) in de bak toelaten.

Aquarium: 

Nadat V. bifastiata in 1978 voor het eerst werd ingevoerd door Thomas Schulz in Duitsland, vinden wij de eerste documentatie over een geslaagde kweek in Nederland in 1984. Willem Heijns beschrijft in het April-nummer van Cichlidae van dat jaar, zijn avonturen met Cichlasoma Bifasciatum, zoals deze vis toen nog heette.

 

Als koppel gehouden zonder de afleiding van andere Cichliden of bijvissen is risicovol. Soms kan dit 'n tijdje goed gaan zonder dat er aanwijzingen zijn dat het niet botert. De verzorger gaat er dan vanuit dat het wel goed zit, totdat het mannetje op een goede dag besluit als vrijgezel door het leven te gaan. Het leven van het vrouwtje hangt op dat moment aan een zijden draadje en alleen de alertheid van haar verzorger kan haar dan nog uit de vissenhemel houden. Daarom is het beter deze vissen in groepen te houden van verschillende leeftijden in combinatie van bijvissen en of andere Cichliden. Al die verschillende sociale interacties gaan verveling tegen en werkt de-escalerend. Verder is het verstandig het verwarmingselement stevig te monteren want hier willen deze vissen zich ook nog wel eens op afreageren.

 

Groot aquarium (minimaal 2 mtr. kantlengte) met voldoende schuilgelegenheden is cruciaal voor deze vissen. Inrichting met stenen en kienhout. De chemische watersamenstelling is van ondergeschikt belang, dit neemt niet weg dat er natuurlijk regelmatig water ververst dient te worden. Temp. graag aan de hoge kant. In ieder geval niet onder de 25. Begin jaren zeventig ving Silvia Almazán V. bifasciata in Laguna Terminos bij 38,6 C. Medebewoners kunnen bestaan uit bijv. Chuco intermedium, Mayaheros urophthalmus, Oscura heterospila, Parachromis multifasciatus, Petenia splendida, Rocio octofasciata, Trichromis salvini en Mascaheros argenteus. Ivm de kans op hybridisering liever niet samenhouden met andere Vieja's. een V. melanurus-vrouwtje raakt bijv. al gauw onder de indruk van zo'n mooie bifi-man. Andere medebewoners kunnen bestaan uit stevige meervalsoorten, grondels Astynaxen of andere grote zalmen.

 

Beplanting is niet mogelijk, tenzij met de intentie de dieren hiermee te voeren. Vegetarische kost moet het merendeel van het dieet uitmaken. Hierin kan naar hartenlust gevarieerd worden. Spirulina, gekookte erwten, bonen, sla, andijvie, maar ook paardenbloembladeren watermeloen en banaan kunnen gevoerd worden. Allemaal voeding met veel ballaststof dat luie darmen helpt te voorkomen. Daarnaast kan spaarzaam met dierlijke voeding gevoerd worden waarbij kreeftachtigen zoals mysis, artemia en watervlooien de voorkeur verdienen. Deze bevatten behalve de harde schalen (ballaststoffen) veel caroteen, waar de Bifi's mooi rood van worden. Vlees van zoogdieren, zoals we dat nog wel eens in oude aquariumliteratuur lezen is uit den boze.

 

Stoplicht: 
Oranje
Herkomstgebied: