Rheoheros coeruleus (STAWIKOWSKI & WERNER 1987)
Rheoheros, rheo = stroming wat betrekking heeft tot de habitat welke deze soort verkiest. Heros, de generieke naam die vroeger gebruikt voor vele neotropische cichlidensoorten. Heros, betekend ook wel held in het latijn.
Coeruleus: blauw, de onderkleur (De Duitse naam is "Der Kleine blaue").
Stawikowski, Rainer & U. Werner; 1987; "Neue erkenntnisse über die buntbarsche um Theraps lentiginosus mit der beschreibung von Theraps coeruleus spec. nov."; Die Aquarien - und Terrarien-Zeitschrift; 40 (11); p 499.
Stawikowski, R. & U.Werner. 1998. Die Buntbarsche Amerikas Band 1,
Eugen Ulmer Verlag, blz 415.
Baensch, H.A. and R. Riehl, 1995. Aquarien Atlas. Band 3.
Mergus Verlag GmbH, Verlag für Natur- und Heimtierkunde,
Melle, Germany. Pagina 879 (Ondergebracht bij de beschrijving van Theraps lentiginosus).
Coleman, R. 2002. Cichlid egg size data; (Cichlid Research homepage).
Rheoheros coeruleus is een slanke vis die een gemiddelde totale lengte van 12 cm kan bereiken. Er zijn exemplaren gevonden tot 15 cm totale lengte. De vrouwen van deze soort blijven gemiddeld 2 a 3 cm kleiner. Deze vis heeft een grondkleur van zilver tot licht blauw. Op het flank midden vinden we zeven blauw/zwarte vlekken. Volwassen mannen ontwikkelen een voorhoofdbult. De vrouwen hebben in de rugvin een duidelijke blauwe vlek. Met name de vrouwen vertonen een interessant gedrag. Bij deze soort neemt met name het vrouwtje een territorium in en probeert dan een man te interesseren. Zij verdedigen dit territorium en doen dit met hun specifieke kleur (Zilver-blauwe onderkleur met zwart tot zilver-witte vlekken). Is een mannetje geselecteerd dan kan de paring beginnen. Na ei-afzetting en gedurende de broedzorg en het verdedigen van jongen hebben beide ouders een witte basis kleur met daarop zwarte strepen. Rheoheros coeruleus is een vis die houdt van stromend water, en met zijn slanke langgerekte vorm is deze soort hiervoor uitstekend aangepast. Zowel in de natuur als in het aquarium zoekt Rheoheros coeruleus zijn voedsel door een voorwerp (steentje/stukje hout) op te tillen of om te keren en dan snel eronder te kijken of er iets eetbaars zit, een heel grappig gezicht.
Rheoheros coeruleus komt uit Zuid-México. Rheoheros coeruleus vinden we vooral in de bovenloop van de Río Tulija (Provincie Chiapas, México). Verder komt deze vis voor in de rivieren Chamula, Bascan, en Mizol-Há. De grootste populaties vinden we echter in de Tulija.
Net als andere leden van het geslacht Rheoheros komt deze soort uit snelstromende rivieren met helder water die een grove stenige bodem hebben. Deze vissen graven graag en hebben spleten en holen nodig om zich op hun gemak te voelen. Het is een levendige vis die zijn mannetje staat, maar zeker niet agressief is.
Rheoheros coeruleus eet in de natuur aufwuchs en kleine kreeftachtigen. Rheoheros coeruleus heeft een kleine mond en in het aquarium moet hij afwisselend gevoerd worden met gemakkelijk verteerbaar voedsel (Watervlooien, Artemia, Mysis) en vlokkenvoer. Plantaardige componenten (algen) mogen in het dieet niet ontbreken.
Rheoheros coeruleus zet uitsluitend af in holen en spleten. De vrouw neemt het initiatief in de paarvorming.
Ondanks dat Rheoheros coeruleus een relatief kleine soort is houdt hij van een ruim aquarium. In de meeste literatuur schrijft men 100-150 cm, echter 200+ cm lengte is geen overbodige ruimte voor deze snelle vis. Bodem: zand, met veel stenen waar ze lekker tussen en onder kunnen graven en waar ze schuil- en broedplaatsen kunnen maken. Het is dus belangrijk dat bij de opbouw van het aquarium de stenen stevig op de bodem liggen en daarna pas het zand er omheen gevuld word. Hout is niet echt nodig voor deze vis, dus van puur decoratieve waarde. Ze houden van stroming en schoon water. Zorg dus voor voldoende pompcapaciteit en ververs regelmatig (eenmaal per week) water. De verlichting dient niet al te fel te zijn. Onder gematigde belichting kleuren ze veel mooier, vooral onder een Grolux-lamp. De watertemperatuur ligt het beste tussen de 25 à 28 graden Celsius. Net als voor de meeste Middenamerikaanse cichliden maakt de hardheid en de zuurgraad van het water weinig uit.
Theraps coeruleus, Stawikowski et al, 1987
Theraps lentiginosus, Miller, 2005
Rheoheros coeruleus, McMahan et al, 2015