Nandopsis tetracanthus (CUVIER & VALENCIENNES 1831)
Nandopsis: betekenis onbekend
tetracanthus: “met vier stekels” (de vier stekels in de aarsvin).
Cuvier, R., & A.Valenciennes, 1831. Histoire naturelle des poissons. Tome septième, Paris.
Stawikowski R. & U.Werner. 1998., Die Buntbarsche Amerikas Band 1 Eugen Ulmer Verlag. blz. 343-346. Fioole, J. 2001., De zwarte weduwe van Cuba. Cichlidae (NVC) 27(6): blz 155-158
Nandopsis tetracanthus is een langzame groeier, die in ongeveer één jaar tijd een lengte kan bereiken van ± 10 cm. Na ongeveer 4 jaar zullen ze uitgegroeid zijn en dan een lengte hebben van om en nabij de 30 cm. De vrouwelijke exemplaren blijven veelal iets kleiner. Deze soort moet je op een vrij hoge temperartuur houden, daar ze anders nauwelijks zullen groeien of zelfs zullen wegkwijnen. Volwassen exemplaren tonen op een witbeige ondergrond een mengelmoes van zwarte banden en vlekken. Verder lijkt iedere lichte schub voorzien te zijn van een zwarte omranding.
Eigenmann, 1903 onderscheidde, behalve het type-exemplaar ook nog een aantal ondersoorten (ssp.)
Nandopsis tetracanthus nigricans
Nandopsis tetracanthus cincta
Nandopsis tetracanthus grisea
Nandopsis tetracanthus lata
Nandopsis tetracanthus torralbasi
Over geheel Cuba.
Deze soort heeft zich als zeer robuust bewezen en is derhalve alleen te verzorgen in een aquarium van tenminste 1000 liter en dan alleen met andere robuuste cichliden.
Nandopsis tetracanthus kan het beste met ballastrijk voedsel gevoerd worden, zoals bijv. mysis, krill, garnalen en mosselen. Uiteraard mag groenvoer in de vorm van Spirulina-pellets of -vlokken niet ontbreken. Als u ze echt eens wilt verwennen, schotel ze dan eens een vette regenworm voor of enkele kleine visjes, u doet ze daar echt een plezier mee!
Deze soort staat erom bekend dat ze zich al bij een geringe lengte gaan voortplanten. Probeer dit te voorkomen, want het gaat ten koste van de groei van het vrouwtje; ze zal nooit uitgroeien tot een mooi volwassen exemplaar. Het broedgedrag verloopt zoals we dat kennen van vele substraat broedende Middenamerikaanse cichliden.
De kantlengte van het aquarium moet tenminste 250 centimeter bedragen; voor de diepte is 60 cm is toch wel het minimum. De hoogte van de bak moet ook minimaal 50 cm zijn. De inrichting kan men het beste zo natuurgetrouw mogelijk houden. Neem een zanderige bodem met hierdoor gemengd diverse maten kiezels en kleine rolkeien. De verdere pbouw kan met grote rolkeien en diverse kienhoutstronken en wel zo, dat er objecten ontstaan, aan de hand waarvan de vissen hun territorium kunnen afbakenen.
Centrarchus tetracanthus, Cuvier et al, 1831
Acara adspersa, Günther, 1862
Nandopsis tetracanthus, Gill, 1862
Acara cubensis, Steindachner, 1864
Acara tetracantha, Steindachner, 1864
Heros tetracanthus, Jordan et al, 1896
Heros nigricans, Eigenmann, 1903
Heros tetracanthus cinctus, Eigenmann, 1903
Heros tetracanthus griseus, Eigenmann, 1903
Heros tetracanthus latus, Eigenmann, 1903
Heros tetracanthus torralbasi, Eigenmann, 1903
Cichlosoma (Parapetenia) teracanthus, Regan, 1905
Parapetenia tetracantha, Jordan et al, 1930
Nandopsis tetracanthus, Kullander, 1996
Chromis fusco-maculatus, Kullander, 2003
