Amphilophus zaliosus (BARLOW, 1976)
Zale betekent “op golven geboren” (latijns) refererend aan zijn open water habitat. Ios betekent “pijl” (latijns) refererend aan zijn gestrekte vorm. “De op golven geboren pijl”, dat is nog 'ns 'n naam.
Barlow G. en Munsey J. 1976. The red devil-midas-arrow cichlid species complex in Nicaragua. Beschreven als Cichlasoma zaliosum en later in 1995 door Werner veranderd in Amphilophus zaliosus.
George studeerde samen met de twee legendarische oprichters van de “ethologie” (diergedragstudie) Konrad Lorenz en Nicolas Tinbergen en bracht deze discipline naar Amerika. De onderzoeken die Tinbergen uitvoerde met vogels, deed Barlow met Cichliden. Een beroemd citaat van Barlow “Van veel zaken die zich in onze maatschappij afspelen zijn we ons nauwelijks bewust, een betere bestudering van diergedrag zou ons 'n geheel nieuw perspectief bieden”.
Barlow G. 1976. The Red Devil-Midas-Arrow Cichlid Species Complex in Nicaragua
Barlow G. et al. 1976. Chemical analyses of some Crater Lakes in relation to adjecent lake Nicaragua
Barluenga M., Meyer A. 2004. The Midas cichlid species complex, incipient sympatric speciation in Nicaragua cichlid fishes
Barluenga et al 2006. Sympatric speciation in Nicaraguan Crater Lake cichlid fish
Barluenga M. en Meyer A. 2010. Phylogeography, colonization and population history of Midas cichlid species complex in the Nicaraguan crater lakes
Dittmann, M.T. et al. (2012) Depth-dependent abundance of Midas cichlid fish (Amphilophus spp.) in two Nicaraguan crater lakes
Elmer K. et al. 2014. Parallel evolution of Nicaraguan crater lake cichlid fishes via non-parallel routes
Franchini P. 2014. Genomic architecture of ecologically divergent bodyshape in a pair of sympatric crater lake fishes
Lehtonen T. et al. 2012. Introduced Predator Elicits deficient brood defence behaviour in a crater lake fish
Mckaye K. ed al. 2002. The Midas Cichlid Species Complex in Two Nicaraguan Crater Lakes
Janzen T. 2015. Cichliden in de wetenschap. Cichlidae 41-4.
The IUCN Red 2009. Red List of threatened species.
Amphilophus zaliosus is (voor zover bekend) de enigst aan open water aangepaste Cichlide van Centraal Amerika. Gezien is hoe ze toesloeg aan de oppervlakte, in het centrum van lake Apoyo, 'n cratermeer van onmetelijke diepte, waar nooit een andere Cichlide gezien is”. Dit waren de woorden van George Barlow die deze vis in 1976 beschreef en samen met zijn studenten ongelooflijk veel werk heeft verzet om de raadselachtige verwantschappen van het Midas complex te ontrafelen. George overleed op 14 juli 2007.
http://www.berkeley.edu/news/media/releases/2007/07/30_barlow.shtml
Barlow ontdekte dat er in Lake Apoyo af en toe opvallend langgerekte exemplaren tussen de scholen vormende Midassen zwommen. En wat hem ook opviel was dat “de lange” bij gevaar niet de bodem opzocht, maar juist 't open water. Bij nader onderzoek bleek het een nieuwe soort. Dit werd echter niet voetstoots aangenomen, integendeel, de beschrijving van Barlow riep veel weerstand op. Velen, voor Barlow, hadden hun tanden stukgebeten op de taxonomie van het Midas-complex. Alle pogingen ten spijt, keer op keer eindigend als synoniem van hetzij, A. labiosus hetzij, A. citrinellus. Ook A. zaliosus dreigde een vroegtijdig einde te sterven, maar uiteindelijk bleken de bewijzen te sterk. De pijl cichliden weken morfologisch niet alleen af van de andere Midassen in L. Apoyo, maar ook van de (qua lichaamsbouw overeenkomende) A. labiosus uit de grote meren.
A. zaliosus is in lake Apoyo gemakkelijk te herkennen aan het limnetische fenotype (lang = aangepast aan open water), alle andere zijn van het benthische type (hoog = bodem-georiënteerd). De pijl cichlide heeft zeven donkere dorsaal-laterale vlekken die vaak breder zijn dan lang (vooral de vierde), op een zilvergrijze ondergrond, zonder geeltinten. Een opvallend lange staartwortel met een staartwortelvlek die doorloopt tot in de staart. Tijdens de broedtijd veranderen de vlekken in donkere banden, welke ook breder worden waardoor de vissen soms geheel zwart kleuren. Van A. zaliosus zijn geen kleurmorfen bekent. Net als bij andere Amphilophussen is de man zichtbaar groter dan de vrouw en bereikt in de natuur iets meer dan 20 cm.
IUCN Red list. Amphilophus zaliosus is “Critically Endangered” (de op één na hoogste bedreigingsstatus). Dit betekent dat A. zaliosus een extreem hoog risico loopt in het wild uit te sterven. De argumenten van het IUCN waren het kleine verspreidingsgebied (21 km), de introductie van de exoot Oreochromis niloticus (Nijl Tilapia) en de uitbraak van een dodelijk oogvirus (hoogstwaarschijnlijk geïntroduceerd door diezelfde exoot). Een andere exoot (een die niet wordt genoemd in het rapport van het IUCN), is de slaapgrondel Gobiomoru dormitor, een geduchte jongbroed-predator. Onderzoek van Topi Lehtonen toonde aan dat A. zaliosus deze vis veel dichter tot zijn nest laat komen dan zijn tegenhanger A. sagittae in lake Xiloa, welke samen met deze nestrover is geëvolueerd. Het IUCN verwacht dat de populatiegrootte de komende jaren nog verder zal dalen en adviseert een groot aantal maatregelen. De ontbossing op de kustlijn van lake Apoyo ten behoeve van privé gebruik en toerisme gaat echter in onverminderd tempo door. Het aantal volwassen individuen. Werd in 2012 door Marie Theres Dittmann geschat op nog geen 100.000 stuks. A. zaliosus is tot dusver de enige Midas-Cichlide in Nicaragua die is geanalyseerd op zijn bedreigingsstatus. Vier andere soorten uit het Midas-complex hebben nóg kleinere populaties.
Endemisch in het cratermeer Lake Apoyo. Dit is het grootste en oudste (± 20.000 jr.) Nicaraguaanse cratermeer en bevat (tot nu toe) het grootste aantal soorten Midas Cichliden. Lake Apoyo ligt op de “Ring of Fire” in het Zuid-Westen van Nicaragua. Ontstaan uit de krachtigste vulkaanuitbarsting in de moderne geschiedenis. Deze resulteerde in een 200 mtr. diepe en 6 km brede krater die in de jaren daarna langzaam volliep met regenwater. De visfauna is hier arm aan soorten en hoogstwaarschijnlijk ingebracht door de mens, een gewoonte welke hij nog niet verleerd is getuige de vele Tilapia's die er sinds de jaren 90 zwemmen.
De voorouders van A. zaliosus mogen dan wel in Lake Apoyo zijn uitgezet, A. zaliosus zelf, is zelfstandig in dit meer ontstaan. Genetisch onderzoek toonde aan dat hij zelfs de eerste Midas-Cichlide was die hier tot ontwikkeling kwam (Elmer 2014). Later ontstonden de vijf benthische soortjes waarmee de pijl cichlide het meer nu deelt. In lake Xiloa ('n vergelijkbaar kratermeer, 50 km verderop) zwemt ook 'n soort pijl cichlide, A. sagittae, ook daar vergezeld door 'n aantal benthische soorten, maar daar heeft de pijl Cichlide zich als laatste ontwikkeld. De evolutie verliep in Lake Xiloa dus net andersom, maar met hetzelfde resultaat, zeer opmerkelijk.
Het water in Lake Apoyo is helder en warm, het komt nooit onder de 27 gr. C. Deze condities maken het zeer geschikt voor de duiksport en dit is dan ook een van de belangrijkste redenen dat we zoveel over dit meer weten. De visfauna is zoals al eerder gezegd relatief arm. Het bevat behalve de Cichliden Amphilophus zaliosus, A.astorquii, A.chancho, A.globosus, A.supercilius, A.flaveolens, Parachromis managuensis, de zalm Atherinella sardina, de levendbarende Poecilia sphenops en de exoten Oreochromis niloticus en Gobiomorus dormitor. Het meer bevat zo goed als geen vegetatie. Wat grasachtige soorten (Typha en Scirpus) en in de moerasachtige delen op sommige plaatsen, (vanaf ‘n diepte van zo’n 3 mtr), Chara sp. (kranswieren). Het waterpeil ligt 70 meter boven zeeniveau en is sinds de jaren vijftig 15 meter gedaald. Het is arm aan stikstof maar rijk aan mineralen. De concentratie opgeloste stoffen is 20 x zo hoog als in Lake Nicaragua. De zoutconcentratie alleen al = Na+ 640 mg/l.
A. zaliosus is een jager en gebruikt daarbij verschillende strategieën. In de jaren 70 werd door Barlow waargenomen dat A. zaliosus scholen sardines achterna zat, soms tot op grote diepte. Ook in de film van Willem Heijns zijn jagende pijl cichliden te zien. De dieren jagen in groepsverband (als in een wolfpack) op Atherinella sardina. Maar dit is niet de enige tactiek die de vissen beheersen. Ze jagen ook individueel, vanuit ‘n hinderlaag. Ze gebruiken hierbij scholen andersoortige Midas-Cichliden als dekking. De pijl cichlide verbergt zich hierbij onopvallend tussen de rustige bodem-foeragerende Midassen om van daaruit onverwachts toe te slaan. Maagonderzoek bevestigd de carnivoren voorkeur. De maaginhoud van A. zaliosus bevatte geen enkel plantaardig component, of het moet de Perifyton (ook wel biofilm genoemd) zijn, welke voor ‘n deel uit algen bestaat. Ter vergelijk, de maaginhoud van A. citrinellus bevat voor meer dan 50% voedsel van plantaardige oorsprong. A. zaliosus eet voornamelijk vis, kreeftjes, zoöplankton en insecten inclusief hun larven. Er komt ook nog 'n klein onbeschreven zoetwater krabje voor in Lake Apoyo. Mogelijk dat jonge dieren hiervan ook ten prooi vallen aan A. Zaliosus, maar hier zijn mij verder geen meldingen over bekend.
De broedhabitat van A. zaliosus is niet erg sterk gedefinieerd. Meestal wordt deze gekenmerkt door een combinatie van zand en steen. Pijl cichliden kunnen, op zoek naar hard substraat, broedgaten tot wel 80 cm doorsnee graven. Nesten liggen minimaal 10 mtr uit elkaar. Onder invloed van de predatiedruk, veroorzaakt door de exoot Gobiomorus dormitor, lijkt er de laatste jaren een verschuiving plaats te vinden richting de kranswiervelden (Chara sp.) waar ook A. astorquii succesvol in kolonies broed. Zie Lehtonen (2012). Deze kranswiervelden spelen een belangrijke rol voor vele endemische organismen in lake Apoyo. De nesten kunnen uit meer dan 1000 jongen bestaan. Mannetjes leiden hun jongen vaak naar hogere waterlagen om ze toegang te verschaffen tot een microscopische voedselbron, Perifyton genaamd. Dit is een complexe mix van algen, bacteriën, microben en detritus welke meestal op een vast substraat groeit, maar ook in drijvende toestand voor kan komen. Hier een filmpje van een broedpaar A. zaliosus, gemaakt door Gary Knop, verbonden aan het GAIA program dat zich inzet voor het behoud van de natuur in Lake Apoyo.
Pijl cichliden zijn vissen voor de gevorderde hobbyist. Zij verdienen, net als andere rode-lijst soorten, bijzondere aandacht. Rekening houdend met het natuurlijk gedrag, komen alleen de grootste bakken (vanaf 3 mtr) in aanmerking. We zouden bijv. 'n koppel A. zaliosus kunnen combineren met een groepje kolonie-broedende A. astorquii of de iets kleinere A. flaveolens. Er zijn meerdere combinaties denkbaar, maar de voorkeur gaat natuurlijk uit naar L. Apoyo-soorten. Bij een combinatie met andere Midas-Cichliden bestaat echter altijd het gevaar op hybridisatie. In de natuur zal de pijl cichlide niet meer zo snel “vreemd” gaan. In lake Apoyo broed A. zaliosus conspecifiek, maar in een aquarium gelden andere regels. Hier hoeft vóórkeur niet eens zo'n belangrijke rol te spelen, “beschikbaarheid” is onder deze omstandigheden vaak veel belangrijker. Als een A. zalosi man een territorium afbakent, terwijl zijn voorbestemde vrouwtje nog niet kuitrijp is, maar hij op dat moment wel benaderd wordt door ‘n paarbereid A. asorquii vrouwtje, is de kans groot dat daar hybride-kindjes van komen. De (voor hem) iets minder aantrekkelijke Morfologie van de A. astorquii vrouw ziet hij dan graag door de vingers (uh.., vinnen).
A. zaliosus staat niet op de Cites-lijst, wat betekent dat exportvergunningen naar andere landen gewoon verkrijgbaar zijn. Dus, voor diegene die er de moeite voor wil nemen...Het verdient daarbij aanbeveling dit via de legale autoriteiten te doen zodat de herkomst traceerbaar blijft. Dit kan belangrijk zijn om de vissen te kunnen onderscheiden van andere langgerekte vormen uit het Midas-complex, zoals A. sagitae. Daar komt nog eens bij dat de morfologie van deze vissen voor ‘n deel afhankelijk is van de omstandigheden waarin ze opgroeien zodat aquariumpopulaties kunnen gaan verschillen van hun voorouders in het wild. Door enkel vissen aan te schaffen die te herleiden zijn naar exportvergunningen hebben ervaren aquarianen zekerheid over wat ze aanschaffen en kan hij zelfs deelgenoot worden bij de conservering van ’n soort die dreigt uit te sterven in het wild.