Amphilophus viridis (Recknagel 2013)
Amphilophus is Grieks voor amphi = aan beide kanten, lophus = kam, refererend aan de boven en onderlip van de typesoort Amphilophus labiatus. “Viridis” is latijns voor “groen”.
Recknagel H. et al. 2013. Two new endemic species in the Midas cichlid species complex from Nicaraguan crater lakes: Amphilophus tolteca and Amphilophus viridis.
Recknagel H. et al. 2013. Two new endemic species in the Midas cichlid species complex from Nicaraguan crater lakes: Amphilophus tolteca and Amphilophus viridis.
Amhilophus viridis is voorlopig de laatst beschreven Midas cichlide uit de Nicaraguaanse kratermeren. Met de nadruk op “voorlopig” want naar verwachting zal verder onderzoek in de toekomst, méér soorten definiëren. Amphilophus viridis lijkt sterk op A. amarillo (eveneens uit Lake Xiloa), waaraan ze sterk verwant is. Ze delen niet alleen de herkomst, maar hebben ook precies dezelfde lichaamsbouw en tekening. Niet verwonderlijk dus, dat hobbyisten deze twee niet uit elkaar weten te houden. Daar komt nog eens bij dat A. viridis tot aan 2007 is verhandeld als A. amarillo. Zelfs al zouden de dieren als “afwijkend” zijn herkend, dan nog, was er geen andere optie geweest dan ze als A. amarillo te labelen. De zuiverheid van aquariumpopulaties is hierdoor niet meer gegarandeerd.
Maar wat de mensen niet lukt, lukt de vissen moeiteloos. Zij herkennen elkaar wel degelijk als twee afzonderlijke soorten. Dit leert ons namelijk hun DNA. Er hebben zich bij de groep A. amarillo en A. viridis duidelijk twee afzonderlijke, genetische clusters afgescheiden. Dit is echter alleen mogelijk wanneer de dieren overwegend assortatief paren, dwz., “met de eigen soort”. Hiervoor moeten de dieren elkaar dus wél als “verschillend” kunnen onderscheiden en daar lijken ze dus geen enkel probleem mee te hebben. Hybriden komen wel voor, maar kruisen doen bijna alle soorten Midassen en heeft vooral te maken met de leeftijd van de nieuwe soorten. De meren waarin deze vissen voorkomen zijn nog jong en dus de verwantschappen groot. A. viridis en A. amarillo staan genetisch veel dichter tot elkaar dan tot de andere twee Midassen van het meer, A. sagittae en A. xiloaensis.
Nader beschouwd zijn er ook voor het geoefende mensen-oog nog wel 'n paar verschillen waar te nemen. De belangrijkste hiervan is de kleur. De grondkleur van A. amarillo is geel. Die van A. Viridis neigt, zoals de naam al aangeeft, meer naar “groen”. Bovendien kleurt de keelpartij van A. amarillo oranje in de paartijd en die van A. viridis niet. Ook in het foerageergedrag zijn er verschillen waar te nemen. A. amarillo leeft voornamelijk van slakken. Zijn keeltanden zijn speciaal hiervoor aangepast en hebben molensteen-vormige (molariform) tanden om de slakkenhuizen te kunnen kraken. A. viridis daarentegen heeft een meer vegetarische leefwijze, haar voedsel bestaat voornamelijk uit algen en planten en ook dit heeft geresulteerd in een aangepast gebit. Haar keelkaken hebben een veel fijnere structuur (papilliform), bedoeld om celwanden van planten of algen te doorbreken.
Er bestaat wereldwijd (op tijdstip van schrijven) slechts één foto van deze vis. Helaas kregen we geen toestemming deze te plaatsen, dus zullen we genoegen moeten nemen met de link naar de eerstbeschrijving.
Het kratermeer lake Xiloa.
Onbekend.
Omnivoor met een natuurlijke voorkeur voor plantaardig materiaal (algen en plantendelen).
Onbekend, maar hoogstwaarschijnlijk als A. amarillo.
Er zijn nog geen aquarium-ervaringen bekend met deze vis. Alhoewel..,