Thorichthys pasionis (RIVAS,1962)
Pasionis verwijst naar de rivier waarin het type-exemplaar is gevangen “Rio de la Pasión”.
Thorichthys pasionis is verrassend laat ontdekt/beschreven. Daar is geen duidelijke verklaring voor, want haar verspreidingsgebied is relatief groot en daar waar ze voorkomt is dat vaak in behoorlijke aantallen. Wellicht dat ze lange tijd voor 'n bleke meeki is aangezien.
Rivas L.R.1962. Cichlasoma pasionis, a new species of cichlid fish of the Thorichthys group, from the Rio de la Pasion, Guatemala. Historie naturelle des poissons. v. 25 (no. 2): 148-156
'N heel mooi artikel over T. pasionis vindt je op internet in “The Cichlid Room” van Juan Artigas. 1995 “The yellow meeki” http://www.cichlidae.com/article.php?id=148
Thorichthys pasionis wordt ook wel de “gele meeki” genoemd. En met deze laatste vertoont hij dan ook vele overeenkomsten. Des te opmerkelijker is het dat de T. pasionis altijd samen met T. meeki wordt aangetroffen. Daar is overigens één uitzondering op. In lake Peten wordt de T. pasionis niet vergezelt door T. meeki maar door T. affinis. (alweer 'n argument voor samenvoeging van meeki en affinis). Waarom T. meeki en T. pasionis niet hybridiseren is een compleet raadsel. Temeer omdat ze behalve het habitat ook nog eens de niche lijken te delen. Juan Artigas heeft jarenlang T. pasionis samengehouden met T. meeki en heeft geen enkel onderscheid in voedsel en fourageergewoontes kunnen vaststellen. In een aquarium kruisen Thorichthyssen overigens moeiteloos. Oppassen dus. Thorichthys pasionis heeft zwarte kieuwmembranen. Dit in tegenstelling tot die van T. meeki die opvallend rood gekleurd zijn. Hier is alweer één uitzondering op, en alweer is lake Peten het plaats delict;) Uit recente vangsten van John Heaton ('n liefhebber die aan het meer woont) blijkt 'n deel van de populatie rode kieuwmembranen te vertonen. Zou dit dan toch op natuurhybridisatie (in dit geval met T.affinis) wijzen..? Ook heeft John vissen gevangen zonder de voor Thorichthys zo kenmerkende zwarte kieuwdekselvlekken. Veel is nog onduidelijk over de vispopulaties in Lake Peten. Er gaan zelfs geruchten dat de bijna legedarische “margaritifer” nog in het meer zwemt. 'n taxanomisch onderzoek naar de levensgemeenschap van lake Peten zou zeer wenselijk zijn. Thorichthys pasionis is de grootste Thorichthys. Mannetjes kunnen gemakkelijk 17 cm worden. Vrouwtjes bijven duidelijk kleiner.
Rio de la Pasión (waar het type-exemplaar vandaan kwam) is daarmee ook meteen het meest Zuiderlijke deel van haar verspreidingsgebied. Van hieruit strekt haar areaal zich verder uit naar het Noorden, in rivieren die uitmonden in de golf van Mexico. Van de Grijalva in het Westen tot aan de Candelaria in het Oosten. Hier bewoont ze bij voorkeur de traag stromende benedenlopen en stilstaande restpoelen meren en lagoons. Ze komt niet voor in het Noord-Oosten van Yucatan en Belize waarT. meeki het zonder gezelschap van T. pasionis moet doen.
Ik heb T. pasionis leren kennen als de “vreedzaamste” Thorichthys. Minder agressief als T. meeki. Deze vissen zijn daarom goed in kleine groepen te houden, zoals ze dat in de natuur ook gewend zijn.
Allerhande insekten en vooral hun larven. Ze zijn gek op rode muggelarven. In het aquarium nemen ze ook genoegen met droogvoer dat ze bij voorkeur van de bodem af happen.
Eenvoudig. De eieren worden bij voorkeur op een verticaal oppervlak oppervlak afgezet. Juan Artigas vertelt dat zijn vissen zeer graag afzetten in bloempotten (met de opening naar boven) . De eieren worden één voor één 'n klein stukje uit elkaar (aanpassing aan zuurstofarm water) afgezet.
'N vrij gemakkelijk te houden Cichlide die bij voorkeur in groepen gehouden dient te worden vanaf 'n bakmaat van zo'n 150 cm. 'N zachte bodem (fijn zand) is 'n must. Ze hebben die lange snuit natuurlijk niet voor niets;) Water middelhard tot hard. PH alkalisch. Vrij warm. Minimaal 25C.
Cichlasoma pasionis, Rivas, 1962
Cichlasoma pasionis, Miller, 1966
Thorichthys pasionis, Kullander, 1996