Neetroplus nematopus GÜNTHER 1866
Neetroplus is een samentrekking van Neo (=nieuw) en Etroplus (een geslacht van cichliden uit India) vanwege de overeenkomst in lichaamsbouw tussen deze twee geslachten. De soortnaam nematopus verwijst naar de draadvormige uiteinden van de buikvinnen.
Günther, A. 1866. Memoir on the fishes of the states of Central America collected by Messrs Salvin and Godman and Capt. Dow. Proc.Zool.Soc.Lond. 39: 600-604,
Schaeffer, Claus. Cichliden blz 57-59,
Het geslacht Neetroplus bestaat op dit moment uit slechts één soort en wordt daarom een monotypisch geslacht genoemd. Deze soort staat ook wel bekend onder de naam Poor Man’s Tropheus, een verwijzing naar de broedkleur van beide cichliden die bestaat uit een wit/grijze band in het midden van hun naar zwart neigende flank. Het effect doet denken aan Tropheus duboisi, een soort die vroeger een hoge aanschafprijs kende. Op dit moment is N. nematopus in de aquariumhandel een stuk zeldzamer dan T. duboisi. Als je echter goed kijkt hebben deze vissen een sterk gelijkende lichaamsbouw en neigen ze naar het zelfde gedrag, kolonievorming. Alleen zijn ze wel geografisch van elkaar gescheiden, daar T. duboisi uit Afrika komt en N. nematopus uit Amerika. Noot: door recente auteurs wordt deze soort ook wel (samen met Amatitlania nigrofasciata) ingedeeld in het geslacht Hypsophrys. Deze handelwijze wordt echter nog niet breed gevolgd
De rivieren en meren van Costa Rica en Nicaragua,
Deze vis lijkt in gedrag en lengte op onze zebracichliden, zeker tijdens het broeden kunnen ze een fel territoriumgedrag ontwikkelen en willen ze de indringers nog wel eens de hele bak door jagen. Mooie voorbeelden zijn te vinden op de DVD die Willem Heijns gemaakt heeft van zijn reizen naar Nicaragua. Het aquarium moet ruim voldoende zijn voorzien van schuilplaatsen en een dikke laag zand.Het leuke van deze vissen is dat ze in hun broedperiode omkleuren van een grijze vis met een zwarte streep over het midden van de flank naar een bijna zwart gekleurde vis met een wit/grijze band over het midden van de flank. Deze vis is goed te houden in een groep en ze hebben de neiging om een formatie stenen te koloniseren. Gedrag wat je ook wel ziet bij Tropheus-soorten. In de literatuur staat beschreven dat dit een agressieve vis zou zijn. Voor hun lengte zijn het inderdaad echte rakkers, vorral als zij jongen hebben. Met als gevolg dat ze in het aquarium zeer succesvol zijn om hun jongen groot te brengen en uiteindelijk de kolonie weer moet worden uitgedund. Buiten het broeden zijn het gezellige vissen die steeds op zoek zijn naar voedsel en bezig om de holen van de buren te inspecteren. Je hebt met deze vis wel een sociaal gebeuren in de bak.
Hoewel de betanding doet vermoeden dat het algenschrapers zijn eten ze in het aquarium alles wat hun wordt voorgezet.Â
Laat de vissen zelf een koppel vormen uit een groep juvenielen die je zo mogelijk zelf hebt groot gebracht. Beide ouders houden zich bezig met de broedzorg. De verzorging van zowel het legsel (het zijn holenboreders) als het jongbroed vindt plaats op dezelfde wijze als die welke we kennen van de meeste Amerikaanse cichliden.
Minimaal een kantlengte van 100 cm, maar hoe groter hoe beter, ingericht met veel schuilplaatsen en een flinke open zwemruimte, gelardeerd met steenformaties en holen die als afzetplaatsen kunnen dienen. Grove planten, mits de wortels goed zijn afgedekt met stenen, worden met rust gelaten Een watertemperatuur van rond de 25 graden en regelmatig waterverversen zal deze vissen goed doen.
Neetroplus nematopus, Günther, 1867
Neetroplus fluviatalis, Rogers, 1981
Neetroplus nicaraguensis, Kullander et al, 1997
Hypsophrys nematopus, Chakrabarty et al, 2007