Panamius panamensis (MEEK & HILDEBRAND 1913)
Panamensis: afkomstig van Panamá.
Meek, S.E. & S.F.Hildebrand. 1913. New species of fishes from Panamá. Field.Mus.Nat.Hist.Zool. 10(8): 77-91
Stawikowski, R. & U.Werner. 1998 Die Buntbarsche Amerikas Band 1, Eugen Ulmer Verlag: blz 429/430
Panamius panamensis kan ruim 10 cm worden, waarbij het vrouwtje enigzins in lengte achterblijft. Deze soort werd oorspronkelijk beschreven als behorend tot het genus Neetroplus. Dit geslacht wordt nu echter gezien als monotypisch met als enige vertegenwoordiger N.nematopus. Als je de foto’s van deze twee soorten bekijkt, dan is duidelijk te zien dat ze niet tot hetzelfde geslacht behoren. Met name het kopprofiel is verschillend. Wel zie ik veel overeenkomsten in het gedrag. Ze zijn allebei goed in een groep te houden en hechten veel waarde aan de broedzorg. Toch denk ik dat N. nematopus hierin meer succesvol is. Tijdens de broedzorg kleurt het vrouwtje van P. panamensis om zoals je dat bij meerdere cichlidensoorten uit Midden-Amerika kunt waarnemen. De vrouwtjes hebben dan op de flanken een rij onregelmatige vlekken die met elkaar verbonden zijn op een crème-witte ondergrond. De man houdt de olijfgroene kleur in de rugstreek met daaronder prachtige rode en blauwe punten. De vissen passen goed in een bak samen met wat grotere soorten uit dit gebied. Ze bevolken doorgaans de lagere delen van de waterkolom. Helaas zie je deze vertegenwoordiger van het geslacht Panamius weinig in de handel en ze worden door slechts enkele liefhebbers gehouden. Typisch een soort die er weer even is en daarna weer voor jaren uit beeld verdwijnt.
Stroomgebied van de Rio Chagres, Atlantische afhang, Panamá.
Panamius panamensis is een pittige vis, die zich niet snel laat verjagen of intimideren door grotere vissen. Dit geeft de mogelijkheid om hun gedrag goed te observeren, omdat zij zich niet snel zullen verschuilen. Deze vis is echt aanwezig in je aquarium en bij een goede verzorging zul je er veel plezier aan beleven.
Het zijn alleseters, zowel diepvries als vlokken worden gretig genomen.
Het kweken met deze vissen is doorgaans niet moeilijk en vergelijkbaar met zebracichliden. Wat echter bij mij thuis opviel is de minder sterke paarbinding, zoals je die wel ziet bij A. nigrofasciatus. De broedverzorging komt toch grotendeels voor rekening van het vrouwtje. Deze kleuren ook prachtig om zoals je op de foto kunt zien. En ze verdedigt fanatiek het betreffende afzetsubtraat, meestal een hol of (wat ik meerdere malen heb waargenomen) een groot leeg slakkenhuis. Totdat de jongen vrijzwemmen zie je de ouders gezamenlijk optrekken in de verzorging; daarna is het al gauw het feestje van moeder alleen. Vader is dan allang weer vertrokken, zeker als je ze samen houdt met meerdere soortgenoten.
Vanaf een meter kantlengte zou het met één stel moeten lukken. Liever wat groter als je meerdere exemplaren houdt. De bak inrichten met veel schuilplaatsen. Planten zijn mogelijk, mits goed afgeschermd met stenen, anders worden ze onherroepelijk uitgegraven. Indien je je aan deze basisinrichting houdt, word je al snel beloond met jongbroed. Watersamenstelling is van ondergeschikt belang. Temperatuur 25 graden Celsius.
Neetroplus panamensis, Meek et al, 1913
Cichlasoma panamense, Rogers, 1981
Archocentrus panamensis, Kullander, 2003
Cryptoheros (Panamius) panamensis, Schmitter-Soto, 2007
Panamius panamensis, Říčan et al, 2016