Placidochromis electra (BURGESS, 1979)
Placidochromis; uit het latijn: placidus = zacht, chromis = vis. electra; naar de dochter van Agamemnon and Clytemnestra, uit het Grieks : helder, schijnend
Maréchal, C. 1991 Placidochromis. p. 378-380. In: J. Daget, J.-P. Gosse, G.G. Teugels and D.F.E. Thys van den Audenaerde (eds.) Check-list of the freshwater fishes of Africa (CLOFFA). ISNB, Brussels; MRAC, Tervuren; and ORSTOM, Paris. Vol. 4.
Ad Konings, Back to Nature Gids voor Malawi cichliden, 2e oplage, 2003. Ad Konings, Het cichliden jaarboek volume 1, 1991. Ad Konings, Malawi cichliden in hun natuurlijke omgeving, 3e oplage, 2001. Mikael Karlsson, De cichliden, van Tundu Rocks, Cichlidae 27 december 2001.
Van deze haplochromide soort, die in het verleden bekend stond als Halplochromis jani, bestaan verschillende geografische varianten. De populatie van Likoma en Chiwindi zijn identiek, de overige varianten onderscheiden zich door zwarte merktekens op de wang en op de flanken. De grondkleur van het mannetje variëert van zilvergrijs tot een heldere helmelsblauwe kleur. Boven het oog en direct na het kiewdeksel zijn donkere banden zichtbaar. Daarnaast zijn er nog enkele banden aanwezig die minder intensief aanwezig zijn naarmate ze meer achter op de flanken zitten. De rugvin en staartvin zijn lichtblauw, waarbij de rugvin een gedeeltelijke zwarte submarginale band heeft en een oranje-gele zoom. De buik- en aarsvin zijn grotendeels zwart. Vrouwtjes zijn zilvergrijs met soms een blauwe schijn. P. electra houdt zich vooral op boven de zanderige substraten, maar komt ook voor in de overgangszones. De mannetjes in broedkleuren worden echter voornamelijk aangetroffen boven de zanderige substraten. De lengte van het mannetje is 17 cm. Het vrouwtje blijft kleiner met een lengte van 14 cm.
Placidochromis electra wordt gevonden langs de oostkust, van Hai Reef tot bij Makanjila Point en rond Likoma.
Over het algemeen een rustige vis, die het best gehouden kan worden met andere Haplochromiden of Aulonocara’s.
P. electra is een opportunistische eter en volgt grote zanddoorkauwende cichliden zoals Taeniolethrinops praeobitalis. Zij profiteren van het graafgedrag van deze grote vissen door de evertebraten die op het bodemoppervlak achterblijven en proberen zich weer in te graven, weg te pikken. In het aquarium is het een gemakkelijke kostganger die zowel droogvoer als diepvriesvoer accepteert.
Het mannetje bouwt afhankelijk van de grootte van het aantal soortgenoten een kraternest wanneer de populatie klein is, en een hoge zandburcht als de populatie groot is. Een kraternest wordt minder vurig verdedigd dan een zandburcht. Het fel verdedigen van een zandburcht heeft waarschijnlijk te maken met een grote concentratie van aanwezige mannen. Placidochromis electra is zoals de meeste Malawi cichliden een maternale muilbroeder.
Het aquarium dient een lengte te hebben van minimaal 150 cm en een inhoud van 300 liter. Bij voorkeur inrichten met voldoende zwemruimte en enkele schuilplaatsen.