Metriaclima lombardoi (BURGESS, 1977)
lombardoi = naar de importeur John Lombardo.
Maréchal, C. 1991 Pseudotropheus. p. 401-415. In: J. Daget, J.-P. Gosse, G.G. Teugels and D.F.E. Thys van den Audenaerde (eds.) Check-list of the freshwater fishes of Africa (CLOFFA). ISNB, Brussels; MRAC, Tervuren; and ORSTOM, Paris. Vol. 4.
Ad Konings, Back to Nature Gids voor Malawi cichliden, 2e oplage, 2003. Ad Konings, Malawi cichliden in hun natuurlijke omgeving, 3e oplage 2001. Walter Deproost, Cichlidae 16 (5) oktober 1990 22.
In de vrije natuur wordt deze vis zo’n 12 cm lang. Door het aanbod van voedsel kan deze vis in het aquarium een grootte bereiken van 15 cm. Het vrouwtje blijft beduidend kleiner. Wat betreft de kleuren zien we dat bij de M. lombardoi anders dan bij vele andere Mbuna-soorten, het vrouwtje blauwe kleuren heeft en het mannetje geel gekleurd is. De basiskleur van het mannetje is fel geel. Over de flanken lopen zes dwarsbanden, die bij de rugvin breed beginnen, om smal te eindigen en te vervagen bij de buik. Bij dominante mannetjes zijn deze strepen nauwelijks zichtbaar. Op de kop zijn 3 banden aanwezig die achtereenvolgens zitten tussen de kiewdeksels, de ogen en de neusgaten. Bij de dominante mannetjes zijn de gele vinnen voorzien van een blauwe schijn. Op de aarsvin zit meestal één grote eivlek en in een enkel geval 2 of 3 kleinere. De vrouwtjes hebben de zelfde tekening, maar zij zijn blauw gekleurd.
M. lombardoi heeft zijn leefgebied bij Mbenji en bij Nkomo Reef, een rif dat ligt bij Benga. Hij leeft voornamelijk op diepten tussen de 2 en 25 meter, maar komt het meest voor op een diepte van 10 meter.
Het mannetje is uitermate territoriaal en domineert de overige bewoners bij een dunbevolkt klein aquarium. Het is dan ook aan te raden deze vis bij een drukbevolkt Mbuna aquarium te plaatsen.
Deze Mbuna borstelt loszittende algen van de met algenvelden bedekte rotsen en eet ook van het plankton in het open water. In het aquarium geeft men het best groen voer. Wees terughoudend met eiwitrijk voedsel.
Een maternale muilbroeder. De legsels variëren van 20 tot 60 eieren. De broedzorg stopt zodra het vrouwtje de jongen losgelaten heeft. Deze verschuilen zich dan meteen tussen de stenen. Bij ongeveer 4 cm is beginnen de mannen geel te kleuren. Tot die tijd hebben alle jongen dezelfde kleuren als het wijfje.
Gezien het temperament van deze vis is 120cm en een inhoud van 250 liter wel een absoluut minimum. Liever neemt men hiervoor een groter aquarium samen met andere soorten Mbuna’s. Inrichting met enkele rotspartijen, om zo voldoende schuilmogelijkheden te creëren. Ook voor deze Mbuna houdt men het best meer vrouwtjes op één man.