Melanochromis chipokae JOHNSON, 1975
Vanuit het Grieks, Melano staat voor zwart, chromis komt ook vanuit het Grieks en staat voor een vis, mogelijk een baars; chipokae, komt voor bij Chidunga Rocks welke ligt nabij het eiland Chipoka in het Malawimeer.
Maréchal, C., 1991. Melanochromis. p. 258-265. In J. Daget, J.-P. Gosse, G.G. Teugels and D.F.E. Thys van den Audenaerde (eds.) Check-list of the freshwater fishes of Africa (CLOFFA). ISNB, Brussels; MRAC, Tervuren; and ORSTOM, Paris. Vol. 4. (Ref. 5663)
Malawicichliden in hun natuurlijke omgeving, 4e oplage 2007, Ad Konings. ISBN 978-90-806000-4-1
Melanochromis chipokae behoort met een lengte van 14 cm tot de grootste in het genus Melanochromis. In het aquarium kan deze vis een lengte van 17 cm bereiken. Uiterlijk lijkt deze veel op M. melanopterus met het voor Melanochromis-soorten bekende melaninepatroon en de blauwe strepen. Het vrouwtje is geel gekleurd en heeft een omgekeerd kleurenpatroon, kenmerkend voor het geslacht Melanochromis.
Melanochromis chipokae is in het Malawimeer nauwelijks meer te vinden en staat dan ook al sinds 2006 op de Red List van de IUCN als bedreigde diersoort. Ad Konings heeft dit tijdens een lezing op de NCD in 2011 nog maar eens bevestigd. Er wordt aan gedacht om een soortgelijke poging te wagen zoals met Pseudotropheus saulosi, om de populatie weer op gang te helpen, maar waarschijnlijk is het voor deze vis al te laat. Er zijn nauwelijks nog exemplaren van deze soort in het wild aangetroffen.
Melanochromis chipokae is endemisch voor Chidunga Rocks in het Malawimeer waar deze voorkomt bij zanderige plekken nabij rotsen bij de overgangszone, maar ze worden ook wel waargenomen tussen de rotsen.
In het wild is deze cichlide zwak territoriaal en dan hoofdzakelijk tijdens de broedperiode. In het aquarium bezetten ze echter een permanent territorium en is het niet aan te raden om meerdere mannen samen te houden. Het best houdt men meerdere vrouwtjes op één man.
Een rover die voornamelijk jaagt op kleine visjes. Daarnaast wordt de vis ook aangetrokken door opdwarrelend sediment, om zich te goed te doen aan invertebraten.
Het mannetje graaft een kuil in het zand tussen de rotsblokken. Het betreft een maternale muilbroeder.
Een minimum kantlengte van 150 cm met mogelijkheden om te graven en voldoende rotsblokken zodat de vrouwtjes zich kunnen terugtrekken. Beter niet samenhouden met soorten die een soortgelijk kleurpatroon hebben.