Chindongo socolofi JOHNSON, 1974
Chindongo, lokale benaming in Malawi voor kleine rotsbewonende vissen; socolofi, ter ere van Ross Socolof, een in hoog aangezien staand beroepskweker en oprichter van de American Cichlid Association.
Maréchal, C., 1991. Pseudotropheus. p. 401-415. In J. Daget, J.-P. Gosse, G.G. Teugels and D.F.E. Thys van den Audenaerde (eds.) Check-list of the freshwater fishes of Africa (CLOFFA). ISNB, Brussels; MRAC, Tervuren; and ORSTOM, Paris. Vol. 4.
Cichlidae 23-3 juni 1997, Walter Deproost
Chindongo socolofi is een Mbuna die een in de natuur een lengte bereikt van 8 cm. In het aquarium wordt deze vis wat groter en is een lengte van 12 cm geen uitzondering. Het lichaam is langgerekt en zijdelings afgeplat.
De beide seksen zijn vrijwel identiek gekleurd. De basiskleur is helder lichtblauw. Daarnaast zijn een 10-tal dwarsbanden en soms ook enkele vage lengtebanden aanwezig. Dominante exemplaren laten deze banden niet zien en zijn egaal helder lichtblauw gekleurd.
De aarsvin en de buikvinnen zijn voorzien van een duidelijke zwarte band.
De populaties van Tumbi Point en Mara Point hebben duidelijk aanwezige zwarte submarginale band in de rugvin en een witte zoom. Bij de dieren van Cobuè en Mbweca ontbreekt deze zwarte band.
Er zijn geen opvallende verschillen aan te geven tussen beide geslachten. Het gebrek aan eivlekken kan een teken zijn dat het om een vrouwtje gaat, maar geeft geen zekerheid omdat deze ook over eivlekken kunnen beschikken. Een man kan ook iets langere buikvinnen hebben dan het wijfje.
De staartvin heeft zwarte stralen. Deze zijn vooral zichtbaar bij de dieren uit Tumbi Point en Mara Point.
De natuurlijke verspreiding van deze Mbuna is beperkt langs de kust van Mozambique, van Cobuè tot aan Tumbi Point. Peter Davies heeft echter in de periode van zijn exportactiviteiten veel overtollige dieren vrijgelaten in de omgeving van Thumbi West eiland, in het zuidelijke deel van het Malawimeer. Deze uitgezette populatie heeft echter niet stand gehouden en zou zelfs uitgestorven zijn.
Vergeleken met veel andere Mbuna's mag Chindongo socolofi als tamelijk vredelievend worden beschouwd. Ook tegenover soortgenoten zijn ze niet erg agressief.
C. socolofi pikt zijn voedsel tussen de algenstrengen weg. Dit voedsel bestaat uit voedseldiertjes, maar daarbij krijgen ze ook de nodige algen binnen. In het aquarium voer je ze cyclops, daphnia, mysis, witte- en zwarte muggelarven, granulaat, spirulinavlokken e.d.
Komkommer, erwten, spinazie en andere groenten kunnen ook een goede aanvulling zijn.
Betreft een maternale muilbroeder. Het legsel bevat tussen de 15 en 40 eieren.
Bij het vrijkomen hebben de jongen een lengte van 12 mm. Ze worden niet meer opgenomen in de muil van het moederdier.
Zoals gebruikelijk bij een Mbuna-aquarium, rotswanden met de nodige schuilplaatsen. Gezien de lengte die deze vis in gevangenschap kan bereiken is een kantlengte van 120 cm toch wel het minimum.