Het inrichten van een aquarium voor cichliden uit het Malawimeer

Tekst: Serge Spitters Foto's: Serge Spitters

Tegen de tijd dat je dit stukje aan het lezen bent, heb je waarschijnlijk de keuze voor het soort Malawi cichliden dat je wilt houden al gemaakt. Het kan ook zijn dat je je nog aan het oriënteren bent, en dat je wilt weten wat er zoal komt kijken bij het houden van Malawicichliden. In beide gevallen kan dit artikel behulpzaam zijn. We gaan ons toeleggen op het geven van tips voor het verantwoord inrichten van een aquarium voor Malawicichliden, zodat je de dieren een omgeving kunt bieden waarin ze zich ‘thuisvoelen’, en de vissen hun natuurlijke gedrag laten zien, voor zover dat mogelijk is in de beperkte ruimte van een aquarium.

Nadrukkelijk gaan we ons beperken tot het ‘hoe-wat-en-waarom’. Wat we niet willen is je een handleiding geven over hoe je bak eruit moet komen te zien. Het esthetisch oogpunt is persoonlijk, en zal vooral worden bepaald door wat je zelf mooi vind. Of een steen nu drie centimeter meer naar links moet, is een stuk minder belangrijk dan hóe je stenen het beste stapelt.

Het inrichten van een aquarium doe je best in logische stappen, waarbij de eerdere stappen geen belemmering vormen om de volgende uit te voeren. Dus niet eerst de bodem erin, en dan pas de achterwand! Het meest logische is als volgt:

1., Bepalen en aanbrengen van de techniek. (wordt hier niet besproken)
2., Aanbrengen achterwand, waarbij de techniek gecamoufleerd indien gewenst en mogelijk de techniek gecamoufleerd wordt.
3., Aanbrengen ‘inrichtingselementen’ zoals stenen en eventueel hout (decoratie is hier niet het juiste woord, want de stenen in een Malawiaquarium hebben een belangrijke functie!).
4., Aanbrengen van de bodem.
5., Aanbrengen van planten, indien gewenst.

De achterwand

Een achterwand is geen verplichting in een aquarium, maar vissen voelen zich veiliger en kleuren beter indien er wel een achterwand in het aquarium aanwezig is. Daarnaast is het aan te raden om, afhankelijk van de plaats van het aquarium ook nog zijwanden aan te brengen. (tenzij inkijk via de zijruiten mogelijk en/of gewenst is)

Malawi_Inrichting_Achterwand_Serge_Spitters.jpg

Er zijn legio mogelijkheden om een achterwand aan te brengen, voor elk budget en bak is er wel een oplossing. Veel (gevorderde) hobbyisten maken zélf een achterwand. Het meest gebruikte materiaal hiervoor is piepschuim, dat in model gebracht kan worden en afgewerkt met bijvoorbeeld tegellijm, al dan niet gekleurd, en een laag epoxyhars. Op NVCWeb zijn enkele handleidingen te vinden die dit onderwerp behandelen, en met Google kom je nog veel meer tegen.

Malawi_Inrichting_Achterwand_Serge_Spitters1.jpg

De andere optie is een kant-en-klare achterwand te kopen. Deze zijn tegenwoordig bijzonder natuurgetrouw, en verkrijgbaar van zeer duur tot betaalbaar. Goedkoop zijn ze bijna nooit. Het eindresultaat is vaak wel erg fraai.
Andere kant-en-klare achterwanden zijn eenvoudiger, maar kunnen prima voldoen. Vaak zijn het door-en-doorgekleurde donkergrijze of -bruine styropor platen, met een reliëf erin aangebracht. Dat reliëf lijkt vaak op een boomschors of modderbank, en is uit dat oogpunt wellicht niet zo mooi voor een aquarium, maar dat is vooral een kwestie van smaak. Voor de vissen maakt het niet uit!

Wat voor achterwand je ook kiest, probeer het midden te vinden tussen dieptewerking en ruimteverlies in je bak. In een aquarium van 50 cm diep is een achterwand met uitstekende stukken tot 15 cm wellicht wat teveel van het goede, en feitelijk zonde van de zwemruimte voor de vissen. Voor een minder diepte bak zijn voldoende dunnere alternatieven voorhanden, die ook een zeer fraai effect bewerkstelligen.

Het bevestigen van de achterwand gebeurt veelal met kit. Kies een kit die geschikt is voor het gebruik in het aquarium en wees er niet te zuinig mee. Zeker bij het gebruik van piepschuim moet je zorgen dat de wand goed vastzit. Piepschuim heeft een enorm drijfvermogen, en een dotje kit hier en daar is niet voldoende om een flinke dikke wand op zijn plaats te houden!

Kit de naden van je achterwand goed dicht, hiermee voorkom je dat er water en vooral vuil achter komt te zitten. Dit gaat rotten en kan het lastig maken om de waterkwaliteit op peil te houden. Mocht er toch water achter komen, dan is dat niet het einde van de wereld, bij het verversen laat zakt het waterpeil achter de wand gewoon mee, en het word ook daar vervangen door vers water.

Tot slot kan je ervoor kiezen om geen wand in te bouwen, maar de achterwand te schilderen. Dat kan ook, doe dat dan wel aan de buitenkant van het aquarium, en gebruik een donkere kleur (zwart, bruin, grijs). De vissen voelen zich beter – en kleuren mooier - als het wat donkerder is. Helderblauw wordt ook vaak gebruikt, maar dan vooral in kweek- en quarantaine aquaria.

Na het kitten of schilderen van de achterwand, is het eerst zorg dat je alles goed laat drogen/uitharden. Kijk hiervoor op de verpakking van het materiaal dat je gebruikt hebt, en neem het zekere voor het onzekere: tel er minimaal een dag bij op. Zo kan je verf bijvoorbeeld prima overschilderen na een X aantal uren, maar dat wil niet zeggen dat er geen giftige dampen meer vanaf komen!

Aanbrengen inrichtingselementen en decoratie

Als eerste stap is het aan te raden dat je op de bodemplaat, dus in het aquarium, een dunne tempexplaat of rubbermat aanbrengt. Hierop komen dan de stenen te liggen. Het tempex zorgt voor de drukverdeling over de bodemplaat. Bedenk dat een zandkorreltje met daar bovenop op 40 kilo stenen een flinke druk kan veroorzaken op een zeer klein oppervlak. Dat is voldoende om een glasplaat te doen barsten.

Kale_bak_Serge_Spitters1.jpg

Bovenop de bodemlaag (tempex, rubber), ga je dan de stenen stapelen die je in je bak wilt hebben. “Waarom dan niet eerst het bodemsubstraat (zand) erin doen”, hoor ik je nu vragen. Ook dat is logisch verklaarbaar: het zou zonder meer kunnen dat je vissen met hun graafwerkzaamheden een steen ondergraven, en dat hierdoor een hele steenstapel in de bak omvalt. De mogelijke gevolgen hoeven we hier niet uit de doeken te doen.... Door de stenen dus op de bodemplaat te leggen, voorkom je dus dat de cichliden de stenen gaan ondergraven.

Hoeveel stenen je moet gebruiken, en hoe de bak ingedeeld moet worden is afhankelijk van je visbestand: welke soorten en hoeveel vissen? In het algemeen hebben Mbuna (rotsbewoners) meer behoefte aan veel stenen dan Aulonocara’s en Haplochromine cichliden. Hier zijn wat algemene richtlijnen:

Mbuna: meerdere steenhopen maken, met holen en doorgangen waar ze op volle snelheid doorheen kunnen zwemmen. Ook zorgen voor donkere plekjes en schuilplaatsen waar bijvoorbeeld opgejaagde of broedende vrouwtjes zich terug kunnen trekken. De steenhopen kan je het beste optrekken tot bovenin de bak, anders blijven veel soorten allemaal onderin zitten. Mbuna voelen zich het prettigst in de nabijheid van de rotsen, dat is tenslotte hun natuurlijke biotoop!

Aulonocara’s en andere soorten uit overgangsbiotopen: verspreidt grotere stenen, eventueel een grotje of twee maken als extra schuilplaats. Zorgen voor voldoende vrije ruimte in het zand! Met name Lethrinops spp heeft zeer veel open zand nodig.

Haplochromine cichliden: stenen zijn eigenlijk niet eens noodzakelijk, maar een kale bak is ook geen gezicht. Verspreid enkele grote stenen door de bak, waarbij je ook wat donkere plekken maakt voor de vrouwtjes en onderdrukte mannen. Houdt met name bovenin de bak veel zwemruimte vrij.

Kale_bak_Serge_Spitters_2_1.jpg

Verder zijn er nog wat algemene tips: probeer ‘zichtlijnen’ te onderbreken door bv. midden op het zand hoge stenen te plaatsen. Hiermee voorkom je dat vissen elkaar continue op de korrel kunnen nemen. Verder oogt het vaak fraaier als je enkele grote stenen gebruikt, in plaats van een heleboel kleintjes. Dat is vooral een kwestie van smaak, maar heeft ook nog een praktische reden: een heleboel kleine steentje zijn vaak een bron van vervuiling: vuil gaat ertussen zitten en gaat rotten.

Wat voor soort stenen je gebruikt is vooral ook weer een kwestie van smaak. De meeste stenen zijn feitelijk wel geschikt, zolang ze maar geen scherpe randen hebben. Malawi cichliden kunnen wel eens wild rondzwemmen, en de vissen zouden zich aan scherpe randen kunnen verwonden. Verder is het aan te bevelen om geen stenen te gebruiken die al te poreus zijn, zoals maansteen, want in de vele gaten gaat vaak veel vuil zitten.

Veel gebruikte stenen zijn breuksteen en maaskeien. Beide soorten zijn te koop in bv. tuincentra. Breuksteen heeft als voordeel dat het makkelijker te stapelen is. Maaskeien willen nogal eens rond zijn waarbij het niet eenvoudig is om een stevige steenstapel te maken.

Tot slot kun je natuurlijk je stenen gebruiken om technische elementen zoals een filteraanzuiging, een stromingspomp, of de verwarming te camoufleren. Leg de stenen dan altijd wel dusdanig weg dat je er zonder al teveel moeite weer bij kunt!

Aanbrengen bodem

Malawi cichliden zijn notoire gravers. Veel soorten bouwen nestkuilen, -burchten, of –prieëlen, waarbij een behoorlijke hoeveelheid zand verplaatst wordt. Sommige soorten houden er bijvoorbeeld nestkuilen op na tot een meter (!) of meer in doorsnede. Dat krijgen ze in de meeste aquaria niet voor elkaar, maar ze zullen het wel proberen.

Zand_Serge_Spitters_1.jpg

Daarnaast zoeken veel soorten in het zand actief naar eten, en ook buiten de normale voedertijden zullen ze dit soms erg leuke gedrag laten zien. Aulonocara’s bijvoorbeeld nemen een hele hap zand en kauwen dat helemaal door als ze denken dat er iets te eten inzit. Veel andere soorten vertonen soortgelijk gedrag waarbij de kop soms tot de kieuwdeksels in het zand verdwijnt. Ook spoelen de vissen vaak zand door de kieuwen om die te ontdoen van parasieten.

Het is dus verstandig om op de bodem om de bovenstaande redenen zand aan te brengen. Fijn en afgerond grind kan eventueel ook. Het belangrijkste is wel dat het niet te scherp of te grof mag zijn, dus je moet zeker geen scherp split gebruiken. Hoeveel zand moet er dan in? Teveel heb je niet snel, als uitgangspunt is een laag van rond de 5 centimeter voldoende, maar wat meer is natuurlijk geen probleem. Bij uitgesproken ‘zandhappers’ zoals Lethrinops spp. kan je de laag nog dikker maken.

Er zijn verschillende soorten zand verkrijgbaar, waarbij Rijnzand (metselzand) vermoedelijk vaak gebruikt wordt. Het voordeel is dat dit er erg natuurlijk uitziet, en bijzonder voordelig is. Het nadeel is dat het vaak en goed gespoeld moet worden. Ook kan dit type zand ‘vastklinken’, waarbij het zand niet meer los is, en dus een bron voor stilstaand water en mogelijk rotting kan vormen.

Verder kan je filterzand gebruiken. Filterzand is ‘gecalibreerd’, waarbij elke korrel dezelfde grootte heeft. Hierdoor is het zand altijd los, het gaat nauwelijks vastzitten. Filterzand bealgt verder niet of nauwelijks, en door de losse structuur zullen planten er makkelijk wortel in schieten. Verder hoef je het nauwelijks te spoelen: het is zeer schoon. Het nadeel is dat het – zeker met veel verlichting -,  wel erg licht (bijna wit) overkomt. Ook aquariumzand dat in de aquariumspeciaalzaak verkrijgbaar is, is natuurlijk bruikbaar, maar dat is wel een stuk duurder.

Planten

Planten zijn altijd een onderwerp van discussie. In feite is het grotendeels een kwestie van smaak, want de meeste Malawi-cichliden hebben ze zeker niet nodig. Veel vindplaatsen in het Malawimeer zijn plantloos. Een bekende uitzondering is bijvoorbeeld Dimidiochromis compressiceps, die graag bijna op zijn kop tussen de Valisneria hangt. Dan zie je oveigens ook pas goed waarom de dieren zo smal zijn!

Valisneria_Serge_Spitters.jpg

Als je biotoop-echte planten wilt in je Malawi-aquarium maak je het jezelf tamelijk lastig. Vallisneria spiralis is dan wel een goede optie, dat is ook goed verkrijgbaar, en doet het vaak redelijk goed. Daarnaast kom je (zeer zelden) Hydrilla verticillata tegen, een plant die erg veel lijkt op de bekende waterpest.

Maar, buiten de biotoop-echte planten zijn er nog wel wat mogelijkheden zoals Anubias barteri of A. nana, en ook de bekende Javavaren (Microsorium pteropus) doet het vaak best goed.,  Buiten Vallisneria spiralis is ook V. gigantea geschikt.

Belangrijk is dat je de wortels van je planten goed beschermd, je vissen zullen gaan graven, en ontzien de wortels daarbij niet. Let verder goed op dat je voldoende zwemruimte overlaat, dus de bak beslist niet helemaal volstoppen met planten.

Wat algemene tips omtrent de soorten:

Vallisneria: in een bos bij elkaar zetten. Slaat vaak lastig aan, maar áls het eenmaal aanslaat zul je vaak moeten snoeien! Je kan de bladeren eventueel zelfs gewoon afknippen als ze te lang worden. Let bij Vallisneria op dat de wortelstokken een beetje vrij blijven, dus niet te diep planten.

Anubias: op een steen of je achterwand binden. In het zand kan wel, maar ze doen het beter als de wortels kunnen kruipen. Na een tijdje kan je het touwtje zelfs weghalen, want dan zitten ze stevig vastgegroeid!

Andere planten: wortels beschermen, bv. door kleinere stenen eromheen te leggen zodat de vissen er niet te makkelijk bijkunnen. Beter geen zachtbladige planten gebruiken, die worden vaak op- of aangevreten.

Tot slot een opmerking over algen. Algengroei in een Malawiaquarium is zeker niet persé slecht. In het Malawimeer is de meest voorkomende vegetatie tenslotte ook alg. De vissen (Mbuna, met name) eten ervan, en tussen de algen vinden kleine kreeftachtigen hun leefgebied. Die kreeftjes vormen dan weer voer voor de Mbuna, tesamen met de algen zelf. Het geheel van algen en beestjes heet met een goed Duits woord “Aufwuchs”. Het is moeilijk om dit in het aquarium na te bootsen, de algenlaag is in het meer vele centimeters dik. Toch is het aan te bevelen om algen te kweken. Wel groene alg dan, want sommige algen zijn ook in een Malawi-aquarium ongewenst. Penseelalg kan ook, maar niet iedereen houdt ervan.

Wat je beslist niet wilt is blauwe alg, hetgeen overigens niet eens een alg is, het is een (verzameling) van bacteriën. Deze ‘alg’ verbruikt veel zuurstof en kan schadelijke stoffen in het water doen terecht komen. Je ruikt een sterke plantaardige rottingslucht als je het in je bak hebt. Het is hardnekkig en lastig om vanaf te komen. De oorzaak voor het ontstaan van blauwalg hangt vaak samen met (een gebrek aan) onderhoud, bv. door een ophoping van vuil of een dode vis. Ook een sterk vervuild filter kan voor problemen zorgen. Soms is niet 1-2-3 aan te wijzen waardoor het onstaat. Plotselinge grootschalige aanpassingen in het aquarium die het evenwicht verstoren kunnen ook een explosie van Blauwalg tot gevolg hebben.

Tot slot

Met een goede inrichting ben je vaak al halverwege het doel, namelijk het succesvol houden en verzorgen van deze interessante en kleurrijke vissen! Geniet ervan.

Herkomstgebied: 
Type: