Tyrannochromis nigriventer ECCLES, 1989
Tyrannochromis; Uit het Latijn : tyran = tiran, en het Grieks : chromis = vis. Nigriventer = met zwarte buik
Maréchal, C. 1991 Tyrannochromis. p. 534-535. In: J. Daget, J.-P. Gosse, G.G. Teugels and D.F.E. Thys van den Audenaerde (eds.) Check-list of the freshwater fishes of Africa (CLOFFA). ISNB, Brussels; MRAC, Tervuren; and ORSTOM, Paris. Vol. 4.
Ad Konings, Malawi cichliden in hun natuurlijke omgeving, 3e oplage, 2001. Ad Konings, Back to Nature gids voor Malawi cichliden, 2e oplage, 2003.
Het mannetje bereikt een lengte van ruim 30 cm, vrouwtjes zijn met een grootte van 26 cm wat kleiner. Er zijn enkele geografische varianten, die enigszins van kleur verschillen. Dit uit zich vooral in de verticale tekeningen in het kleurpatroon. Deze zijn bij de populaties uit het noorden duidelijker aanwezig dan bij de zuidelijke variant.
Tyrannochromis nigriventer komt in het gehele meer voor.
Redelijk agressief.
Deze piscivoor is een van de weinige roofvissen die op volwassen Mbuna jaagt. Dit doet deze vis door vanuit een hinderlaag , meestal van achter een rotsblok, toe te slaan. Ze doen dit door langzaam vooruit te zwemmen en plotseling hun grote bek te openen. In het aquarium voert men het beste met krill, mysis, garnalen, garnalenmix, mosselen en kleine visjes.
T. nigriventer is een maternale muilbroeder. Deze vis maakt een paaiplaats met een doorsnede van ongeveer 1 meter en doet dit tegen een groot rotsblok. In de directe omgeving bevinden zich de muilbroedende vrouwtjes. De jongen worden losgelaten tussen de rotsen en het lijkt erop dat beide ouders zich met de broedzorg bezighouden . Bij gevaar verdwijnen de jongen in de bek van de moeder. De broedzorg eindigt na zo’n vijf a zes weken. De jongen hebben dan een lengte hebben van ongeveer 35 mm.
Het aquarium dient een kantlengte te hebben van ongeveer 250 cm en een inhoud van minstens 1000 liter. Liefst groter.
