Dimidiochromis compressiceps (BOULENGER, 1908)
Dimidiochromis komt uit het Grieks en Latijn: di = 2, midio = helft en chromis betekent vis. Het lijkt alsof de middenstreep die horizontaal over de vis loopt, deze in tweeën verdeelt. Compressiceps verwijst naar zijn zijdelings samengedrukte kop.
Annals and Magazine of Natural History (8) 2; p 240
Ad Konings, Malawicichliden in hun natuurlijke omgeving, derde oplage.
Het geslacht Dimidiochromis kent 4 soorten, namelijk: D. compressiceps, D. dimidiatus, D. kiwinge en D. strigatus.
D. compressiceps is goed te verkrijgen in de aquariumhandel. Deze prachtig gekleurde rover kan een lengte bereiken van ongeveer 25 cm, vrouwtjes blijven kleiner en zijn een stuk kleurlozer dan het mannetje op de foto. Deze vis heeft een lange, samengedrukte lichaamsvorm gelijkend op zijn niet verwante broer Petenia splendida uit Midden- Amerika. Deze vis is gebouwd om prooien te vangen. Met wat grotere medebewoners is de deze vis goed samen te houden in een Malawibak.
Door het gehele meer wordt deze vis aangetroffen. Vooral op de plekken waar de andere meerbewoners hun jongen lossen. Staan deze vissen tussen de rietkragen hun prooi op te wachten.
D. compressiceps is een echte visjager. Kleine vissen zijn zeker niet veilig bij deze predator! Tussen rietkragen en bosjes Vallisneria, op zijn kop staand al hij zijn prooi opwachten.
Deze vis is een echte visrover. Dit betekent dat zijn voorkeur uit gaat naar jonge vissen en andere dierlijke prooien. Een ideale vis om je overtollige nakweek aan op te voeren. In het aquarium is het een alleseter zowel diepvries en droogvoer wordt gretig genomen.
Niet moeilijk, in een groot aquarium zal dit vanzelf gaan. In de literatuur lees je dat het mannetje broedkuilen graaft, dit is in gevangenschap nog niet geconstateerd. Het mannetje zal beginnen met baltsen. Het vrouwtje gaat hier wel of niet op in. Daarom is het belangrijk dat er voldoende schuilplaatsen in het aquarium zijn waar de vrouw tot rust kan komen. D.compressiceps is een moederlijke muilbroeder een legsel kan bestaan uit ongeveer 80 jongen. Na enkele weken worden de jongen gelost en bij gevaar nog terug in de bek genomen. Eventueel zou je een broedend vrouwtje uit de bak kunnen vangen en kunnen loslaten in een uitzwemmer. Dit om het vrouwtje na het loslaten van de jongen weer op krachten te laten komen.
Een ruim bemeten aquarium zal deze grote vis goed doen, een kantlengte van minimaal 200 cm, ingericht met rotsformaties, open zandvlaktes en beplant met Vallisneria zullen deze vissen belonen met prachtig foerageer gedrag en nakomelingen. Deze vis kan paarsgewijs worden gehouden, maar beter is 1 man op meerdere vrouwen.