Stigmatochromis pleurospilus (TREWAVAS, 1935)

Tekst: Serge Spitters - foto: Serge Spitters
Etymologie: 

Vanuit het Grieks: Stigmatochromis verwijst naar het vlekkenpatroon (stigma). Pleurospilus heeft een vergelijkbare betekenis. Pleuro = zijde, spilus = stippen/vlekken.  

Referentie: 

Maréchal, C. 1991 Stigmatochromis. p. 463-464. In J. Daget, J.-P. Gosse, G.G. Teugels and D.F.E. Thys van den Audenaerde (eds.) Check-list of the freshwater fishes of Africa (CLOFFA). ISNB, Brussels; MRAC, Tervuren; and ORSTOM, Paris. Vol. 4.  

Literatuur: 

Ad Konings, Back to Nature Gids voor Malawi cichliden 2e oplage 2003. Ad Konings, Malawicichliden in hun natuurlijke omgeving, 4e oplage 2009.  

Beschrijving: 

De soort is een predator, maar ééntje die - voor een Malawi-rover - relatief klein blijft. De mannen worden 22 cm groot, de vrouwtjes blijven wat kleiner. Wat betreft de kleuren lijkt de vis erg veel op Mylochromis gracilis, maar heeft wel een heel andere, minder spitse, kop en is minder afgeplat. De vis heeft een zilvergrijze grondkleur, die bij de mannen op latere leeftijd, en in het broedseizoen, minder zichtbaar wordt. De onderste helft van de vis wordt dan geel, de bovenste blauw. In de vinnen is bij S. pleurospilus een complex en fraai en vlekkenpatroon met blauw en geel zichtbaar. Zowel man als vrouw vertonen een marginale geel/witte rand in de bovenste vinnen. De vrouwtjes zijn een stuk kleurlozer en vertonen, net als jonge/onderdrukte, mannen enkele onregelmatige, vrij grote vlekken op de flanken.  

Herkomst: 
Malawimeer  
Verspreiding: 

Komt alleen voor bij Mdoka, in het noordwesten van het Malawimeer.  

Gedrag: 

De vis zwemt graag, maar is rustig en tolerant naar andere soorten. De mannen verdragen elkaar echter niet. In het Malawimeer maakt het mannetje een flinke burcht waar de eitjes afgezet moeten worden (tot een meter doorsnee!), in het aquarium wordt volstaan met een kuil, waarbij wel flink wat zand versjouwd wordt. Tijdens het broedseizoen wordt wel een territorium vrijgemaakt. S. Pleurospilus schiet pijlsnel op zijn prooi af, die uit kleine/jonge visjes bestaat. In het aquarium van ondergetekende was de soort in het halfwas stadium wat bijterig naar andere soorten toe, maar het bleef bij een enkele keer happen, en leek dus vooral op aftasten en nieuwsgierigheid.  

Voedsel: 

Zoals gezegd, dit is een rover, maar zoals de meeste Malawicichliden zijn ze niet kieskeurig. In het aquarium doen ze het dan ook prima uitstekend op granulaat, garnalen en andere kleinere schaaldieren. Om aan de eiwitbehoefte te voldoen zijn bv. kleine (diepvries) visjes een goede aanvulling. Jonge of kleine visjes in het aquarium zijn uiteraard niet veilig voor ze.  

Stigmatochromis pleurospilus vrouwtje met een garnaal

 

Kweek: 

Zoals alle endemische Malawicichliden, is dit ook een materale muilbroeder. Echter, in tégenstelling tot de meeste andere Malawicichliden, is deze soort niet bijzonder vlot na te kweken en veel kweekverslagen zijn er dan ook niet. Het lijkt vooralsnog vooral een kwestie van geduld, en nestjes zijn niet al te groot (enkele tientallen stuks). Ze groeien langzaam, en mannen komen pas vrij laat op kleur. Wildvang exemplaren gaan wellicht pas enkele jaren na uitzetten in het aquarium ‘aan de leg’.  

Aquarium: 

600 liter of meer. De kantlengte mag echter niet té klein zijn (minimaal 160 cm), omdat de vis behoorlijk zwemlustig is. Een zandbodem is een vereiste, met wat rotspartijen.

Stoplicht: 
Groen
Herkomstgebied: