Cleithracara maronii STEINDACHNER 1881

Tekst : Gert Blank/John Lugthart
Etymologie: 

“Cleithr” komt van het Griekse woord kleithron, wat sluiten betekent. Acará  staat voor het verzamelnaam die gebruikt wordt voor cichliden in Zuid Amerika. Maronii is genoemd naar de vindplaats van de holotype.

Referentie: 

Kullander, S.O. and H. Nijssen, 1989. The cichlids of Surinam: Teleostei, Labroidei. E.J. Brill, Leiden, The Netherlands. 256 p. (Ref. 26372)

Literatuur: 

Hardman, M., L. M. Page, M. H. Sabaj, J. W. Armbruster, and J. H. Knouft, 2002 - Ichthyological Exploration of Freshwaters 13(3): 225-238
A comparison of fish surveys made in 1908 and 1998 of the Potaro, Essequibo, Demerara, and coastal river drainages of Guyana.

Beschrijving: 

De Cleithracara maronii is in 1881 door Steindachner beschreven als Acara/Aequidens maronii.
Cleithracara maronii heeft de bijnaam Sleutelgatcichlide, omdat de vis een patroon op de flank heeft zitten, wat gelijkenis vertoond met een sleutelgat. De Cleithracara maronii wordt 11cm SL groot, SL staat voor Standard Length, dit houdt in dat de vis gemeten wordt vanaf de voorzijde van de kop tot aan de staartaanzet.

Foto: Gert Blank

Herkomst: 
Guyana, Suriname, Frans Guyana, Venezuela en Trinidad
Verspreiding: 

De Cleithracara maronii is beschreven vanuit de Maroni rivier in Frans Guyana. De verspreiding van de soort ligt in Frans Guyana, Guyana, Suriname en in de Orinoco Delta in Venezuela en het eiland Trinidad. De Habitat van de Cleithracara maronii bestaat vaak uit stilstaande of langzaam stromende zwartwater kreekjes in de zijtakken van de hoofdrivieren. Er is veel informatie beschikbaar over de habitat en de vissoorten die samenleven met deze soort. De vis deelt haar habitat met de soorten zoals;  Krobia guianensis, Apistogramma steindachneri, Nannostomus beckfordi, Moenkhausia collettii etc.

http://www.nvcweb.nl/video/zuid-amerika/maroni-rivier-frans-guiana

Gedrag: 

Cleithracara maronii is van nature een zeer rustige cichlide. Enigszins wat schuw, maar anderzijds kunnen ze ook zeer nieuwsgierig zijn. Door hun rustige gedrag is de soort prima in een groepsverband te houden, maar ook koppelgewijs is dit prima te doen. Wel is het aan te raden om de Cleithracara maronii niet met agressieve medebewoners te houden. Zoals eerder vermeld, kan de soort schuw zijn. Dit wordt dan geuit in de vorm van een stress-tekening tot zelfs het bijna compleet zwart worden. Houdt men ze samen met rustige soorten, dan is het een pracht soort om te aanschouwen. Ook mede door zijn rustig gedrag, is de soort prima samen te houden met kleinere vissoorten.

Voedsel: 

Alleseter, vrijwel alle voersoorten zullen geaccepteerd worden. Het is een soort die graag aan het foerageren is naar voedsel.

Kweek: 

Kweek bij deze soort is redelijk eenvoudig. Zodra er een koppel gevormd is uit een groep, zullen ze onder de juiste omstandigheden redelijk snel overgaan tot het afzetten van eitjes. Tijdens de broedperiode is het zwarte patroon van de sleutelgat erg goed zichtbaar en daarnaast de zwarte band rondom de kop ook. De soort zet eitjes af op een vlak oppervlakte. Tijdens de broedperiode zullen beide ouderdieren zich bekommeren om hun kroost. 

Hier een video van een koppel Cleithracara maronii met hun kroost, in de bak van Vincent van der Meij.

Aquarium: 

Voor de Cleithracara maronii is een aquarium met de lengtemaat van 120 cm wel het minimum voor een klein groepje. Een koppel zou men vanaf een aquarium van 100 cm kunnen huisvesten.  Als inrichting kan men het beste kijken naar hoe de soort in zijn natuurlijke habitat leeft. Dit houdt in dat het zandbodem van de bak prima bezaaid kan zijn met bladstrooisel, stukjes hout maar ook beplanting zoals Cabomba, Marsilea, Pistia en Tonina fluviatilis. Ook het gebruik van soorten Echinodorus en waterlelie is prima te doen voor de soort. Het water kan men het beste iets aanzuren, al zal de soort op een neutrale pH ook prima gedijen. Het watertemperatuur kan men het beste houden op 25 tot 28 graden Celsius.

Stoplicht: 
Groen
Herkomstgebied: 
synoniemen: 

Acara maronii, Steindachner 1881

Aequidens maronii, Steindachner 1881