Neolamprologus sp. "Walteri"

tekst: Bart Jansen - foto: Bart Jansen
Etymologie: 

Uitleg voor de geslachtsnaam, die in het leven werd geroepen door Schilthuis bij de beschrijving van Lamprologus congoensis:  Schilthuis heeft, zoals destijds gebruikelijk, geen verklaring gegeven voor de naam Lamprologus. Aangenomen wordt echter dat zij een combinatie voor ogen had die uit twee woorden bestond. "lampros" betekent "glanzend", terwijl "logus" de verlatijnsde versie is van "logos". Logos in dit verband te verklaren als een verbastering van logisch. Kennelijk vond zij het logisch dat de flanken van L. congoensis schitteren in het zonlicht.

Referentie: 

Literatuur: 

Ad Konings, "Cichlids Yearbook Volume 3, Cichlid press; 1993; pp. 6-13.  

Beschrijving: 

Cichlide uit het brichardi-complex, kan tot 9 cm. worden. De ogen zijn helderblauw en onder het oog is een dunne iriserend-blauwe lijn zichtbaar. Deze vissen hebben verlengde vinstralen aan de uiteinden van de vinnen. De langere vinstralen zijn donker tot zwart gekleurd, evenals de randen van de vinnen. De borst- en buikvinnen en de onderzijde van de staartvin kleuren bij beide geslachten zeer donker indien de vis in opgewonden toestand verkeert. Mannetjes worden even groot als vrouwtjes, uiterlijk zijn er geen kenmerkende verschillen. Het geslachtsonderscheid is het eenvoudigst te zien aan het broedgedrag (zie bij "kweek"). Een geoefend oog kan de geslachtspapillen inspecteren. Volgens Ad Konings is deze vis een geografische variant van N. falcicula. De jongen van deze vis vertonen echter geen blauwe en gele kleuren zoals bij N. falcicula. Ook zou N. sp "Walteri" is grote groepen gevonden worden, in tegenstelling tot N. falcicula.  

Herkomst: 
Tanganjikameer  
Verspreiding: 

Langs de kust van Tanzania aan de noordelijke oostkust van het Tanganjikameer.  

Gedrag: 

Zoals alle Lamprologinen van het brichardi-complex, zijn dit kolonievormers. Binnen de soort is er doorgaans weinig agressie, zolang de vissen al langere tijd in elkaars omgeving vertoeven. Naar andere soorten toe kunnen deze vissen echter sterke agressie tonen. Doordat ze in het aquarium ook een kolonie vormen als een koppel aan het kweken is geslagen, kan dit ertoe leiden dat er een flink territorium gevormd wordt. Andere vissen worden daaruit verjaagd. Konings bechrijft dat deze vis zich steeds in de buurt van stenen ophoudt, en er niet verder dan 10 cm. boven zwemt. In het aquarium is dit ook zichtbaar; de vissen nemen niet snel voedsel op van het wateroppervlak. In gevangschap geboren jongen lijken daar overigens minder moeite mee te hebben.

Voedsel: 

Deze vissen eten graag kleine insectenlarven, kreeftachtigen en andere kleine dieren die in het water worden aangetroffen. In het aquarium zijn het zeer makkelijke eters. Op een menu van Cyclops, Artemia-naupliën, zwarte muggenlarven, cichlidenvlokken en spirulinavlokken gedijen ze goed en komen ze ook tot nakweek.  

Kweek: 

Neolamprologus sp. 'Walteri'' is een holenbroeder. Man en vrouw zoeken een ruimte tussen stenen uit .Ze richten zo mogelijk het hol naar smaak in door zand en/of steentjes te verwijderen. Vervolgens worden er tussen de 10 tot 50 donkergroene eitjes tegen een schuine wand of het dak van het hol gelegd. Het vrouwtje blijft in het hol of dicht in de buurt daarvan. Het mannetje verblijft verder van het hol. Zodra de eitjes uitgekomen zijn teren de jongen nog korte tijd op hun dooierzak, waarna ze in de buurt van het hol, zeer dicht tegen de stenen, voorzichtig de omgeving verkennen. Ze happen naar door de stroming aangevoerde voedseldeeltjes, en nemen Artemia-naupliën goed op. Ook stofvoer wordt snel gegeten. De jonge vissen worden nog lange tijd in de omgeving van de ouders getolereerd. Vaak zijn er meerdere generaties nakomelingen tegelijk aanwezig.  

Aquarium: 

Wanneer een kweek beoogd wordt, is een aquarium van 80 cm. lang voor een bestaand koppel voldoende. Liggen de vissen elkaar minder goed, dan bleek een aquarium van 1.20 nog te klein. Indien zich in de Tanganjika-gezelschapsbak een kolonie vormt, moet rekening gehouden worden met het risico dat het territorium van de hele groep tot zeker één meter groot kan worden. Het aquarium is bij voorkeur dus een stuk ruimer.

Stoplicht: 
Groen
Herkomstgebied: