Lepidiolamprologus attenuatus (STEINDACHNER, 1909)
Uitleg voor de geslachtsnaam, die in het leven werd geroepen door Schilthuis bij de beschrijving van Lamprologus congoensis: Schilthuis heeft, zoals destijds gebruikelijk, geen verklaring gegeven voor de naam Lamprologus. Aangenomen wordt echter dat zij een combinatie voor ogen had die uit twee woorden bestond. "lampros" betekent "glanzend", terwijl "logus" de verlatijnsde versie is van "logos". Logos in dit verband te verklaren als een verbastering van logisch. Kennelijk vond zij het logisch dat de flanken van L. congoensis schitteren in het zonlicht. Attenuatus = slank
Steindachner, 1909. Anzeiger der kaiserlichen Akademie der Wissenschaften, Mathematisch-naturwissenschaftliche Klasse 46 (26); p 445
Konings, Ad: Back to Nature gids voor Tanganyika cichliden.
Slanke bouw, de basis kleur is beige met daarop een blauwe glans. Herkenbaar zijn de donkere stippen op de flanken, die in de broed periode nog duidelijker aanwezig zijn. De mannetjes worden groter en zijn donkerder gekleurd dan de vrouwtjes.
Komt voor in het gehele meer, maar ontbreekt in het noordelijkste gedeelte daarvan.
Erg mooie vis, die weinig eisen stelt. één die eigenlijk wel bij elke andere Tanganyika-cichlide past, mits het "voer dieet" het toelaat.
In het meer eten ze voornamelijk ongewervelde en kleine vissen, maar in het aquarium voldoen diepvries voeders zoals Mysis, krill, cyclops, witte muggenlarven, garnalenmix en droog voeders als cihlidenkorrels en cichlidenvlokken prima.
De kweek gaat, als de waterwaarden goed zijn redelijk snel. De eieren worden tegen de zijkant van een rots of in het aquarium ook wel in slakkenhuizen afgezet en vel bewaakt. Je kunt ze zowel als koppel, harem (1 man met meerdere vrouwen) of groep (2 mannen met meerdere vouwen) houden. Als je een groep wilt houden moet daar wel de bakruimte voor zijn.
Zorg voor voldoende holen in de vorm van stenen en voor zand.
