Altolamprologus fasciatus (BOULENGER, 1898)

tekst: Matthijs Meindertsma - foto: Matthijs Meindertsma
Etymologie: 

De geslachtsnaam is samengesteld: "Alto" staat voor hooggebouwd. Uitleg voor de geslachtsnaam, die in het leven werd geroepen door Schilthuis bij de beschrijving van Lamprologus congoensis:  Schilthuis heeft, zoals destijds gebruikelijk, geen verklaring gegeven voor de naam Lamprologus. Aangenomen wordt echter dat zij een combinatie voor ogen had die uit twee woorden bestond. "lampros" betekent "glanzend", terwijl "logus" de verlatijnsde versie is van "logos". Logos in dit verband te verklaren als een verbastering van logisch. Kennelijk vond zij het logisch dat de flanken van L. congoensis schitteren in het zonlicht. De soortnaam "fasciatus" verwijst naar de strepen.  

Referentie: 

Boulenger, 1898. Proceedings of the Zoological Society of London; p 494 and in: Transactions of the Zoological Society of London 15 (1); p 7  

Literatuur: 

Konings, Ad: Back to Nature gids voor Tanganyika cichliden.  

Beschrijving: 

Spitse vis met een slankere bouw als zijn neefjes van het geslacht Altolamprologus. De grondkleur is wit met daarop een blauwe gloed, over de zijvlanken hebben ze 9 donkere dwars banden. Op de kieuwdeksels hebben ze kleine gele stippen, die bij de mannen duidelijker aanwezig zijn als bij de vrouwtjes. De mannen worden ong 15 cm.  

Herkomst: 
Tanganjikameer  
Verspreiding: 

Wordt in de meeste delen van het meer aangetroffen. Echter (nog) niet in de noordelijkste delen van Burundi en Kongo.  

Gedrag: 

Leuke niet moeilijk te houden vis. Erg vreedzaam tegenover andere vissen, binnen de eigen soort willen de mannen onderling nogal eens  behoorlijk etteren, daarom kun je het beste 1 man met 1 of meerdere vrouwen houden.

Voedsel: 

In het meer eet deze soort voornamelijk kreeftachtigen en kleine vissen. Het zijn erg snelle rovers, en zullen zodra ze kans krijgen graag jongen van andere vissen versmaden. In het aquarium eten ze: Mysis, krill, cyclops, witte muggenlarven, garnalenmix en droog voeders als cihlidenkorrels en cichlidenvlokken.  

Kweek: 

De kweek lukt het best met 1 man en meerdere vrouwen, het mannetje zal met meerdere vrouwtjes zijn agressie niet op 1 vrouwtje maar dit op meerdere afreageren waardoor de agressie beter is verdeeld.De eieren worden afgezet in een hol waar alleen het vrouwtje in past, een slakkenhuis wil ook wel eens werken.

Aquarium: 

Zorg voor schuilmogelijkheden in de vorm van stenen. Plaats deze  zodat er voldoende holen en spleten ontstaan.

Stoplicht: 
Groen
Herkomstgebied: