Benitochromis finleyi (TREWAVAS 1974)
De naam Benitochromis is afgeleid van de naam van de rivier waarin het materiaal werd aangetroffen aan de hand waarvan Boulenger in 1901, de soort Pelmatochromis, batessii beschreef, te weten de Benito in Rio Muni., Chromis verwijst naar de vroegere benaming van cichliden., , finleyi, verwijst naar, de Amerikaanse aquariumhouder, een specialist in meervallen, die Ethelwyn Trewavas het typemateriaal toestuurde.
Lamboj, A. 2001 Revision des Chromidotilapia batesii/finleyi-Komplexes (Teleostei, Perciformes), mit der Beschreibung einer neuen Gattung und dreier neuer Arten. Verh. Ges. Ichthyol. 2:11-47.
,
Deze vis wordt maximaal ca 12 cm groot. Zoals bij de meeste Benitochromis-soorten hebben de vrouwtjes een zilverachtige zoom in de rugvin. Het lichaam heeft een zacht lichtgroene kleur. De, buik van het mannetje heeft een zachtrode kleur, die soms bij het vrouwtje ook waar te nemen is als ze zich bevind in de nabijheid van het mannetje., , De vinnen zijn tevens zacht lichtgroen gekleurd. De staartvin is afgerond. Deze Benitochromis was eerder bekend onder het synoniem Chromidotilapia fiinleyi Mungo.
West-Kameroen, Mungorivier.
Onderling aggresieve vis en is terrortoriumvormend.
Alleseter, diepvries en levend voer zoals muggelarven.
Ovofiele muilbroeder waarbij beide dieren de broedverzorging delen. De eieren worden afgezet op een glad oppervlak.
Kantlengte minimaal 120 cm