Tilapia brevimanus (Gunther, 1903)
Tekst en foto's: Joop Clement , ,
Foto 1: Volwassen man van T. brevimanus in broedkleed.
Het geslacht Tilapia , is onderverdeeld, in aantal onderfamilies, te weten;
Coptodon
Dageti
Heterotilapia
Neotrewavasia
Pelmatolapia,
Tilapia
Tilapia brevimanus valt onder de subfamilie Pelmatolapia. Andere soorten die eveneens tot deze subfamilie behoren zijn, Tilapia billineata, Tilapia busumana en Tilapia mariae.
,
Herkomst
Tilapia brevimanus komt voor in de midden en benedenstroomgedeelten van de kustrivieren Geba en Corubal in Guinea, en verder van Sierra Leone tot aan de Cess-rivier in Liberia. Mijn Tilapia brevimanus heb ik als een groep jonge dieren van liefhebbers uit Duitsland gekregen, waaruit ik uiteindelijk een kweekkoppel overgehouden heb. De overige exemplaren heb ik aan andere liefhebbers in Nederland afgegeven.
, Foto 2: Verspreidingsgbied van T. brevimanus.
Kleur/lichaamsbouw, , , , , , , , ,
De mannelijke exemplaren vertonen een hoge, lichaamsbouw en hebben lange puntig uitlopende rug- en borstvinnen. Volwassen vrouwelijke dieren zijn licht messinggeel met verticale streepvorming over het lijf. Het mannetje is minder intensief gekleurd, waarbij de kleur meer naar het grijs/olijfgroene neigt. , Niet in paaistemming en bij stressvorming ontstaan verticale banden op het lijf. Jonge vissen hebben eveneens deze gebandeerde tekening met de typische Tilapiavlek in de rugvin. De afmeting van volwassen mannetje zal ongeveer 20 cm zijn , en het vrouwtje is kleiner en is minder hoog gebouwd.
,
Aquarium ervaringen
De kantlengte van het aquarium die je minimaal nodig hebt , om deze soort goed te kunnen houden, begint vanaf 150 cm met een diepte van minimaal 50 cm. De hoogte van het aquarium is niet zo heel erg belangrijk, maar 50 cm hoogte is aan te bevelen.. De bodembedekking die je het beste kunt gebruiken is rivierzand met verschillende korrelgrootte, rivierkeien en enkele stronken hout. Je kunt het aquarium licht beplanten met verschillende harde plantsoorten uit bijvoorbeeld het geslacht Anubia. Deze vissen zijn geen specifieke planteneters. Graafneigingen vertonen zij alleen bij het creëren van een paaiplek. Waterwaarden zijn niet echt van belang. In de natuur voeden zij zich met insecten en kreeftachtigen . In gevangenschap kan men volstaan met droogvoer in de vorm van vlokken of korrels, en diepvries- en levendvoer. Omdat mijn Tilapia brevimanus met meerdere Tilapiasoorten tesamen in een bak gehouden worden voer ik ook regelmatig sla en/of andijvie., Waarbij ik moet aantekenen dat Tilapia brevimanus heeft hiervoor totaal geen belangstelling heeft. Mijn vissen tonen weinig agressiviteit naar andere soorten toe en is dus goed in gezelschap van andere West afrikaanse soorten te houden. Als bijvissen kan men kiezen voor Afrikaanse zalmen, barbelen en killivissen, die , zonder probleem tesamen houden.
, Foto 3: Stel T. brevimanus in normaalkleed.
Kweek
Tilapia brevimanus zijn substraatbroeders met voorkeur voor holen en gaten. Mijn Tilapia’s werden op een lengte van 15 cm (mannetje) en vrouwtje 12 geslachtsrijp en gingen zij al over tot eiafzetting. , Zoals de meeste Tilapia’s stelt ook deze geen specifieke eisen aan het water , waarin zij leven. Qua watertemperatuur zijn ze het beste bij 25 graden Celcius te houden. Wanneer de vissen in voortplantingstemming komen, worden de kleuren intensiever en , krijgen zij horizontale streepvorming over het lijf. Het vrouwtje wordt vervolgens messinggeel. De vissen zoeken vervolgens een goede plek in het aquarium op, zie zij zorgvuldig beginnen schoon te maken om hierna op een schoon afzetsubstraat de eieren af te zetten. Dit schoonmaken kan gepaard gaan met behoorlijk graafwerk. Bij mij werd een hol gecreëerd onder keien en hout. De eieren worden op een verticale vlak van de steen afgezet. Het mannetje verdedigd voornamelijk de omgeving en het vrouwtje het legsel. Het legsel komt ongeveer na 3 tot 4 dagen uit en de larven worden de eerste dagen in een broedkuil bewaakt worden door beide ouders. Het legsel, bestaat uit enkele honderden eieren. Na een aantal dagen gaan de van larven tot visjes omgevormde jongen vrij zwemmen en kan er direct al met fijngewreven stofvoer of artemia-naupliën gevoerd worden.
Foto 4: Man van T. brevimanus in broedkleuren.
Beide ouders bewaken de omgeving en de jongen. Omdat het ouderpaar met jongen in gezelschap zwommen van andere Tilapia en Hemichromissen heb ik deze deels verwijderd om deze apart op te kweken. Naarmate de jonge vissen groeien kan het voer aangepast worden in de vorm van cyclops en grover droogvoer. Veelvuldig geef ik fijngewreven spirulinavlokken. De jongen groeien voorspoedig en konden aansluitend weer aan andere liefhebbers worden afgegeven, om deze soort weer voor de hobby te bewaren.
Foto 5: Vrouwtje van T. brevimanus tijdens de broedzorg.
Foto 6: Jonge exemplaren van T. brevimanus.
Literatuur
Lamboj, A. (2004), Die Cichliden des westlichen Afrikas. Blz-69,70