Reganochromis calliurus (BOULENGER, 1901)
Het (monotypische) genus is vernoemd naar de Britse bioloog C. T. Regan. Calliurus refereert naar de staartvin.
Maréchal, C. and M. Poll 1991 Neolamprologus. p. 274-294. In: J. Daget, J.-P. Gosse, G.G. Teugels and D.F.E. Thys van den Audenaerde (eds.) Check-list of the freshwater fishes of Africa (CLOFFA). ISNB, Brussels; MRAC, Tervuren; and ORSTOM, Paris. Vol. 4.
Tanganyika cichlids in their natural habitat, A. Konings, 1998
Back to Nature gids voor Tanganyika cichliden, 2e oplage, A. Konings, 2005.
Lange, slanke cichlide die eigenlijk volledig zilvergrijs gekleurd is maar door middel van de reflectie van het licht op de flanken een lichtpaarse gloed krijgt. Aan de bovenzijde van de rugvin loopt een dunne zwarte streep. De soort wordt ongeveer 15 cm groot, waarbij de mannen iets groter worden als de vrouwen. Het lichaam van deze soort heeft veel weg van het geslacht , maar de kop heeft juist weer de agressieve uitstraling van Lamprologus ocellatus.
Komt in het gehele Tanganyikameer voor.
Een rustige, bijna timide soort. Deze cichlide zal voor vrijwel alle andere soorten opzij gaan en is dus absoluut niet geschikt voor drukke aquaria of aquaria met agressieve medebewoners. Hoewel de soort graag boven een zand- of modderbodem zwemt en daar naar voedsel zoekt, wordt een donker hol zeer op prijs gesteld. Reganochromis calliurus wordt in het Tanganjikameer doorgaans in kleine groepen of koppels aangetroffen.
Ongewervelden en kleine vissen. In het aquarium wordt droogvoer gretig gegeten.
Deze biparentale muilbroeder is niet makkelijk na te kweken. De juiste omstandigheden (zeer schoon water en een rustig aquarium met donkere holen) zijn essentieel. De jongen zullen om de beurt door beide ouders in de bek uitgebroed worden, waarbij de larven regelmatig van de ene naar de andere oudervis overgegeven zullen worden. De hoeveelheid nageslacht per keer kan vrij groot zijn voor muilbroeders (tot ongeveer 60 stuks).
Vanaf 120 cm voor een koppel. Voor een groep is een aanmerkelijk grotere bak nodig, aangezien de dieren er niet van houden om dicht op elkaar te zitten (behoudens de interacties met de partner)
