Chalinochromis popelini (BRICHARD 1989)
Vernoemd naar Emile Popelin, een belgische officier die stierf op de Tanganyikaanse kust in 1881
Brichard, Pierre, 1989. "Pierre Brichard's book of cichlids and all the other fishes of Lake Tanganyika - Chalinochromis popelini". TFH Publications. pp. 284-287
www.cichlidae.com
Cichliden Lexikon, Teil 1: Buntbarsche des Tanganjikasees;, Hans-Joachim Herrmann, 2002
Lijkt nog het meest op een bleke Julidochromis ornatus, met als verschil dat C. popelini wat groter is en een lichte bult op de kop heeft. De kleur is overwegend grijs met een blauwe rand langs de vinnen. Over het lichaam lopen 3 zwarte banden in de lengte. Wordt maximaal 12 cm. Het mannetje wordt groter dan het vrouwtje, verder geen uiterlijke geslachtskenmerken
West-kust van het meer, in Congo
Net zoals Julidochromis soorten agressief naar soortgenoten. Het beste begint men met een kleine groep jonge dieren (5-6) en laat daaruit een koppel vormen. Alleen in grote bakken (>1.50m) is het mogelijk meerdere koppels te huisvesten.Is verder een uitgesproken rotsbewoner die zich graag ophoud in de holen en spleten tussen de stenen. Is verder een uitgesproken rotsbewoner die zich graag ophoud in de holen en spleten tussen de stenen. Rustig naar andere soorten.
Kleine ongewervelden die tussen de Aufwuchs worden gevonden
Indien zich eenmaal een koppel heeft gevormd is de kweek eenvoudig. C. popelini is een substraatbroeder, en de eitjes worden afgezet in een holletje. Het nest kan meer dan 100 eitjes bevatten. De jongen kunnen gevoerd worden met met fijngewreven droogvoer of stofvoer. Ook Artemia-naupliën worden goed gegeten.
Voor een koppel kan een aquarium van 80cm volstaan, indien men meer dan 1 koppel wil huisvesten zal men moeten uitwijken naar een groter (1.50m) aquarium. Het aquarium dient ingericht te worden met stenen. Planten worden met rust gelaten. Het dieet van kleine ongewervelden die gevonden worden in de Aufwuchs maakt deze soort een uitstekende medebewoner voor een groep Tropheus.