Pterophyllum scalare (LICHTENSTEIN, 1823)

tekst: Alex Becker - foto: Roelof Eringa
Etymologie: 

Pterophyllum komt uit het Grieks: vleugelblad, scalare uit het Latijn: ladder, met een beetje verbeelding zijn in het strepenpatroon de treden van een ladder te zien.  

Referentie: 

Lichtenstein, M.H.C., Verzeichnis der Doubletten des Zoologischen Museums der Koeniglichen Universität zu Berlin nebst beschreibung vieler bisher unbekannter Arten von Säugethieren, Voegeln, Amphibien und Fischen, Berlin; p 114.  

Literatuur: 

Elk aquariumboek besteed aandacht aan deze vis.  

Beschrijving: 

Het geslacht Pterophyllum bestaat uit drie soorten: P. altum, P. leopoldi en P. scalare, die wel het meest bekend is in de aquaristiek. De laatste jaren zie je steeds meer importen van de P. altum. De P. leopoldi blijft echter een zeldzaamheid. Ieder heeft in zijn loopbaan als aquariaan weleens P. scalare (maanvis) gehouden en deze vis is ook niet meer weg te denken uit de liefhebberij. Inmiddels wordt maanvis in de vele kleurvarianten en sluiervormen gekweekt. Op de bovenstaande foto is de originele wildvorm te zien. De maanvis wordt inclusief vinnen 25 cm hoog en 15 cm lang. Een enkel paartje kan je al houden in een relatief kleine, doch hoge beginnersbak. Maanvissen komen echter beter tot hun recht als zij in een groep gehouden worden in een ruime bak met een minimale hoogte van 50 cm.  

Herkomst: 
Zuid-Amerika  
Verspreiding: 

Brazilië, in de rivier de Amazone en de zijtakken hiervan.  

Gedrag: 

Een rustige vis die goed te houden is in een gezelschapsbak met andere bewoners uit de Amazone. Let wel op: als de maanvissen op formaat komen willen zij zich ook wel eens vergrijpen aan een schooltje neon tetra’s! Hou hier dus rekening mee.  

Voedsel: 

De maanvis is een alleseter. Levend voer, diepvries en droogvoer wordt met graagte genomen. Om de vissen in kweekconditie te krijgen is een gevarieerd dieet gewenst.

Kweek: 

Niet moeilijk. Al is het geslachtsonderscheid tussen man en vrouw eigenlijk pas te zien als zij gaan afzetten. De legbuis van het vrouwtje is een stuk groter dan de geslachtpapil van de man. Het mooist is om een groep maanvissen te laten opgroeien. Uit deze exemplaren zullen zich vanzelf paren gaan vormen. Ze graven niet en laten de planten met rust, wel vertonen zij territoriumgedrag in de broedperiode. Het blijven natuurlijk wel cichliden! Na het poetsen van een plantenblad of een stuk kienhout worden er enkele honderden eieren afgezet. Deze worden door beide ouders bewaakt en na het uitkomen van de eieren verzorgd. Het opfokken van de jongen gebeurt op de gebruikelijke manier. Slootinfusie, pekelkreeftjes en stofvoer kunnen als voer gegeven worden. Als de jonge maanvissen groot genoeg zijn eten zij gewoon met de pot mee.

Aquarium: 

De grootte van het aquarium is afhankelijk van het aantal manen dat gehouden gaat worden. Een groepje maanvissen laat zich het best huisvesten in een aquarium van minimaal 120 cm. kantlengte met het liefst een hoogte van 60 cm. De bak mag flink beplant zijn. Daarnaast wordt de aanwezigheid van stukken kienhout om de wortels en stronken van de rivieroevers te imiteren door de vissen gewaardeerd. Dit maakt dat de vissen zich bij "gevaar" tussen de planten en het kienhout kunnen terugtrekken. Temperatuur mag tussen de 24 en 28 graden Celsius liggen.

Stoplicht: 
Groen
Herkomstgebied: