Reisverslag Colombia 2015 van Ernst van Genne deel 8
Rio Atapabo
Het pad gaat richting vliegveld van Iniridae; toch zitten we er uiteindelijk hemelsbreed een aantal kilometers vandaan.
Bij Leonel zitten een aantal duizenden legkippen in grote uitloophokken. Hij vertelde dat het met de visvangst niet meer zo goedgaat als een paar jaar geleden. Dat heeft hem doen besluiten om meer inkomsten te gaan genereren. Kippen kun je eten, ze leggen eieren en mensen hebben ze altijd nodig is zijn uitgangspunt.
Ach, het ruikt een beetje, het stinkt niet echt en als je er langs loopt word je begeleidt door wat (paar duizend) tokkelende kipjes.
Op zijn terrein zijn wel diverse visvijvers, met sommige boordevol vis terwijl andere vijvers zit nauwelijks vis bevatten.
Visvijvers op de finca
Toch als je er langs loopt zie je zomaar Pt. altum wegschieten of Uaru fernandezyepezi of Laetacara fulvipinnis, of diverse Apistogramma soorten. Er stroomt ook een klein riviertje langs zijn Finca. Daar heb ik eens met een paar handnetten doorheen geroerd. De vangst bestond uit Apistogramma sp. "breitbinden", oftewel Apistogramma piaroa.
Apistogramma piaroa
En het waren er niet weinig; klein, groot, we vangen er genoeg in de loop van de dagen. Want als we even zin in wat Apisto's vangen hebben staan we weer bij de schier onuitputtelijke sloot.
Vissen vangen bij de Finca van Leonel
Er zwemmen Crenicichla's, meervalletjes en bijlzalmen, het is er heel mooi èn we hebben nergens last van, geen druk verkeer, geen buren, echt in "the middle of knowhere".
Slapen kunnen we in een mooie grote ruimte. De hangmatten zijn snel geplaatst en 's-morgens hebben we ze in tien minuten weer opgeruimd, waarna we aan het ontbijt kunnen beginnen. Wat dacht je van gebakken eieren zoveel als je je wilt?
De hangmatten zijn snel geplaatst.
In iniridae is een goed restaurant waar we een paar jaar geleden ook regelmatig gegeten hebben. Ernaast is een hotel, maar gelukkig hadden wij ons eigen plekje. Dat is het voordeel met dit netwerk. Ik meen dat Leonel ons al een jaar of 5 begeleidt en dat scheelt heel veel in dit soort landen. Hij zal er beslist goed aan verdienen, maar dat mag ook wel, gezien de moeite die hij doet en de gastvrijheid die hij verleend.
Waar vind je nou een plek waar je zomaar een aantal mensen een anderhalve week laat slapen. En wij vinden het natuurlijk mooi om zo te mogen leven, direct in de natuur.
De slaapschuur.
De volgende dag hebben we plannen gemaakt. We gaan o.a. naar Canoe Cayman, (daar was Heiko Bleher ook al eens, gezien zijn website, bekijk die maar eens).
We gaan ook naar de Rio Atabapo en de Rio Guivare op, richting de zwarte bergen die overal staan afgebeeld. Hindernis is wel dat we over een paar watervallen moeten varen. Een voordeel is nu wel dat de benzine voor de motor nauwelijks wat kost want dat wordt in Venezuela gekocht. Royaal bood hij aan dat de brandstofkosten voor zijn rekening zijn......( zo kan ik het ook. Maar een kniesoor die daar op let; we gaan hopelijk een mooie tijd tegemoet.
de volgende dag zouden we op tijd vertrekken, ach ja.... wat is tijd in Colombia. De taxi kwam maar niet... en het duuuurde en het duuuurde..
Het werd niet om 8:00 uur in Iniridae, want om 11:30 uur waren we onderweg. We gingen in de tussentijd maar Apisto's bij de Finca vangen.
Behalve dat de taxi te laat was gebeld, kwam hij ook nog vast te zitten in het mulle zand op weg naar de Finca. Nou ja, op weg, die was dus nog niet klaar, vandaar dat mulle witte zand. Om 13:45 uur lagen we in de haven van Iniridae.
Haven van Iniridae
De douane nam nog eens 45 minuten lang om onze paspoorten te bestuderen, want op toeristen is Iniridae gelukkig nog niet ingesteld.
Ondertussen zaten wij rustig in ons bootje te wachten in de haven van Iniridae. De hele folklore van een haven gebeurde voor onze neus.
Boten volgeladen met fruit, huisraad, vissen, gereedschap, het werd allemaal uitgeladen op vrachtwagentjes en werd dan naar de markt gebracht.
Het is nog droog...
Er volgde nog een fikse regenbui waarbij kinderen gingen schuilen onder een grote keukentafel. En zo ging de tijd toch nog vlot voorbij, met een biertje in de hand en de gedane boodschappen in de boot konden we rustig afwachten; we hebben tenslotte ook een beetje vakantie.
Haven van Iniridae in de regen
En warempel wordt om 15:00 uur de motor gestart en gaan we de Rio Guivare op, 4 uur later dan de planning, om de lezer maar een beetje een idee te geven hoe afspraken vaak verlopen in Colombia.
Alle leed is nu geleden, we nemen een biertje en proosten op een mooie reis. We gaan richting Rio Atabapo. Het is er gelukkig droog. Regen onder het varen is nat en vies en ondanks de hoge temperaturen word je toch koud.
Onderweg konden we zowaar patat en rijst eten, daar had Geovany aan gedacht. Heerlijk, buikje vol, biertje als toetje, het leven kan (ook) mooi zijn in Colombia. Het late vertrek zijn we alweer snel vergeten, dat is ook maar het beste, je moet er niet in blijven hangen anders heb je geen mooie tijd hier.
Met de boot op de Rio Atabapo
Het is vier februari. We hebben de nacht op een strandje doorgebracht in onze hangmat. Het opzetten leverde wat problemen op, want op één of andere manier had ik de touwen niet aan de goede takken vastgemaakt. De tak bleek aan de onderkant verrot, dus lag ik net zo gauw weer op de grond als ik erin gestapt was. Hilariteit alom....
Leonel heeft een andere paal gezocht, die goed ingegraven en ik bleef tussen hemel en aarde zweven (zoals het hoort) toen ik in mijn hangmat ging liggen. In de verte dreigde een donderbui, maar ik lag goed, lekker onder een plastic dakje. De volle maan bracht een mooi schouwspel, genieten, met een Aquila in de hand.
Het werd wat fris. Ik nam mijn jas erbij, daar werd het beter van. Toen ik 's-nachts even mijn biertjes moest wegtransporteren en ik weer in de hangmat klom bleek ik vlak boven een scherpe wortel te slapen. Maar goed dat ik niet op deze plek terechtgekomen was, dan was het niet goed afgelopen met mij....
Op vijf februari zijn we om 8:15h. na het ontbijt en de koffie weer verder gaan varen, stroomopwaarts van de Rio Atabapo. Het was de bedoeling om een aantal uren te varen maar we worden door ondieptes tegengehouden. Wat heel apart en bedreigend voor het milieu was is dat we regelmatig baggermachines van goudzoekers zagen. Niet best, grote bulten zand zagen we steeds vaker, drie jaar geleden waren die er ook wel, maar dat waren er misschien twee of drie.
De pest - Goudzoekers
Nu was dat heel anders; om de haverklap grote witte bulten zand als stille getuigen van de goudzoekers die het milieu vernietigen met kwik om het goud te binden wat in zeer kleine korreltjes op de zeven achterblijft. Behalve de kwikvergiftiging is er nog een ander probleem want het water wordt erg troebel van het segment wat losgewoeld wordt, omdat het zand van de bodem gezogen wordt.
We konden hier het hele scala van de Rio Atabapo vangen. Diverse Apistogramma's en zalmpjes kwamen in ons net. Chaetobranchius, A.uapesi, roodkoppen, kardinalen, Poecilebricon eques, N. trifasciatum.
Voordat we bij onze slaapplek kwamen stroomde er een klein riviertje bij de bivak van de goudzoekers. Leonel ging met hen praten en we kregen toestemming om daar te mogen vissen en filmen.
Het water was zeer helder. Er zwommen kardinalen, Heros liberifer, Hypselacara coryphenoides, Crenicichla regani, Dicrossus filamentosus. Als je eraan kwam snorkelen dan schoten ze wegtussen de wortels van de Balsaplanten/bomen die aan de oever stonden. Wachtte je even dan kwamen ze voorzichtig tevoorschijn en zwom je in een echt biotoop aquarium......Mooi dat ik mijn filmapparaat bij me had.
Apistogramma iniridae koppel
Heros liberifer