De overgangs biotoop
Tekst: Thijs Janzen
De overgangsbiotoop bevind zich net wat dieper dan de ondiepe rots biotoop en kenmerkt zich door een duidelijke overgang van een "rotsvlakte" naar een "zandvlakte". Hier vinden we bewoners terug die minder rotsgebonden zijn dan de bewoners van de ondiepwater rotsbiotoop en ook bewoners die zand gebruiken om "kuilen" te maken bovenop de rotsen om vrouwtjes aan te trekken. Deze combinatie van stenen en zand lijkt heel erg op de verhoudingen van stenen en zand die we vaak terugvinden in onze aquaria. Het zal dan ook geen verrassing zijn dat we ook veel soorten die we regelmatig terugvinden in onze aquaria in deze biotoop kunnen aantreffen.
Cyatopharynx foai man door Jennifer O. Reynolds
Typische bewoners:
Neolamprologus mondabus
Lamprologus caudopunctatus & leloupi
Neolamprologus tretocephalus & sexfasciatus
Neolamprologus toae, christyi, pectoralis, niger & obscurus
Julidochromis regani & ornatus
Lepidiolamprologus lemairii
Lepidiolamprologus attenuatus
Lobochilotes labiatus
Gnatochromis pfefferi
Petrochromis fasciolatus
Cyatopharynx furcifer & foai
Aulonocranus dewindti
Ophthalmotilapia heterodonta & nasuta
Cunningtonia longiventralis
Xenotilapia spilopterus
In het aquarium
De inrichting van het aquarium dient uit een aantal flinke stenen en een paar flinke zandvlaktes te bestaan. Afhankelijk van de bewoners kan men de nadruk wat meer op de rotspartijen of op de zandvlakte leggen. Bij bijvoorbeeld Cyatopharynx is het zaak niet teveel stenen te plaatsen, terwijl de neolamprologus soorten daarentegen vooral prijs stellen op rotsen. Aangezien deze biotoop geen vaste diepteverdeling heeft, en kan voorkomen op dieptes varierend van 5 tot 40m diepte, is er geen sluitend advies te geven over de hoeveelheid verlichting. In het algemeen kan een "normale" hoeveelheid verlichting zonder probleem worden gebruikt. Let er wel op dat veel van de boven beschreven bewoners een bak van een flink formaat nodig hebben!
Referenties
Konings, A., (1998) Tanganyika cichlids in their natural habitat.
Lamprologus caudopunctatus door Jennifer O. Reynolds