De modderbiotoop

Tekst: Thijs Janzen

De modderbiotoop vinden we terug op dieptes tussen de 10 en 50 meter. Bewoners gebruiken de modder om gangen of holletjes in te bouwen. Er is niet al teveel bekend over de modderbiotoop vanwege een aantal redenen: ten eerste is het nog niet gelukt om modder na te bootsen in het aquarium, en is het daarmee nog niet gelukt om "natuurlijk" gedrag te bestuderen. Het is vaak vrij diep, en niet al te licht op de plaatsen waar modderbewoners zich ophouden, wat observatie in het wild bemoeilijkt, nog afgezien van het vaak wat troebele water dat boven de modder te vinden is. De verschillende kleine Neolamprologus soorten bouwen tunnels in de modder, waarin ook de eitjes afgezet worden. De enige cichlide die ook leeft van de modder is Trichlachromis otostigma. Als aanpassing aan dit modderrijke dieet heeft T. otostigma een verlengd darmkanaal, iets wat we ook terugvinden bij de algeneters in het meer (Tropheus etc).

Typische bewoners:

Neolamprologus kungweensis
Neolamprologus signatus
Neolamprologus laparogramma
Limnochromis auritus
Triglachromis otostigma
Reganochromis calliurus
Xenotilapia nigrolabiata
Xenotilapia longispinis
Xenotliapia burtoni
Xenotilapia caudafasciata

In het aquarium

Tot nog toe is het nog niet gelukt om de consistentie van de "echte" modder na te bootsen in het aquarium. Gelukkig is dit ook niet strikt noodzakelijk om deze soorten een goed tehuis te geven. Om de gangen door de modder na te bootsen kunnen we pvc pijp(jes) gebruiken, en in het algemeen is een ruime hoeveelheid zand geen overbodige luxe.

Referenties

Konings, A., (1998) Tanganyika cichlids in their natural habitat.

Herkomstgebied: 
Type: