Tilapia sp. 'Mamfé'
Een nieuwe soort of wellicht toch Tilapia guineensis!
Door: M.C.W. Keijman
Afbeelding 1 Kopprofiel van Tilapia sp. 'Mamfé',
Het is 07.50 uur in de ochtend, en ik bevindt mij aan de oever van de Manyu River (5,757 ËšN en 9,3165 ËšO), gelegen aan de plaats Mamfé in de West Province te Kameroen. Na een relatief korte nacht zijn Uwe Werner en ik, onder behoedzame begeleiding van Philippe Djemba zo dicht als mogelijk met onze 4x4 naar de oever van de Manyu River gereden. Zo dicht als mogelijk is in Afrika veelal een rekbaar begrip, want we staan boven aan de berg en kijken naar beneden en zien in de diepte de rivier liggen. We parkeren onze auto en pakken onze spullen en lopen vervolgens onder veel bekijks (want veel blanken komen hier niet in dit deel van Kameroen) het gladde lemen pad naar beneden. Na deze soms moeilijk begaanbare beproeving te hebben doorstaan, komen we uiteindelijk onderaan bij de over van de tamelijk brede Manyu River. Opvallend, want ondanks de droge periode (we zijn hier begin april 2009) is deze rivier toch nog een opmerkelijke 50 tot 60 meter breed en meten we in het diepste deel nog een kleine meter water, wat gezien de periode nog aanzienlijk is. We zien aan de andere oever, dat ook daar, net als bij veel andere rivieren de oevers al door de inheemse bevolking beplant zijn met planten die als voedsel dienen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan mais en bananen. Maar gelukkig kunnen wij direct achter deze aanplant nog ongerept oerwoud zien.
Afbeelding 2 Manyu River - biotoop van T. sp. Mamfé
Dat geeft een goed gevoel, temeer omdat we al op veel plaatsen hebben moeten constateren dat het oerwoud moet wijken voor de vooruitgang. En dat is geen goede zaak! Omdat het nog redelijk vroeg is, hangt er in het dal waardoor de Manyu River stroomt nog mist. Dit geeft het geheel een hele aparte beleving. Wij lopen langs de over, waar vrouwen nu al bezig zijn om kleren te wassen, wat natuurlijk op de aloude wijze gebeurd (het insmeren van de kleren met zeep en deze dan vervolgens schoon slaan op een in het water gelegen steen) om te kijken wat er vanaf de kant zo al te zien valt. Wat ons opvalt is de donkere kleur van het water. Het water heeft een donkerbruin, ja zelfs bijna zwarte kleur waardoor je hooguit tot op een diepte van zo’n 20 cm kunt kijken. Alles wat daaronder is, is niet meer te zien. Philippe die hier vaker komt om vissen te vangen ( Philippe is van beroep een “Professionele siervis vanger”, kent hier goed de weg en zegt dat wij naar de overkant van de rivier moeten gaan om daar op zoek te gaan naar een aantal soorten waarvoor we hier gekomen zijn, namelijk Tylochromis sudanensis, Chromidotilapia guntheri en een nog onbeschreven Tilapia soort, die onder de naam Tilapia sp. Mamfé bekend staat.
In begin jaren ’90 was het de in 2003 gestorven Belgische Ichtyoloog Guy Teugels, die naar aanleiding van Historisch materiaal een taxonomisch overzicht verschafte van de vissen van het Cross River stroomgebied. Naarmate de hierop volgende jaren meer onderzoekers het gebied verkenden, kwam er steeds meer kennis over de vissen van dit specifieke stroomgebied dat tot dan toe eigenlijk een witte vlek in de Ichtyologie was. Er kwam die jaren ook steeds meer levende dieren uit die regio, waarvan de Tilapia waaraan dit artikel gewijd is, is er één van was.
Afbeelding 3 Overzichtskaart van het verspreidingsgebied van T. sp. Mamfé
Mijn allereerste kennismaking met deze soort betrof niet meer dan een plaatje in de “Bijbel” voor liefhebbers van West Afrika cichliden, namelijk het door Anton Lamboj geschreven boek “ Die Cichliden des westlichen Afrikas”. Dit boek is mijn inziens tot nu toe nog steeds, het enige waarin de meeste tot dan toe bekende soorten ( in de tussentijd zijn er inmiddels al weer een aantal nieuwe soorten beschreven) omschreven staan. Wellicht dat Anton in de toekomst een update van het boek zal maken want er blijven telkens nieuwe soorten ontdekt worden. In dit boek staat een foto afgebeeld (ook al is het slechte afbeelding) van deze soort. In de onderschrift bij de foto staat” Bij Tilapia sp. Mamfé handelt het zich of om een vorm van T.guineensis uit de Cross River of wellicht om een zelfstandige en wetenschappelijk nog onbeschreven soort. Deze onderschrift maakte het dat deze soort voor mij nog interessanter werd! Bij de in het boek aanwezige omschrijving van Tilapia guineensis staat als verspreiding West en Centraal Afrika, en dan met name in die rivieren die in de nabijheid van de kust liggen en veelal als brakwater rivieren aangemerkt kunnen worden. Dit duidt er direct op dat de zouttolerantie van Tilapia guineensis hoog tot zeer hoog moet zijn, want er zijn van deze soort zelfs exemplaren in puur zoutwater aangetroffen. Moleculair onderzoek op onder andere deze soort, in het kader van een gehele revisie van het geslacht Tilapia, welke momenteel wordt ondernomen door U.Schliewen en A.Dunz, beide werkzaam aan de Zoologische Staatssammlung te München, zal in de nabije toekomst gaan uitwijzen of deze soort een zelfstandige nieuwe Tilapia soort is, of een variant van de reeds beschreven Tilapia guineensis.
Afbeelding 3 Zojuist gevanh=gen T. sp. Mamfé (let op de extreem hoge rugvin)
Maar terug naar het verhaal: Deze foto uit het boek van Anton Lamboj bleef mij de daarop volgende jaren telkenmale intrigeren als ik door het boek heen bladerde. Dit bladeren geschiede voorafgaand aan mijn eerste reis naar Kameroen in 1996. In de planning die gemaakt werd voor deze reis stelde ik tevens een lijstje op met vissen die ik graag zou willen vangen en mee terug zou willen nemen naar Nederland. En je raad het al, deze soort stond er ook op!, Zo gezegd zo gedaan, in 2006, 2007 en 2009 maakte ik vangreizen naar Kameroen, en pas op mijn laatste reis slaagde ik er in om in de Manyu River bij het plaatsje Mamfé, een groter aantal van deze soort te vangen. En wel op een dergelijke maat dat deze ook transportmatig gezien goed waren om de verdere rondreis van een 1,5 week te doorstaan, voordat deze pas in Nederland zouden aankomen., , Het daadwerkelijke vangen van Tilapia sp. Mamfé berust eigenlijk op een toevalligheid. Wij waren op een plek in de nabijheid van de oever, waar een stroomversnelling aanwezig was op zoek naar Gobiocichla ethylwynnae. Met z’n 3-en waren wij op een speciale manier deze grondel cichliden aan het vangen en bij toeval zaten er een aantal malen enkele kleinere exemplaren (variërend van 4 tot 7 cm) van deze Tilapia soort in. Aangezien allen ik in deze soort geïnteresseerd was, hadden we er al snel genoeg om er zeer van te zijn dat er in ieder geval een aantal veilig in Nederland zouden aankomen. Deze soort is overigens vrij eenvoudig te herkennen, door het hebben van blauwgroene strepen onder de ogen en de flanken bezitten zelfs op deze lengte al een groenblauwe glans. Verder bezaten ze natuurlijk de voor Tilapia soorten typische zwarte vlek in de tweede helft van de rugvin (daar waar de overgang is van de harde naar de zachte vinstralen).
Tilapia sp. Mamfé in het aquarium
Na de vlucht vanuit Kameroen naar Brussel, en vervolgens ook nog de autorit naar Nederland te hebben doorstaan, werden de jonge Tilapia’s in een opkweek aquarium ondergebracht waar deze de komende tijd in konden doorgroeien, totdat ze een een groot aquarium zouden worden ondergebracht. De vijf exemplaren die varieerden in grootte van 4 tot 7 cm klein bleken al snel tot eten over te gaan. Niet gewend aan het voedsel dat ze nu werd aangeboden, namen ze vanaf dag 1vrijwel al het aangeboden voedsel tot zich (vlokkenvoer met een hoog plantaardig gehalte, sticks, mysis, artemia en witte en zwarte muggenlarven). Zij ontpopten zich als ware Tilapia’s en bleken enorm gulzige vissen te zijn. De daarop volgende maanden werd er veel water ververst en goed gevoerd, wat erin resulteerde dat de kleine Tilapia’s aardig in lengte aan het toenemen waren. Een half jaar na aankomst in Nederland waren ze al een kleine 10 cm groot geworden. Het was qua grootte van de vissen niet allen tijd om ze te gaan overzetten naar een groter aquarium, maar ook qua onderlinge agressiviteit !
Afbeelding 4, Volwassen man van T. sp. Mamfé
Helaas moesten 2 exemplaren, nog voordat ik ze had overgezet naar een ander groter aquarium, door onderlinge agressie het onderspit delven. Ik had dus nog maar 3 exemplaren over, en nu moest ik maar hopen dat er in ieder geval verschillende sexen bij zaten, waaruit zich vervolgens nog een koppel zou gaan vormen. De jongen kwamen in gezelschap van een drietal zeer zeldzame Heterochromis multidens, eveneens afkomstig uit Kameroen. Deze zeer zeldzame soort is qua gedrag rustig en vormden geen directe bedreiging voor de jonge Tilapia sp. Mamfé. Met deze vissen zouden ze de komende tijd samen gehouden gaan worden en hopelijk voorspoedig doorgroeien naar het volwassen stadium. De maanden verstrijken en de Tilapia’s groeien door en beginnen nu ook langzamerhand meer kleur te krijgen. Van het vaal grijsbruin, met hier en daar een groene glinstering, beginnen de 3 overgebleven exemplaren nu mooie zeegroen te worden. Over de uiteindelijke eindlengte van Tilapia sp. Mamfé valt te zeggen dat mijn exemplaren op het moment dat ik deze aan een andere liefhebber afgaf een eindlengte hadden bereikt van Man: 27 cm en vrouw: 23 cm. Of dit de werkelijk eindlengte is, weet ik niet, daar er geen beschikbare informatie bekend is over deze soort. Mocht uiteindelijk blijken dat het een variant is van de reeds beschreven Tilapia guineensis, dan valt er over de eindlengte wel wat te zeggen. Deze bereiken namelijk een maximale lengte van 25 cm. Dit gegeven en de lengte die mijn exemplaren maten toen ik deze weg deed, op een leeftijd dat deze wellicht nog niet eens volgroeid waren geeft te denken of dit überhaupt wel een variant van Tilapia guineensis kan zijn. Verder is daar ook nog de afwijkende hoogte van de de rugvin. Deze is veel hoger dan bij de ten opzichte van de tot nu toe bekende exemplaren van Tilapia guinensis. Maar uiterlijke verschillende alleen zijn niet genoeg om een soort van een reeds beschreven soort te onderscheiden. Hiertoe dient ook nog een moleculair bewijs te zijn, en dat is wat nu onderzocht wordt! Als richtlijn voor de aquariumgrootte die moet worden aangehouden voor deze toch wel groot worden vis moet men deze soort een aquarium bieden die een minimum kantlengte heeft van 2.00 meter. Tilapia sp. Mamfé zet zijn territorium niet zozeer in de breedte af, maar eerder in de lengte van het aquarium, dus men kan bij een kantlengte van 2.00 m volstaan met een diepte van 65 cm.
Geslachtsonderscheid en voortplanting
Het geslachtsonderscheid bij Tilapia sp. Mamfé is op een lengte van zo’n 10 cm al goed te herkennen. De mannelijke exemplaren zijn hoger gebouwd en groener gekleurd dan de vrouwelijke. De vrouwen zijn slanker en hebben een rondere buik. De vinnen bij beide geslachten zijn identiek en dus geen aanknopingspunt om geslachten van elkaar te onderscheiden. Verder is het zo dat mannelijke exemplaren kleine rode ronde vlekken in de rugvin hebben (bij de aanzet van de laatste zachte vinstralen) en tevens op de flanken bij iedere aanhef van de schub een kleine rood vlekje. Verder krijgen mannelijke exemplaren tijdens de balts- en broedperiode een zwarte buikpartij (dit hebben vrouwelijke exemplaren ook), maar bij de mannelijke loopt dit door in de staartvin. Zo vertoont de staartvin een zwarte zone die in een recht lijn loopt (deze zone is ongeveer 1/3 van de totale staartvin en bevindt zich aan de onderzijde).
Afbeelding 5 Jong mannetje van, Tilapia sp. 'Mamfé' in de gele baltskleuren
Deze kenmerken ontbreken bij volwassen vrouwelijke exemplaren. Jonge vrouwtjes tot een lengte van ca. 9 cm hebben dit weer wel. Vooral jonge exemplaren vertonen tijdens de baltsperiode een gele kleur met de zeer contrastrijke omschreven zwarte zones. Deze Bij halfwas – volwassen exemplaren is deze kleurschakering niet meer voorhanden. Dan overheerst de bruingroene onderkleur met daarop een dominant aanwezige zwarte streeptekening. En wat dan vooral opvalt zijn de dieprood gekleurde ogen, wat mooi afsteekt bij de bruingroene onderkleur en de zwarte streeptekening.
Over de voortplanting van Tilapia sp. Mamfé valt te zeggen dat het open substraat broeders zijn ( zetten hun eieren veelal af op horizontaal liggende harde substraten, die niet beschut liggen). Nadat zich een stel heeft gevonden, wat voorafgaand door heftig bekketrekken gepaard kan gaan, wordt door beide geslachten het gekozen afzetsubstraat zorgvuldig schoon gepoetst. De door mijn exemplaren gekozen afzetsubstraten waren tot nu toe altijd losliggende stenen of een grote platte steen.
Afbeelding 6 Tilapia sp. 'Mamfé' vrouw boven het legsel
Het schoonpoetsen van het afzetsubstraat duurt bij T. sp. Mamfé niet al te lang, waarna wordt overgegaan tot het daadwerkelijk afzetten van de eieren. De kleine bruingekleurde eitjes worden nauwkeurig naast elkaar afgezet, en worden direct door het mannetje bevrucht. Het afzetten van de eieren gebeurde in mijn aquarium bij volgende waterwaarden: Ph 6,2, Kh1, Gh 7, No2 0, No3 100 en een geleidbaarheid van 1420 Microsiemens. Een aantal uren na de afzetting verschijnen er op de eieren aan een van de uiteinden een grijs-witte vlek, wat erop duidt dat dat eitje waarop zich zo’n grijs-witte vlek zit bevrucht is. Mijn waarnemingen tot nu toe zijn, dat de legsels van Tilapia sp. Mamfé zich bij de hiervoor genoemde waterwaarden zeer goed ontwikkelden en na ca. 2,5 dag uitkwamen. De larven werden vervolgens door beide ouders in hiervoor van tevoren gecreëerde kuiltjes gespuugd, waar deze de komende dagen verbleven en hun eidooierzak opteerden.
Afbeelding 7 Tilapia sp. 'Mamfé' vrouw met jongen
Na 5 tot 6 dagen (dit is afhankelijk van de watertemperatuur in het aquarium), maakten de tot jonge visjes ontwikkelde larven hun eerste zwempogingen. Vanaf dag 1 nemen deze jongen artemia naupliën tot zich en groeien hier voorspoedig op.
Afbeelding 8 Tilapia sp. 'Mamfé' stel met jongen
Wat mij betreft zal deze fraaie Tilapia een lang leven in onze aquaria beschoren zijn. Maar het zal met deze “soort” net als met veel andere soorten uit het geslacht Tilapia wel net zo gaan, dat alleen echte liefhebbers van Tilapia soorten deze soort zullen gaan verzorgen. Hij zal in de toekomst dus wellicht alleen in kleine kring gehouden gaan worden en misschien zo toch voor de hobby bewaard blijven!
Literatuur
Lamboj, A. 2004., The Cichlid Fishes of Western Africa. Birgit Schmettkamp Verlag, Bornheim, Germany. 78-80, 255 pp.


,