Anton Lamboj: Pelvicachromis (Cichliden uit West-Afrika)

Tekst: Melchior de Bruin - Foto’s: Anton Lamboj

Deze lezing is gehouden door Anton Lamboj op de, door de Nederlandse Vereniging van Cichlidenliefhebbbers georganiseerde, 4e Nationale Cichlidendag (11-10-2009) te Utrecht.

Samenvatting
Anton Lamboj is een expert op het gebied van (West-Afrikaanse) cichliden. Tijdens de lezing komt naar voren dat Lamboj, behalve een succesvol wetenschapper, ook een echte cichlidenliefhebber is. Lamboj beschreef tijdens zijn lezing alle soorten (en vele varianten) uit het geslacht Pelvicachromis (bekend van de “kersenbuik”). Hij gaf daarbij algemene informatie, tips voor (toekomstige) houders en vertelde anekdotes. Daarnaast vestigde Lamboj aandacht op de toenemende ontbossing en vervuiling die de mens veroorzaakt en de grote nadelige effecten ervan op de cichlidenpopulaties.

Moliwe River

Habitat
Na een korte introductie rekent Lamboj af met een hardnekkig misverstand over cichliden uit het geslacht Pelvicachromis. Hoewel Pelvicachromis over het algemeen dicht bij de kust in rivieren wordt aangetroffen, is het absoluut geen brakwater vis. Pelvicachromis leeft over het algemeen in zacht (mineraal-arm) water, maar de pH dient niet te laag te zijn. In de natuur zorgt diffusie van CO2 in combinatie met het snel-stromende water voor een pH van rond de 7. Verder treft men Pelvicachromis aan in (kleine) riviertjes en altijd in bosrijke gebieden.

Beschrijving
De soorten binnen het geslacht Pelvicachromis kennen een grote verspreiding. Om die reden zijn er vele vindplaatsvarianten bekend en is er zodoende een grote variatie in kleur aanwezig binnen de soorten. Daarnaast verschillen vertegenwoordigers van het geslacht Pelvicachromis ook per individu: met name het aantal stippen in de rug- en staartvin kan sterk variëren.
Lamboj waarschuwt echter voor slechte nakweek: met name uit Rusland, Polen en Tsjechië komen vaak hybriden en op een bepaalde eigenschap geselecteerde Pelvicachromis in de handel terecht. Het percentage “vervuilde” soorten uit deze landen ligt naar schatting rond de 90%.
Desalniettemin kennen de wilde populaties Pelvicachromis een grote variatie in kleur.

Twee groepen
Lamboj pleit voor een reorganisatie van het geslacht Pelvicachromis. Binnen de soorten van het geslacht Pelvicachromis zijn namelijk twee groepen te onderscheiden. Lamboj onderscheidt de “Humilis-groep” en de “echte Pelvicachromis”. De Humilis-groep (P. humilis, P. signatus en P. rubrolabiatus) kenmerkt zich door grotere lengte (tot 12 cm), langer gerekte vorm, een spitsere kop en grotere agressie. Blijft over de groep “echte Pelvicachromis” (P. pulcher, P. roloffi, P. subocellatus en P. taeniatus). Lamboj verwacht binnen enkele jaren de benodigde publicaties af te hebben die dit verschil definiëren om zo veranderingen binnen het geslacht Pelvicachromis door te voeren.

Humilis-group and real Pelvicachromis
Boven: Pelvichachromis humilis "Dinkaye" man uit de "Humilis-groep"
Onder: Pelvichachromis suboccelatus man uit de groep van "echte Pelvicachromis"

Broedgedrag
Tijdens de broedperiode zijn zowel het mannetje als het vrouwtje het mooist gekleurd. Het fel kleurende en agressieve mannetje creëert in eerste instantie een territorium met geschikte broedplek (meestal onder bladeren). Passerende vrouwtjes kunnen deze locatie en het mannetje dan keuren. Ziet het vrouwtje in het mannetje een geschikte partner en is ze tevreden met de broedplek, zullen de eitjes afgezet worden.
Opvallend is de horizontale streep, die altijd aanwezig is bij broedende vrouwtjes en soms bij mannelijke exemplaren. Lamboj wijst op het feit dat deze verticale streep een belangrijke functie heeft in de communicatie tussen individuen. Op die manier weet het mannetje dat het vrouwtje aan het broeden is en kan daarop anticiperen met het bijbehorende gedrag. Het vrouwtje zorgt en beschermt in principe voor de jongen – het mannetje houdt het territorium veilig.

P. taeniatus

Pelvicachromis in het aquarium
Lamboj adviseert Pelvicachromis in groepen te houden, zodat er met regelmaat broedende paartjes aanwezig zijn en de vissen zelf een partner kunnen kiezen. Deze manier van Pelvicachromis houden vereist natuurlijk een vrij groot aquarium (min. 150 cm lengte). Het is belangrijk deze aquaria in te richten met veel planten, rotsen en hout zodat er voldoende schuilplekken en broedplaatsen aanwezig zijn. Het water moet voldoen aan de parameters die in het wild worden aangetroffen: schoon, goed stromend zacht water (lage geleidbaarheid, KH en GH) met een pH van rond de 7.
Exemplaren die in harder aquariumwater zijn opgekweekt, stellen vanzelfsprekend minder eisen aan de samenstelling van het water. De onderlinge agressie moet altijd in de gaten worden gehouden. Vooral broedende paren kunnen agressief gedrag vertonen. Het tijdelijk elders onderbrengen van de andere exemplaren behoort dan tot de mogelijkheden. Na de broedperiode kunnen deze dieren weer probleemloos worden geïntroduceerd.
In de natuur eten Pelvicachromis soorten de hele dag door, dit impliceert dat het voedsel niet heel voedzaam is. Om die reden is het belangrijk Pelvicachromis-soorten niet te veel te voeren. Ideaal voer bevat weinig vet en eiwitten. Daarnaast is het wenselijk om 2 of 3 dagen per week helemaal niets te voeren. In aquaria met een goede alggroei, zal Pelvicachromis dan gaan grazen/zoeken naar kleine organismen (die vrijwel altijd aanwezig zijn, ook in het aquarium).

P. suboccelatus

Vervuiling en ontbossing
Zoals u inmiddels weet, leeft Pelvicachromis uitsluitend in rivieren in bosrijke gebieden. Helaas ziet Lamboj op steeds meer plekken in Afrika de bossen langs rivieren verdwijnen. Op ten duur zullen daar de (plaatselijke varianten van) cichliden verdwijnen. Daarnaast vormt ook vervuiling een groot probleem voor gezondheid van het ecosysteem.

Herkomstgebied: