Pterophyllum altum PELLEGRIN, 1903
Pterophyllum betekent Pteron “Vinnen” en Phyllum “blad”, ook wel vinnen als een blad.
Altum – van altus, betekent in het Latijns “hoog”,
Kullander, S.O., 2003. Cichlidae (Cichlids). p. 605-654. In R.E. Reis, S.O. Kullander and C.J. Ferraris, Jr. (eds.) Checklist of the Freshwater Fishes of South and Central America. Porto Alegre: EDIPUCRS, Brasil. (Ref. 36377)
De kans is groot dat voor veel aquarianen de maanvis de eerste cichlidensoort zal zijn zij die zullen houden. In de loop der jaren zijn er vele kweekvormen ontwikkeld en voorzien kennelijk in een behoefte naar afwijkende kleuren en vormen. Veel cichlidenliefhebbers geven echter de voorkeur aan het houden van vissen zoals ze in de natuur voorkomen.
Binnen het geslacht Pterophyllum (maanvissen) kennen we 3 erkende soorten. De bekendste en meest gehouden soort is Pterophyllum scalare. Daarnaast kennen we Pterophyllum leopoldi en tot slot Pterophyllum altum, voor vele niet alleen de mooiste soort uit het geslacht, maar zelfs de meest sierlijke soort van alle vissen die men binnen de hobby kan houden.
De basiskleur is zilver met drie bruin/rode verticale strepen en rode strepen in de vinnen. Volwassen exemplaren tonen soms rode stipjes en een blauw/groene gloed over de rug. Een zwarte vlek op het kieuwdeksel kan ontstaan bij stress of opwinding. Een ander kenmerk is de bijzondere neus, die door een scherpe inkeping afwijkt van Pterophyllum scalare. De altum heeft 46-48 schubben in een laterale lijn.
Pterophyllum altum komt voor in het Orinoco stroomgebied, Inírida en Atabapo en de bovenloop van de Rio Negro. (Venezuela en Colombia)
Als men gaat kijken naar de verspreiding van de Pterophyllum altum, dan zal men uitkomende bij de volgende onderverdeling aan de hand van de DNA onderzoek door Prof. Dr. Dirk Bellstedt van de Stellenbosch Unieversiteit in Zuid Afrika.
- Pterophyllum altum RIo Negro 1
- Pterophyllum altum Rio Negro 2
- Pterophyllum altum Ventuari
- Pterophyllum altum Atabapo
- Pterophyllum altum Inirida
Foto: Detail van het verbindingsgebied van de Rio Orinoco en de Rio Negro.
De Pterophyllum altum is net als de P. scalare en de P. leopoldi een groepsdier. De soort komt van nature voor in grote groepen, zwemmend tussen stukken hout maar ook her en der zwemmend en schuilend tussen grote keien, afhankelijk van het seizoen. Vaak vergezeld met andere cichlidensoorten zoals Mesonauta, Heros, Satanoperca. Het zwemmen in een grotere groep zorgt voor een veiliger gevoel tegen roofdieren. Het gedrag kan verder aangeduid worden als zeer statisch en rustig. Wel zal men uit moeten kijken met het toevoegen van kleinere vissoorten, aangezien ze deze als voer kunnen aanzien.
Pterophyllum altum zal, eenmaal aan het voer gewend, diepvries en levend voer tot zich nemen. Vooral bij wildvang exemplaren kan dit nog wel eens moeilijk zijn in het begin. Kleine garnaalachtigen zullen tot hun dieet behoren, hetzelfde geld voor artemia, muggenlarven en kleine stukjes mossel. Men kan het beste meerdere keren per dag kleine hoeveelheden voeren. DIt is vergelijkbaar met wat de Pterophyllum soorten in hun natuurlijke habitat ook doen. Onderzoek, door Prof. Dr. Bremer, heeft uitgewezen dat maanvissen gedurende de hele dag bezig zijn met het tot zich nemen van voedsel, dit kan zowel organisch als anorganische zijn. Aan het begin van het regenseizoen ontstaan er vaak aan het wateroppervlakte, een tapijt van infusiediertjes. Maanvissen maken gebruik van dit voedsel door het wateroppervlakte te skimmen op infusiediertjes.
Aan het succesvol houden van deze prachtige vissen zijn wel een aantal voorwaarden verbonden. De zwartwater rivieren waar Pterophyllum altum voorkomt zijn over het algemeen zuurstofrijk, een lage pH (4-5,5) , extreem zacht met een zeer lage geleidbaarheid. De temperatuur ligt rond de 27-28°C.
Dat betekent dus dat men niet zal ontkomen aan een bepaalde wijze van waterbehandeling om in het aquarium een geschikte leefomgeving te creëren. Er zijn inmiddels de nodige successen behaald met het kweken van deze prachtige soort. De nakweek van de wildvang exemplaren zullen over het algemeen wat toegeeflijker zijn qua waterwaarden. Dit betekent echter niet dat men de streefwaarden helemaal uit het oog kan verliezen. Voor behoud op lange termijn zal men toch in de richting van de genoemde waarden proberen te komen. Stabiele waarden zijn echter ook zeer belangrijk.
Voor de Pterophyllum altum is een groot aquarium nodig. Dit in verband met de formaat die de altum bereikt. Aangezien dit de hoogste en grootste soort binnen het geslacht Pterophyllum is, is het raadzaam om ze te houden in een bak vanaf 180 cm en een diepte en hoogte van minimaal 70cm. Het aquarium kan het beste worden ingericht met stukken hout zodat men ook wat overhangend hout kan creëren voor de altums, verder is een zandbodem zeker aan te raden. Het water zal bij voorkeur het beste aangezuurd en bruin gekleurd kunnen worden door zuren/tannines. Dit kan uiteraard gedaan worden door het gebruik van turf in het filtersysteem, elzenproppen, rooibosthee, of het gebruik van natuurproducten zoals botanicals. Botanicals zijn natuurproducten bestaande uit schillen en zaaddozen van bepaald vruchten uit de natuur. Het water zal door dit gebruik bruin tot donkerbruin kleuren en daarnaast aangezuurd worden door de looizuren die het bevat. Het gebruik van Osmose-water is ook zeer zeker aan te raden.
- Login om te reageren
