Andinoacara coeruleopunctatus (KNER 1863)

Tekst: Rob Ghielen - foto: Rob Ghielen
Etymologie: 

Deze soort was vroeger ingedeeld bij het geslacht  Aequidens. Sinds kort (1/12/2008) heeft deze soort een nieuwe geslachtsnaam, Andinoacara. Andino komt van de Andes, acara is een oude inheemse naam voor cichliden in Zuid-Amerika; coeruleopunctatus betekent met blauwe punten, die vooral goed zichtbaar zijn aan beide zijden van de kop en de borst. 

Referentie: 

Kner, R. & F.Steindachner. 1863. Eine Uebersicht der ichthyologische Ausbeute des Herren Prof.Dr. Moritz Wagner in Zentral Amerika. Sitz.Kn.Bay.Akad.Wiss.München (2): 220-223

Literatuur: 

Baensch, H.A., &, R. Riehl, Aquarien Atlas, Band 2.Stawikowski, R. & U.Werner. 1998. Die Buntbarsche Amerikas, Band, 1.,  blz 190Z. Musilova, O. Rican, and J.Novak, 2008., Phylogeny of the Neotropical cichlid fish tribe Cichlasomatini (Teleostei: Cichlidae) based on morphological and molecular data, with the description of a new genus.

Beschrijving: 

Vroeger werd deze soort ingedeeld in het geslacht Aequidens. Tegenwoordig is dit geslacht beperkt tot soorten rond Aequidens tetramerus etc. In afwachting van de beschrijving van een nieuw geslacht voor deze soort werd de naam Aequidens gehandhaafd, maar dan tussen enkele aanhalingstekens. Nu heeft deze soort dus een nieuwe geslachtsnaam gekregen.Deze soort heeft op de zijde van het lichaam vijf vertikale banden en een nauwelijks herkenbare vlek op de staartwortel. Verder heeft deze soort een duidelijk zichtbare zwarte streep onder het oog. Staartvin en rugvin hebben blauw/zwarte punten.  De grondkleur van deze soort is beige tot geel. Als de vrouw paringsrijp is dan laat ze een rode gloed van buik tot onderkaak zien. Mijn vissen hebben behoorlijk rode vinnen (Zie foto's) echter in de literatuur vindt je deze soort ook met blauwe vinnen.De mannen worden wat groter dan de vrouwen, de standaardlengte van deze soort is ongeveer 15 cm.In de natuur wordt deze soort met name in langzaam stromende wateren gevonden, ze komen echter ook in snelstromende rivieren voor. Watertemperatuur van de verschillende vindplaatsen varieert van 22 tot 29 graden Celcius. 

Herkomst: 
Colombia, Costa Rica, Panama
Verspreiding: 

Oorspronkelijk ontdekt in Rio Chagres, ten noorden van het Panamakanaal. Het verspreidingsgebied van deze soort strekt van Costa Rica (Rio Coto) tot in Panamá, waar deze soort van de Atlantische tot de Pacifische kust veelvuldig voorkomt.

Gedrag: 

Buiten de broedzorg zeker geen agressieve cichlide.  Gedurende de broedtijd verdedigen ze hun nest en dulden geen andere vissen in de buurt. Ik heb zelf een 300*100*75 cm aquarium. Gedurende de broedzorg werd een derde van het aquarium vrijgehouden van andere vissen. Man en vrouw wisselden elkaar regelmatig af met het bewaken en "wapperen" van de eieren en het verdedigen van het territorium.

Voedsel: 

Alleseter.

Kweek: 

Vrouw, bewaakt larven net uit het ei

Deze soort is vanaf 7 cm al geslachtsrijp. Er worden na het schoonmaken van een platte steen z'n 800 eieren afgezet. Man en vrouw bewaken en verdedigen om de beurt en wisselen verschillende keren per uur van rol. De eieren kwamen in mijn aquarium (25 graden Celcius) na drie dagen uit. De larven werden verzameld in een kuil. De larven plakken de eerste 3 dagen aan elkaar en vormen een trillende vlek van 4 a 5 cm doorsnede. Daarna gaan de larven vrij zwemmen. De eerse 3 à 4 weken houden de ouders de jongen nog bij elkaar, daarna wordt dat beduidend minder en zijn ze al weer bezig met een volgende ronde. In mijn aquarium werd de zwerm na deze 3 a 4 weken snel kleiner. Per nest bleven er uiteindelijk z'n 2 tot 10 jongen over.    

3  a 4 cm groot jong

Aquarium: 

Als deze cichlide geen eieren verzorgt dan is het een uiterst vreedzame aquariumbewoner. De man en vrouw dreigen elkaar regelmatig in deze periode en ze gaan regelmatig muilgevechten aan. Resultaat is dat de vrouw buiten de broedperiode meestal rondzwemt met gerafelde bovenlip. Buiten de broedtijd graaft deze soort helemaal niet. Uitsluitend gedurende de broedtijd worden er enkele ondiepe kuiltjes gegraven.In het aquarium zoeken ze hun voedsel vooral op de bodem. Voedsel dat op het wateroppervlak drijft wordt gewoonweg niet gezien en dus niet gegeten. In eerste instantie had ik deze soort als enige Aequidens-soort in mijn aquarium en het paar was altijd vooraan in het aquarium te zien. Als eerste bij de voorruit wanneer er gevoerd werd. Later heb ik een paar Andinoacara pulcher toegevoegd, met als resultaat dat Andinoacara coeruleopunctatus zich wat op de achtergrond hield. A. pulcher is een duidelijk agressievere soort, en A. coeruleopunctatus gedraagt zich onmiddellijk ondergeschikt en is zelden nog zichtbaar, zelfs niet bij het voeren. 

Stoplicht: 
Groen
synoniemen: 

Acara coeruleopunctata, Kner et al, 1863
Astronotus (Acara) coeruleopunctata, Eigenmann et al, 1891
Astronotus (Astronotus) coeruleopuntatus, Eigenmann, 1893
Aequidens coeruleopunctatus, Jordan et al, 1896
Cichlosoma (Aequidens) coeruleopunctatum, Regan, 1913
'Aequidens' coeruleopunctatus, Stawikowski et al, 1998
Andinoacara coeruleopunctatus, Musilová et al, 2009