Lamprologus ocellatus (STEINDACHNER, 1909)

tekst: Matthijs Meindertsma - foto: Matthijs Meindertsma
Etymologie: 

Uitleg voor de geslachtsnaam, die in het leven werd geroepen door Schilthuis bij de beschrijving van Lamprologus congoensis:  Schilthuis heeft, zoals destijds gebruikelijk, geen verklaring gegeven voor de naam Lamprologus. Aangenomen wordt echter dat zij een combinatie voor ogen had die uit twee woorden bestond. "lampros" betekent "glanzend", terwijl "logus" de verlatijnsde versie is van "logos". Logos in dit verband te verklaren als een verbastering van logisch. Kennelijk vond zij het logisch dat de flanken van L. congoensis schitteren in het zonlicht. De soortnaam ocellatus verwijst naar de op een oog lijkende vlek.  

Referentie: 

Maréchal, C. and M. Poll, 1991. p. 218-225. In: J. Daget, J.-P. Gosse, G.G. Teugels and D.F.E. Thys van den Audenaerde (eds.) Check-list of the freshwater fishes of Africa (CLOFFA). ISNB, Brussels; MRAC, Tervuren; and ORSTOM, Paris. Vol. 4.  

Literatuur: 

Konings, Ad, 2005 (2e oplage). Back to Nature gids Tanganyika cichliden  

Beschrijving: 

Van de "L". ocellatus  worden verschillende kleurvarianten aangeboden. Ze hebben een vrij stevige bouw en vooral het mannetje, een echte killer look. De mannetje worden ongeveer 6 cm en de vrouwtjes blijven een stuk kleiner, tot 4 cm.  

Herkomst: 
Tanganjikameer  
Verspreiding: 

De soort komt in het gehele Tanganjikameer voor en kan in diverse varianten worden aangetroffen.  

Gedrag: 

Het zijn felle rakkers, en zullen niet terug deinzen voor vissen die een keer zo groot zijn als zich zelf. In het meer leven ze in lege slakkenhuizen van Neothauma slakken. Hierin zullen ze broeden en zich verschuilen als er gevaar dreigt. Daarom zijn lege slakkenhuizen een vereiste. Zorg er voor dat elk exemplaar minimaal 2 slakkenhuizen ter beschikking heeft en ze ook de ruimte hebben om de slakkenhuizen in het zand te graven.  

Voedsel: 

Makkelijke kostganger, is gauw tevreden. Krill, mysis, witte muggenlarven, cyclops, cichlidenkorrels & vlokken zijn voldoende. Op een eiwitarm dieet zullen ze trager groeien en uiteindelijk vermageren.  

Kweek: 

Eerst zal het vrouwtje een geschikt slakkenhuis zoeken om haar eitjes in te leggen. Als ze die gevonden heeft zal ze het huisje door de hele bak slepen tot het naar haar zin ligt om hem vervolgens helemaal in te graven. Ze zal het slakkenhuis zover ingraven totdat uiteindelijk alleen de opening zichtbaar. Dan zal het vrouwtje het mannetje proberen te verleiden, dit doet ze door met trillende bewegingen het mannetje naar haar slakkenhuis te lokken.Als het 't vrouwtje is gelukt om 't mannetje te verleiden zullen ze gaan paren, en worden de eitjes in het vrouwtje haar uitgekozen slakkenhuis afgezet en bevrucht. Daarna bewaakt het vrouwtje haar slakkenhuis en het mannetje het territorium er omheen.Nu zullen de andere vissen dus door 2 linies heen moeten voordat ze bij de jongen kunnen komen.De eerste linie is het mannetje, die de omgeving rond 't slakkenhuis verdedigt en de tweede linie is het vrouwtje. Het vrouwtje zal steeds in het slakkenhuis kruipen om de eitjes te ''bewapperen'' (haar vinnen heen en weer bewegen) Dit doet ze om de eitjes van schoon en fris water te voorzien. En als er gevaar dreigt zal ze het slakkenhuis afdekken met haar eigen lichaam. Na drie dagen komen de eitjes uit, maar na ongeveer een week zullen de jongen pas echt vrij zwemmen.

Aquarium: 

Zolang je een harmoniserend koppel hebt zijn ze al te houden vanaf een 54 liter bak. Een dikke laag zand en lege slakkenhuizen is een vereiste.

Stoplicht: 
Groen
Herkomstgebied: