Eretmodus cyanostictus (BOULENGER 1898)

Tekst & Foto's Thijs Janzen
Etymologie: 

Eretmodus verwijst naar de vorm van de tanden (odous), "als riemen" (eretmos). Cyanostictus verwijst naar de blauwe (cyano) stippen (stictus).

Referentie: 

Boulenger, George Albert.1898. "Report on the collection of fishes made by Mr. J. E. S. Moore in Lake Tanganyika during his expedition 1895-96". Transactions of the Zoological Society of London. pp. 1-37

Literatuur: 

Konings, Ad, Back to Nature gids Tanganyika cichliden;
Konings, Ad, Tanganyika cichlids in their natural habitat.
www.cichlidae.com
Taylor, M.I., Morley, J.I., Rico, C., Balshine, S., 2003. "Evidence for genetic monogamy and female-biased dispersal in the biparental,  mouthbrooding cichlid Eretmodus cyanostictus from Lake Tanganyika" Molecular Ecology 12, 3173-3177
Rüber, L., Verheyen, E. & Meyer, A. (1999). Replicated evolution of trophic specializations in an endemic cichlid fish lineage from Lake Tanganyika. Proceedings of the National Academy of Sciences of the United States of America, 96, 10230-5.
Rüber, Lukas & Adams, D.C. (2001). Evolutionary convergence of body shape and trophic morphology in cichlids from Lake Tanganyika. Journal of Evolutionary Biology, 14, 325-332.

Beschrijving: 

Eretmodus cyanostictus is relatief kleine cichlide, met een gedrongen bouw. Karakteristiek voor Eretmodus zijn de blauwe stippen die over de rug lopen, het aantal blauwe stippen is hoger bij varianten uit de zuidelijke kant van het meer. Afhankelijk van de variant vertonen de dieren ook nog verticale strepen over het lichaam. De bek is sterk naar beneden gericht om algen te kunnen schrapen, en de ogen zitten hoog op de kop. Zowel genetisch als morphologisch is er een duidelijk onderscheid tussen een noordelijke en een zuidelijke variant. De zuidelijke variant heeft meer stippen en een iets andere tandstructuur dan zijn noordelijke broer (Rüber et al. 1999, 2001).

Herkomst: 
Tanganjikameer
Verspreiding: 

Wordt in het hele meer aangetroffen

Gedrag: 

Nieuwsgierige en schuwe vis die eerst de kat uit de boom kijkt. Houd er van onder een overhangende steen te rusten, waarbij hij soms snel onder zijn steen vandaan schiet om te "grazen". Omdat E. cyanostictus in het meer vooral in de branding te vinden is, heeft deze soort over de tijd zijn zwemblaas verloren (de zwemblaas zorgt voor het "stijgen" en "dalen") waardoor ze een bijzonder zwemgedrag vertonen, een soort "hoppen". Met de onderstandige mond worden stenen afgegraasd. Zeer onverdraagzaam tegen soortgenoten, zeker als er zich een koppeltje heeft gevormd, indien er niet genoeg schuilplaatsen zijn of andere afleiding voorhanden is kan een dier dat in de verdrukking raakt binnen een dag zelfs in grote aquaria (> 1.5m) het loodje leggen. Het is dan ook niet aan te raden om meer dan 1 koppel te houden. Soms wordt Eretmodus ook in groepen gehouden, hier is echter nog niet veel ervaring mee.

Voedsel: 

Algen. Het darmkanaal van Eretmodus is speciaal aangepast aan het verteren van plantaardig voedsel, voeren met dierlijk voedsel kan leiden tot verstoppingen, Bloat of flagellaten en dient te worden vermeden.

Kweek: 

Eretmodus cyanostictus is een biparentale muilbroeder. De eieren worden de eerste 12-14 dagen uitgedragen door het vrouwtje, waarna het mannetje ze overneemt en ze nog 1-3 weken draagt. In tegenstelling tot veel andere monogame diersoorten, is er bij Eretmodus geen aanwijzing gevonden van buitenechtelijke betrekkingen (Taylor 2003).

Aquarium: 

Een koppel kan terecht in een aquarium vanaf 1m. De inrichting dient voornamelijk uit stenen te bestaan. Algengroei wordt erg gewaardeerd door deze soort en kan worden gestimuleerd door extra stroming en verlichting te creeeren, alsmede door de stenen dicht bij het wateroppervlakte te plaatsen.

Stoplicht: 
Groen
Herkomstgebied: