Amatitlania altoflavus (ALLGAYER 2001)

Tekst Rene Beerlink, foto's Matthijs Meindertsma
Etymologie: 

Amatitlania, afgeleid van het type plaats van het type soort "Amatitlán" betekent, een plek van overvloed in amate" in het Nahuatl. "amate" is een soort van papier gemaakt van de bast van Ficus petiolaris of Ficus indica.

 

Alto = hoog, flavus = geel. In vergelijking met zijn nauwste verwant Amatitlania nanoluteus is deze vis hoger gebouwd en vertoont meer geel.

Referentie: 

Allgayer R. 2001. "Description d'un genre nouveau, Cryptoheros, d'Amérique centrale et d'une espèce nouvelle du Panama (Pisces: Cichlidae).". L'an Cichlidé. v. 1 / 2001 pp 13-20

 

In 2001 introduceerde Robert Allgayer in dit artikel het geslacht Cryptoheros. Tegelijkertijd beschreef hij een Cichlide uit de moeilijk toegankelijke Rio Cañaveral in de Provincie Bocas del Toro, Panama, als Cryptoheros altoflavus. Deze soort die tot dan toe bekent stond als C. sp.“Cana” was door Patrick de Rham en Jean-Claude Nourisat in 1995 naar Frankrijk gehaald, maar vertoonde grote overeenkomsten met de in datzelfde jaar beschreven C. nanoluteus welke voorkomt in de rivieren die uitmonden in Laguna Chiriqui, even ten Westen van het verspreidingsgebied van C. altoflavus.

 

Het enigste verschil lijkt te bestaan uit een iets hogere lichaamsbouw en een geheel of gedeeltelijk ontbreken van donkere markeringen op het lichaam. Dit soort verschillen vind je echter ook tussen de verschillende populaties C. nigrofasciatus (Michi Tobler 2005). Mogelijk hebben we hier dus te maken met een geografische variëteit van C. nanoluteus. Voorlopig echter is deze beschrijving geldig. Aanvullend taxanomisch onderzoek in de toekomst zal moeten uitwijzen of de vis deze status behoud of wellicht verschuift naar variant of ondersoort niveau.

Literatuur: 

Datz: Aquarien Terrarien,Volume 56, Pagina 256

Beschrijving: 

Amatitlania altoflavus is in meerdere opzichten een aanwinst voor onze hobby. Ten eerste is het een van de weinige Midden-Amerikanen die we met recht een “dwerg-cichlide” kunnen noemen. Mannetjes worden niet groter dan 10 cm en de vrouwtjes halen de 8 cm meestal niet eens. En daarbij is deze vis ook nog eens zeer atractief gekleurd. Het nauw verwante broertje Amatitlania nanoluteus wordt ook wel “The Juwel of Panama”genoemd en A. altoflavus doet hier zeker niet aan onder. In de paartijd draagt A. altoflavus een zwart masker op een gouden lichaam dat een prachtig contrast veroorzaakt. Vrouwtjes blijven niet alleen kleiner maar zijn tevens goed te herkennen aan een enkel of meervoudige ocellus-vlek in de rugvin.
 

Herkomst: 
Panama (endemisch)
Verspreiding: 

Alleen bekend van het Rio Cañaveral stroomgebied dat even ten Oosten van Laguna Chiriqui in de Atlantische Oceaan uitmond. Hier bewoont zij middel tot snel stromende rivieren met een stenige bodem. Deze regio is moeilijk toegankelijk en alleen bereikbaar per boot. Zodoende heeft wildvang de Europese en Amerikaanse aquariumhouders nog maar mondjesmaat bereikt. Het vermoeden bestaat dat een groot deel van de Europese A. nanoluteus in werkelijkheid uit A. altoflavus bestaat (Hanneman 2010) welke op zijn beurt weer zeldzaam is in Amerika. Dit zou het gevolg zijn van de eerste twee vangexpedities, een Franse en een Amerikaanse, waarbij het Amerikaanse Team de Rio Cañavaral niet heeft weten te bereiken.

Gedrag: 

Relatief vreedzame Cichlide die echter naar soortgenoten haar mannetje staat. Dit noemen we conspecifieke agressie.
 

Voedsel: 

In de natuur eten ze algen, detritus, kleine kreeftachtigen en ongewervelden. Ook in het aquarium blijven het natuurlijk alleseters. Muggelarven, watervlooien, artemia, levend of bevroren. Droogvoer is natuurlijk ook prima, maar verandering van spijs doet eten en dat geldt zeker voor dit soort omnivoortjes. Daarom moeten we niet vergeten ze ook zo nu en dan eens iets plantaardigs aan te bieden, in de vorm van spirulina bijv.

Kweek: 

Zoals de geslachtsnaam al deed vermoeden hebben we hier met een holenbroeder te maken. Hierin leggen ze tot zo'n 200 eieren. Dit hol wordt heroïsch verdedigd. Na drie dagen komen de eitjes uit en na nog eens 7 dagen zwemmen de jongen vrij. Het tafereel wat hierop volgt is voor velen de reden dat we Cichliden houden en het separeren van nest en ouders is daarom een doodzonde. Maar niet alleen voor de liefhebber. De vissen ontneem je een belangrijk stukje gedragsontwikkeling en de populatie een belangrijk selectiemoment. Nooit het nest bij de ouders weghalen dus. Ook als de eerste legsels mislukken. Laat ze maar even oefenen. De soort komt niet voor in de IUCN lijst van bedreigde dieren maar is wel opgenomen in het C.A.R.E.S. Program. Dit is een bewustzijn en conservatie-innitiatief van de Amerikaanse Cichlidenvereniging ACA.

Aquarium: 

Omdat we hier met een kleinblijvende en relatief rustige soort te maken hebben, volstaat een meterbak voor één koppel. Vanwege hun conspecifieke temperament echter, is bij 2 koppels al een bak van minimaal 140 vereist. Waterkwaliteit gaat boven waterwaardes die in de natuur rond neutraal liggen. Dit betekent frequent en regelmatig water verversen en een krachtige filtering. Temp. 24-26 C.  Beplanting is mogelijk alhoewel de enige planten die ze in de natuur tegen komen de grassen zijn die vanaf de oever in het water hangen. (Dan Woodland 2008). Als we de schoonheid van deze vis volledig tot haar recht willen laten komen moeten we ze niet samen houden met de grotere M-Amerikanen. Beter is het ze te vergezellen met een groep levendbarenden of zalmen.

Stoplicht: 
Groen
Herkomstgebied: 
synoniemen: 

Cryptoheros altoflavus, Allgayer, 2001
Archocentrus altoflavus, Kullander, 2003
Amatitlania altoflava, Říčan et al, 2016