Chilotilapia euchilus (TREWAVAS, 1935)

Tekst: Johan Verheesen - foto: Guy Vercruysse  
Etymologie: 

uit het Grieks : cheilos = lip en de inlandse benaming Tilapia. Euchilus = uit het Grieks : eugenes = goed geschapen  

Referentie: 

Maréchal, C. 1991 Cheilochromis. p. 42. In: J. Daget, J.-P. Gosse, G.G. Teugels and D.F.E. Thys van den Audenaerde (eds.) Check-list of the freshwater fishes of Africa (CLOFFA). ISNB, Brussels; MRAC, Tervuren; and ORSTOM, Paris. Vol. 4.  

Literatuur: 

Ad Konings, Malawi cichliden in hun natuurlijke omgeving 2e oplage 1995. Ad Konings, Malawi cichliden in hun natuurlijke omgeving 3e oplage, 2001. Ad Konings, Back to Nature gids voor Malawi cichliden, 2e oplage 2003. Hans J. Mayland, Cichliden en viskweek, 1979.  

Beschrijving: 

Deze Haplochromide soort heeft een vrij hoog lichaam dat zijdelings enigzins samengedrukt is. Deze vis valt op vanwege zijn dikke lippen. Op zanderige gebieden worden ze ook wel aangetroffen zonder deze lippen. Dit heeft te maken met de manier van het vergaren van het voedsel en zullen beter ontwikkeld zijn wanneer er gefoerageerd wordt bij de rotsachtige gebieden. Bij nakweek van deze vissen in het aquarium zal de ontwikkeling ook nagenoeg achterwege blijven. Volwassen mannetjes kleuren blauw met goudgele schubbenmarkeringen op de flanken. De blauwe kleur loopt door naar de kop en loopt over naar iriserend groen bij de keel. Vrouwtjes hebben een lichtbeige kleur waarover 3 donkere lengtestrepen lopen. Eén vlak onder de rugvin, één op dezelfde hoogte als het oog, en een wat lichtere streep net onder de staart. De lengte van het mannetje is 22 cm en het vrouwtje wordt 17 cm. In het aquarium kunnen ze groter worden.  

Herkomst: 
Malawimeer  
Verspreiding: 

Deze wordt in het hele meer aangetroffen. Zij hebben een voorkeur voor een overgangsbiotoop waar ze zich veelal boven de zanderige gebieden ophouden. Daar halen zij het voedsel van de rotsen die her en der verspreid liggen. Soms worden ze ook wel aangetroffen op plaatsen waar de bodem alleen uit zand bestaat. Bij deze vissen worden dan geen verdikte lippen gezien. Ze worden veelal gevonden op tot op een diepte van 10m. Er worden maar zelden exemplaren gevonden op de dieper gelegen gedeelten van de habitats.  

Gedrag: 

Deze vissen zijn vreedzaam tegenover andere soorten. Seksueel actieve mannetjes zijn niet territoriaal.

Voedsel: 

Chilotilapia Euchilus eet voornamelijk ongewervelden die hij uit de rotsen haalt met zijn speciaal daarvoor ontworpen lippen, die een min of meer rond gat kunnen afdichten.  

Kweek: 

Het paren vindt plaats in het rotsachtige deel van het biotoop. De muilbroedende vrouwtjes verschuilen zich tussen de rotsen.

Aquarium: 

Minimale lengte van 175 cm, inhoud 600 liter.

Stoplicht: 
Groen
Herkomstgebied: